“We moeten kijken naar wie de baas is," zegt promovendus ethiek en economie Savriël Dillingh. "Zijn dat de aandeelhouders? Of moeten wij eigenlijk ook een beetje de baas zijn over Shell, omdat wij beïnvloed worden door haar beslissingen?” HUMAN spreekt Dillingh, die te gast is in de derde uitzending van Het Filosofisch Kwintet, over het algemeen belang in de economie.

'Hebberigheid is goed,' dat zijn de gevleugelde woorden van zakenman Gordon Gekko in de film Wall Street, gespeeld door Michael Douglas. Het is een extreme variant van het klassieke economische idee dat als je je eigenbelang nastreeft, het algemeen belang vanzelf gediend wordt.

Maar hoewel het idee van de markt volgens promovendus ethiek en economie Savriël Dillingh, een onweerstaanbare aantrekkingskracht heeft, biedt het geen oplossing voor hedendaagse problemen als klimaatverandering en groeiende ongelijkheid.

Welke rol speelt het algemeen belang in de economie?

"In economische termen wordt het algemeen belang meestal begrepen als welvaart en het vervullen van je voorkeuren. Volgens de neoklassieke economie, die sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw dominant is, is er helemaal geen spanning tussen het algemeen belang en het eigenbelang.

Als je je eigenbelang nastreeft, zou dat ervoor zorgen dat ook het collectief bediend wordt. Dat idee gaat terug naar Adam Smith, die al zei dat we niet moeten rekenen op het altruïsme van de bakker of slager, maar op zijn eigenbelang. Bijvoorbeeld: Ik wil een paraplu kopen, want het regent buiten. Voor een parapluverkoper is het dan efficiënt om zijn prijs omhoog te gooien, maar hij moet ook in competitie met andere verkopers.

In theorie zorgt dat ervoor dat je op een evenwicht uitkomt, waarbij de prijs weer omlaaggaat. Het idee dat alles helemaal aan de markt overlaten het algemeen belang zou dienen, neemt vrijwel niemand meer serieus. Kijk bijvoorbeeld naar wat er met het klimaat is gebeurd in de afgelopen vijftig jaar."

Volgens dat uitgangspunt brengt de markt het algemeen belang voort?

"Ja. De markt zou de meest efficiënte manier zijn om productie en consumptie te coördineren. Pas daar waar de markt iets niet kan oplossen, moet de overheid inspringen. De wiskunde hierachter is schitterend, dat vergeten we soms. Maar het is het uiteindelijk wel een abstractie van de werkelijkheid – dat zeggen economen zelf ook.

De algemene ongelijkheid is intussen groter geworden. Het idee is dat er alleen winnaars zijn, maar er zijn wel degelijk verliezers: de mensen aan de onderkant van de economische ladder, of uit ontwikkelingslanden waar we onze sweatshops opzetten. De Wereldbank zegt dat zelfs de allerarmsten rijker zijn geworden. Uiteindelijk zijn de allerarmsten er de afgelopen zeventig jaar maar enkele centen op vooruit gegaan. Terwijl de allerrijksten er gigantische bedragen bij kregen.

Er zijn zat mensen die zeggen: als er een efficiënte markt is, iedereen precies krijgt wat hij wil, en autonome individuen uit vrije wil arbeidscontracten tekenen, hoe kan je dan van ongelijkheid spreken? Maar het gaat erom hoe je het algemeen belang definieert. Voor mij gaat het over in een gemeenschap kunnen leven. Want burgers ben je met elkaar, een consument ben je alleen."

Moeten we grenzen gaan stellen aan die oneindige groei?

"Absoluut. De vraag is: wordt het hervorming, of revolutie? Ethicus Ingrid Robeyns pleit voor limitarisme: een bovengrens aan rijkdom. Als zoveel mensen in armoede leven, terwijl anderen verschrikkelijk rijk zijn, kun je moreel niet stellen dat het goed is als je twee jachten en een privéjet hebt. Daarnaast is er nog het klimaatargument – de rijkste één procent stoot de meeste CO2 uit. Maar zelf vind ik politieke gelijkheid het belangrijkste argument.

In Amerika zie je dat de superrijken het politieke proces het meest kunnen beïnvloeden, doordat bedrijven ongelimiteerd mogen doneren aan politieke campagnes. Ook in Nederland zie je: hoe meer geld, hoe meer politieke macht. Bij ons heet dat geen corruptie, maar lobbyen. Als je het belangrijk vindt dat we politiek gezien gelijk zijn, of evenveel macht hebben, moet je de superrijken korten, omdat ze het politieke proces vervuilen."

Moeten we anders gaan nadenken over eigendom?

"Sinds de val van de Berlijnse muur, op 9 november 1989, kunnen we daar bijna niet meer over praten. Enigszins terecht, omdat er verschrikkelijke dingen zijn gebeurd in de Sovjet-Unie. Maar we moeten met elkaar weer een gesprek gaan voeren over eigendom, want daar gaat het uiteindelijk over.

Het is makkelijk om te denken dat de wereld nu eenmaal werkt zoals die werkt: het is rechtvaardig dat de CEO van Shell de CEO van Shell is, omdat hij daar hard voor gewerkt heeft en het verdiend heeft. Maar je kunt ook denken vanuit het algemeen belang: wat is het beste voor ons allen? Dat besef groeit, dat zie je aan de mensen die zichzelf vastketenen op de snelweg. De vraag is: wat dan? Hoe ziet het alternatief eruit? Ik denk dat we ons moeten focussen op een daadwerkelijk gelijkwaardige economie."

Savriël Dillingh is te gast bij Clairy Polak in Het Filosofisch Kwintet, samen met econoom Fieke van der Lecq, classicus Tazuko van Berkel en filosoof Jelle van Baardewijk.

Hoe ziet een gelijkwaardige economie eruit?

"Dat je allemaal zowel de baten als de lasten van een economie draagt. Je hebt zeggenschap over hoe we de boel runnen met elkaar. Voor mij is de democratisering van de werkplek daarbij de eerste stap. Je kunt op een herverdelende manier naar eigendom kijken, zoals met een basisinkomen of een andere belastingstructuur. Maar uiteindelijk laat je dan de productiemiddelen - om een marxistische term te gebruiken - ongeroerd.

Wat nou als we het heel anders doen, zoals met een aandeelhoudersmodel? Dat je zegt: wij hebben er allemaal baat bij dat we genoeg aardgas hebben, dus moeten we allemaal aandeelhouder zijn. Of dat je, als je ergens werkt of economisch bijdraagt, ook automatisch zeggenschap hebt. Het is raar dat we  leven in een representatieve democratie waarin we door te stemmen mogen bepalen wie de beslissingen voor ons maakt, maar je zodra je ’s ochtends naar je werk gaat opeens niks meer te zeggen hebt. We moeten kijken naar wie de baas is. Zijn dat de aandeelhouders? Of moeten wij eigenlijk ook een beetje de baas zijn over Shell, omdat wij beïnvloed worden door haar beslissingen?"

Het is best moeilijk voor te stellen dat een multinational als Shell, publiek zou kunnen worden toch?

"Het woord privaat impliceert dat het dan maar publiek moet zijn. Maar dat volgt niet meteen. Er zijn meerdere manieren om eigendom te verdelen. Denk aan de ‘meent’, een stuk grond dat gemeenschappelijk eigendom is van de gemeenschap die er het meeste door wordt beïnvloed. De supermarkt bij mij om de hoek wordt dan ‘onze’ supermarkt. Niet van de staat, niet in private handen, maar de gemeenschap.

Bedrijven zijn momenteel de meest machtige politieke actoren ter wereld. Menig groot bedrijf, denk aan Apple of Walmart, is machtiger dan kleine staten, omdat ze zoveel geld verdienen en transnationaal zijn. Ze hoeven nergens verantwoording hoeven af te leggen, omdat ze nergens bij horen. Als we daar beginnen, kunnen we de ongelijke politieke macht beter herverdelen."

Het Filosofisch Kwintet

Ikke, ikke, ikke en de rest…?

Als iedereen diens eigenbelang nastreeft, dan komt dat ons allen ten goede, zeiden de klassieke economen al. Maar is dat wel zo? Ongelijkheid kan publieke belangen ook onder druk zetten. Moeten we anders naar onszelf en onze relatie tot de economische ordening leren kijken? Met o.a. econoom Fieke van der Lecq en classica Tazuko van Berkel.

Dit is ook interessant