Zonder idealen kunnen we niet leven, volgens filosoof Marli Huijer, die op ons Brainwash-festival aan tafel zit tijdens de opname van 'Het filosofisch kwintet'. "Het leven heeft betekenis, omdat je het gevoel hebt dat je iets bijdraagt aan de wereld, aan je omgeving, je familie of je land."

In dit seizoen van 'Het filosofisch kwintet' gaat het over woorden waarmee we worstelen. Dit keer probeert het kwintet de term 'Idealen' opnieuw inhoud te geven. Hoogleraar Publieksfilosofie (EUR) en voormalig Denker des Vaderlands Marli Huijer is één van de tafelgasten. Ter voorbereiding spraken we met haar.

"Om idealen te kunnen bewerkstellingen moet je steeds in gesprek zijn met anderen. Ik ben een voorstander van de benadering van filosoof Karl Popper. Hij sprak over piecemeal social engineering, waarbij je relatief kleine idealen hebt die je uitprobeert. Je zorgt dat je ze altijd kan terugdraaien als ze niet goed uitpakken.

"In onze straat hadden we zo'n experiment. Een architect aan de overkant had bedacht hoe zijn ideale straat eruit zou zien. Dat hebben we een maand uitgeprobeerd: bloembakken op parkeerplaatsen, meer bankjes op de stoep... Door dit experiment kwam het denken van veel mensen op gang. Sindsdien zijn we als bewoners in gesprek over waar we heen willen.

"Ook ik had ineens veel meer contact met mijn buren. Dat was erg leuk, soms een tikkeltje benauwend, maar het zette ons in ieder geval aan het denken over hoe de straat kan worden ingericht. Het zijn kleine oplossingen voor grote problemen. Zo kun je veilig uitproberen wat wel en niet kan."

Over Marli Huijer

Marli Huijer is hoogleraar publieksfilosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Van 2015 tot 2017 was zij Denker des Vaderlands.

Hoe heeft het woord 'idealen' zich ontwikkeld?

"Na de oorlog heerste in Nederland het ideaal om het land weer op te bouwen. De sociale cohesie was groter dan nu, ook in andere landen. Het ideaal van 'nooit weer' leidde tot de oprichting van de Verenigde Naties. Men wilde voorkomen dat zo'n catastrofe nog eens gebeurde. Zo vlak na de oorlog was het wederopbouwideaal nog vooral materialistisch: meer welvaart.

Vanaf de jaren zestig zie je een tegenreactie van de plots veel rijkere en vrijere generatie die een wereld wilde waar het niet alleen om materie draait. Weg met alle oorlog, in Europa en Vietnam. Ze geloofden in het goede van de mens. Het was een idealistische drive, die in de jaren zeventig steeds politieker werd.

Er ontstonden bewegingen tegen kernenergie, voor een beter milieu, de vrouwenbeweging, de krakersbeweging, noem maar op. Allemaal gedragen door grote verhalen. Het liefdevol met elkaar omgaan is daar veel minder sterk in aanwezig. Geweld werd soms niet geschuwd om het ideaal te bereiken."

Tekst gaat verder na afbeelding

Vrouwen protesteerden in 1971 om de pil in het ziekenfonds te krijgen.

En hoe zat dat met de filosofie?

"Ook in de filosofie ontstond een tegenbeweging. Jean-François Lyotard schreef eind jaren zeventig dat de grote verhalen en idealen zélf het kwaad zijn. Omvattende idealen werden als iets gevaarlijks beschouwd. Ook Hans Achterhuis die eerder het geweld tegenover koloniale overheersers verdedigde, waarschuwde tegen het utopische denken.

Grote verhalen als het communisme en zelfs 'het' feminisme raakten uit de mode. Na de val van de Muur in 1989 werden politieke idealen verdacht, omdat ze geen levensvatbare politieke systemen opleverden. 

Pas nu weer zeggen mensen als Rutger Bregman: 'Waarom zouden we eigenlijk geen idealen mogen hebben?' Ik heb het idee dat de financiële crisis van 2008 een nieuw kantelpunt is. Dat we elkaar met idealen er doorheen kunnen helpen.

Het idee dat we welvaart hadden, en alles wel goed was, bleek niet te kloppen. De klimaatcrisis, maar ook de opkomst van rechts-nationalisme, of zelfs de komst van grote aantallen vluchtelingen, maakt dat jongeren weer politiek betrokken raken. Ze vragen zich af hoe we de wereld op z'n minst niet slechter kunnen laten worden."

Die nieuwe idealen lijken soms behoorlijk dogmatisch.

"Dat blijft het ambivalente van idealen: ze kunnen zowel het goede als het kwade brengen. Zodra ze te omvattend worden en je niet meer bereid bent om erover in gesprek te gaan, loop je risico. Zelf heb ik een behoorlijk sobere levensstijl, en leef vrij klimaatvriendelijk. Maar daar loop ik niet graag mee te koop, al ontkom ik er niet aan daarover te spreken nu iedereen daar mee bezig is.

Ik wil niet als een soort heilige overkomen, dus ik kies mijn woorden zorgvuldig. De verleiding is groot om het gelijk aan mijn zijde te krijgen. Maar daarmee sla je de discussie dood, en juist dat is gevaarlijk. Als filosoof en als mens mag ik mijn levensstijl niet als dogma aan anderen opleggen.

Net zo goed als dat je moet nadenken over hoe een ideaal uitpakt in de praktijk. Als je het opdringt, kan het desastreus uitpakken. Mensen zullen in verzet komen, en dan heb je alleen nog geweld om het ideaal - dat verworden is tot ideologie - op te leggen."

Hoe verhouden compromissen zich tot idealen?

"Compromissen sluiten zit in ons politieke stelsel ingebouwd. Maar je moet als partij wel uitleggen hoe je idealen zijn vormgegeven bij het sluiten van compromissen. De kiezer begrijpt wel dat je niet honderd procent van jouw ideaal er doorheen kan drukken. 

Er zijn rechts-nationalistische partijen die het liefst grenzen potdicht willen, of geen enkele moskee meer willen zien. Maar omdat wij in Nederland een meerpartijenstelsel hebben moeten ook deze partijen genoegen nemen met compromissen. Als een partij als de Lega in Italië een absolute meerderheid zou hebben gekregen na hun laatste crisis, zouden zij hun idealen kunnen doordrukken. Dat zou dan voor minderheden en migranten desastreus uitpakken."

Tekst gaat verder na afbeelding

Victor Orbán kan vrij makkelijk anti-democratische maatregelen nemen, en zijn idealen waarmaken.

"Kijk hoe de Fideszpartij in Hongarije een groot aantal anti-democratische maatregelen kan nemen. Dat past bij de idealen van Victor Orbán en andere rechts-nationalisten, maar niet bij die van de Europese Unie. Conservatief en nationalistisch-rechts zijn op dit moment beter in het formuleren van hoop en idealen, dan links. Daar waarschuwde de filosoof Susan Nieman al voor.

Ik denk dat het vertellen van verhalen, groot en klein, een belangrijke rol speelt als het gaat om idealen. Juist ook kleine verhalen, die vertellen hoe dingen goed zijn verlopen. Denk aan het waargebeurde verhaal van Rutger Bregman over een aantal jongens dat op een onbewoond eiland terechtkwam en overleefde dankzij hun goede samenwerking. Dat is spiegelbeeldig aan het fictieve verhaal in 'Lord of the flies' van William Golding, dat eindigt in geweld. 

Het verhaal van Bregman is een klein aansprekend verhaal dat geen groot ideaal formuleert. Maar het inspireert mensen wel om samen te werken. Dat is een hele andere manier van nadenken over idealen.

Samen met historicus Philipp Blom, filosoof en pedagoog Stijn Sieckelinck en filosoof Kwame Anthony Appiah is Marli Huijer te gast in 'Het filosofisch kwintet' over 'Idealen', een woord waar we mee worstelen. De aflevering wordt opgenomen op het Brainwash Festival, op 26 oktober in Amsterdam.

Kijk zondag 27 oktober om 17:10 uur naar NPO 2.

Ook interessant