In Nederland is het onderwijs de afgelopen jaren een steeds belangrijkere rol gaan spelen voor ieders plek op de sociale ladder. In de hoop een kansrijke plek te bemachtigen in de geschoolde maatschappij zijn er steeds meer leerlingen die onderwijs volgen op 'hogere' niveaus. Het nieuwste middel in deze strijd voor de beste plek: bijlessen en ander schaduwonderwijs.

Steeds meer Nederlanders zijn hoogopgeleid. Waar in de jaren zestig nog maar een kleine vijf procent van de beroepsbevolking hoogopgeleid was, heeft nu bijna de helft van de Nederlanders een universitair of hbo-diploma.

Opleidingsniveau bepaalt tegenwoordig niet langer alleen de kans op een betere baan en meer salaris, maar geeft je ook toegang tot meer diensten als datingservices en verzekeringen, specifiek voor hogeropgeleiden. Het is een onderdeel geworden van onze identiteit.

Dit alles zorgt voor een sterke opwaartse druk in het onderwijs, want steeds meer leerlingen proberen een zo hoog mogelijke opgeleiding te halen. Voor kinderen uit lageropgeleide gezinnen biedt het onderwijs kansen om te klimmen op de sociale ladder. Bij kinderen uit hogeropgeleide gezinnen is het veelal belangrijk niet af te dalen op die sociale ladder.

Maar deze druk heeft ook een keerzijde. Door bijlessen en ande schaduwonderwijs komt regulier onderwijs onder druk te staan. Zo bestaat de kans dat docenten maar vertrouwen op bijlessen, dan op eigen goed onderwijs te geven.

Een leerling volgt extra online oefenmateriaal.

De geschoolde maatschappij

Om zoveel mogelijk kans te maken in een steeds hogergeschoolde maatschappij, proberen veel ouders de kansen van hun kinderen te maximaliseren, om hen zo de hoogst mogelijke onderwijsroute te laten volgen. Het belangrijkste moment hiervoor is het schooladvies aan het einde van groep acht op de basisschool. Het advies is gebaseerd op de resultaten die de leerling tijdens zijn of haar basisschool jaren heeft behaald. Dat traject eindigt met een centrale eindtoets, voorheen standaard ontwikkeld door Cito.

De drang om op steeds jongere leeftijd te zorgen voor het beste schooladvies komt onder meer doordat steeds minder scholen in het voorgezet onderwijs een overbruggingsperiode hebben. Voorheen kon na zo'n overbruggingsperiode, waarbij meerdere niveau's door elkaar zitten, nog van niveau worden gewisseld. Dat wisselen van onderwijsroute is lastiger geworden. Het ontbreken van zo'n gemeenschappelijke brugklas voedt dat probleem.

Juf Margriet legt een som uit aan één van haar leerlingen.

Harder lopen om bij te blijven

In haar onderzoek vergelijkt dr. Louise Elffers, directeur Kenniscentrum Ongelijkheid aan de Universiteit van Amsterdam, deze competitie met een hardloopwedstrijd: ''Gaat de kopgroep harder lopen, dan moeten alle renners mee om hun positie te behouden. De sterksten zetten voor de zekerheid nog een extra tandje bij om hun positie veilig te stellen. De renners die daar net achter zitten, moeten alles op alles zetten om te kunnen blijven volgen.''

Het is daarom niet zo gek dat deze opwaartse druk ervoor zorgt dat steeds meer ouders en leerlingen extra hulpmiddelen zoeken om voor te blijven in deze competitie. Onder dit zogeheten schaduwonderwijs vallen aanvullende onderwijsactiviteiten: bijles, huiswerkbegeleiding, extra digitaal oefenmateriaal en Cito-trainingen.

Ondanks dat het schaduwonderwijs nog niet zo wijdverspreid is als in andere landen, zoals Japan of Zuid-Korea, zijn bijlessen en Cito-trainingen in de afgelopen twintig jaar verachtvoudigd en uitgegroeid tot een miljoenenindustrie. Naar schatting maakt 25 procent van de achtstegroepers en een derde van de leerlingen in het voorgezet onderwijs gebruik van een vorm van schaduwonderwijs.

Een tutor geeft bijles aan een leerling.

Een niveau lager, dan is het kind sneller klaar

Jeroen Goes, voorzitter van scholengemeenschap Fluvium, geeft leiding aan twintig scholen in de Betuwe. In zijn 25 jaar in het onderwijs heeft hij zelf ervaren dat het schaduwonderwijs een enorme toevlucht heeft genomen. ''De nadruk is steeds meer komen te liggen op presteren en het krijgen van hogere diploma's. Het is tegenwoordig de maatschappelijke tendens dat je dan pas geslaagd bent in het leven.''

Ondanks dat de dorpen binnen zijn scholengemeenschap erg verschillen van populatie, denkt Goes ook dat ongeveer een kwart van zijn achtstegroepers gebruik maken van schaduwonderwijs. ''Wel of niet naar bijles heeft alles te maken met het geld en ambitieniveau van de ouders. Ik heb ook scholen waar de ouders pleiten voor een lager advies. Dan duurt school minder lang en zijn ze er sneller klaar mee. Dat is dan weer de omgekeerde wereld.''

Juf Margriet legt een som uit aan haar leerling.

Ambitieuze ouders

Volgens onderzoeker Elffers zijn er twee grote redenen waarom ouders en kinderen zouden kiezen voor schaduwonderwijs: om te genezen en om te excelleren. Bij genezen gaat het om extra uitleg en meer individuele begeleiding, om zo tijdelijk net dat extra beetje te doen om zo op het gewenste prestatieniveau te komen.

In het tweede geval gaat het om leerlingen die het al best wel goed doen en vaak al tot de best presterende leerlingen behoren. Deze vorm van schaduwonderwijs komt met name voor bij achtstegroepers die Cito-trainingen nemen met het oog op het schooladvies.

Ouders kiezen daar vaak voor omdat ze behoefte hebben aan extra zekerheid. Ze willen dat hun kind een zo hoog mogelijke score behaalt, zelfs als er geen indicatie is dat dit zonder schaduwonderwijs niet zou lukken.

Volgens Goes kan je als school niet veel doen aan deze ambitieuze ouders en is het noodzakelijk dat de school kijkt naar de kwaliteit van zijn eigen onderwijs.

Goes: ''Als een school een hoog percentage kinderen heeft dat naar schaduwonderwijs gaat, dan moet de schooldirecteur zich eens goed achter de oren krabben. Vroeger vertrouwden ouders veel meer op de kwaliteit van de school. Dat het nu anders is, is ook wel terecht als je kijkt naar de staat van het onderwijs. Daar wordt aan getwijfeld. En dat moeten we op orde brengen.''

De leerling krijgt uitleg van haar tutor.

Bijles als nieuwe kinderopvang

Toch zijn er volgens Elffers geen aanwijzingen voor dat de groei van het schaduwonderwijs gelijk loopt met een dalende kwaliteit van het reguliere onderwijs. De beperkte data die tot dusver beschikbaar zijn, wijst naar een andere reden. Het lijkt erop dat de kwaliteit van het onderwijs niet gedaald is, maar dat wel de vraag van ouders en leerlingen is veranderd.

Dat er nog veel onderzoek gedaan moet worden naar schaduwonderwijs beaamt Daury Jansen, onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam: ''Doordat het hier om een relatief nieuw onderwerp gaat, is nog weinig tot geen onderzoek gedaan onder leerlingen die geen schaduwonderwijs volgen, bijvoorbeeld om vast te stellen of zij een achterstand oplopen ten opzichte van de leerlingen die dat wel doen. Dat is een belangrijke stap in het vaststellen van de bijdrage van schaduwonderwijs aan kansenongelijkheid in het onderwijs.''

Toch komt Jansen ook met een andere verklaring voor de toename van het schaduwonderwijs. ''Het gaat niet alleen om achterstanden wegwerken of prestaties hooghouden, maar het kan ook een opvangfunctie vervullen. Soms wordt het gebruik van schaduwonderwijs namelijk gezien als een vorm van naschoolse opvang, waar de kinderen al hun huiswerk voor die dag al hebben gemaakt als ze thuiskomen.''

Minderbedeelde kinderen hebben het nakijken

Vanwege een tekort aan onderzoek is het dus nog lastig om met zekerheid te zeggen dat de groei van het schaduwonderwijs bijdraagt aan een afnemende kansengelijkheid. Wel komt uit onderzoek naar voren dat een aantal bijles- en Cito-trainingsprogramma’s zorgen voor betere cijfers en prestaties op school. Een ouder kan dus tot op zekere hoogte zorgen dat zijn of haar kind vooroploopt. En welke ouders kunnen dat het beste doen? Die met genoeg geld om bijlessen te kunnen betalen.

Dit blijkt, niet verrassend, ook uit internationale onderzoeken. Hoe hogeropgeleid en rijker de ouders zijn, hoe meer schaduwonderwijs zij aanschaffen voor hun kinderen. Ze nemen vaker deel aan dure een-op-een programma’s, terwijl kinderen van armere en lageropgeleide gezinnen het hooguit moeten doen met klassikale bijlessen.

Een leerling met een onderwijsachterstand krijgt bijles van Juf Margriet.

Een folder voor de hersteloperatie

 Naast het eventuele ongunstige effect dat het schaduwonderwijs kan hebben op de kansengelijkheid spelen nog twee andere risico’s. Het eerste risico is dat steeds meer leerlingen achterlopen, naar mate meer leerlingen gebruik maken van schaduwonderwijs.

Wanneer een paar kinderen in een klas hier gebruik van maakt, is het effect niet echt te merken. Het wordt pas een probleem als het merendeel van de klas gebruik maakt van bijles. Net als in de sportieve competitie geldt hier: het voordeel van de één is een achterstand voor de ander.

Het tweede risico is iets wat te zien is in landen als Japan en Zuid-Korea, waar het merendeel van de leerlingen al langere tijd schaduwonderwijs volgt: docenten besteden minder tijd en aandacht aan het uitleggen van de lesstof. Ze leunen op het feit dat een merendeel van de klas gebruik maakt van bijles.

Binnen de scholen waar Jeroen Goes leiding aan geeft komt het zelfs voor dat leerkrachten zelf huiswerkinstituten opzetten en dan hun eigen leerlingen na schooltijd begeleiden.

Hij merkt ook op dat er steeds meer scholen zijn die bij het eerste gesprek met de ouders folders meegeven van bijlesinstituten. ''Dat vond ik zo raar. Je krijgt toch ook niet voor je operatie van je behandelende chirurg een folder mee voor de hersteloperatie. Als ouder mag je toch vertrouwen dat het onderwijs op orde is bij een school.''

Een leerling volgt online oefenmateriaal.

Het gevaar van deze ontwikkelingen is dat het gebruik van schaduwonderwijs een voorwaarde kan worden voor een succesvolle schoolloopbaan. De kinderen van minderbedeelde ouders hebben dan het nakijken. Elffers geeft in haar onderzoek aan dat de consequenties hiervan verder gaan dan alleen een oneerlijke verdeling van schaduwonderwijs.

Elffers: ''Als talent wordt aangejaagd met behulp van dure bijlessen en inzet door een ingehuurde kracht wordt bewaakt, zijn zulke waarden in feite te koop. Het gaat hier immers niet om het kopen van een mooie auto of een dure vakantie, maar om het kopen van kansen in een onderwijscompetitie waarop de verdeling van maatschappelijke posities in onze samenleving is gebaseerd.''

Ook Goes onderschrijft dat de huidige ontwikkeling van het schaduwonderwijs ongezond is. ''Schaduwonderwijs is vaak alleen weggelegd voor de mensen die aan het einde van de maand geld overhouden. Daarom hebben we ook gratis onderwijs in ons land, om zo alle kinderen gelijke kansen te bieden. Nu komt de commercie en het geld van de ouders om de hoek kijken. Ja, dan krijg je alleen maar meer ongelijkheid.''

Gelijke kansen voor elk kind een onhaalbare zaak? Wij denken van niet. Daarom gaat HUMAN het land in om naar aanleiding van onze serie Klassen met betrokkenen door te praten over oplossingen. Want dit probleem lossen we alleen samen op. Meepraten of meer informatie? Zoek een Meetup bij jou in de buurt.