Dirk Volkertsz. Coornhert (1522 – 1590)
Voor tolerantie en redelijkheid
Coornhert groeit op in de Warmoesstraat in Amsterdam. Het familiefortuin gaat aan zijn neus voorbij, als hij op jonge leeftijd trouwt met een twaalf jaar oudere vrouw uit Haarlem. Hij wordt door zijn moeder onterft. ‘Verkiezen doet verliezen’, luidt sindsdien zijn lijfspreuk.
Coornhert heeft vanwege zijn keuzes veel verloren. In een tijd van religieus fanatisme, met de Beeldenstorm als dieptepunt, pleit Coornhert voor tolerantie en redelijkheid. Calvinisten moeten niets van hem hebben, omdat hij zich tegen predestinatie keert. De mens is vrij, stelt Coornhert, om met behulp van de rede zijn eigen keuzes te maken.
Maar ook bij katholieken zet hij kwaad bloed. Hoewel Coornhert van huis uit katholiek is, noemt hij de kerk corrupt. De katholieke Spanjaarden zetten hem in 1567 gevangen in de Gevangenpoort van Den Haag, omdat hij een belangrijk adviseur is van de opstandeling Willem van Oranje.
Coornhert leert Willem van Oranje kennen in 1561, nadat hij zich had opgewerkt tot stadssecretaris van Haarlem. Hij is een man van vele talenten. Hij is etser en graveur. Hij speelt fluit en luit, en schrijft gedichten. Bovendien is hij een uitstekend schermer.
Tijdens zijn verblijf in de Haagse gevangenpoort schrijft Coornhert zijn Boeventucht. Daarin betoogt hij dat het geen zin heeft had om gevangenen te onderwerpen aan lijfstraffen. Het strafrecht moet niet zijn gebaseerd op wraak of vergelding, maar op rationele overwegingen. Zet gevangenen liever aan het werk, dan heb je nog wat aan ze. Het Rasphuis in Amsterdam is gebouwd naar zijn ideeën.
Na zijn gevangenschap in Den Haag, vlucht Coornhert naar Duitsland, waar hij vier jaar in ballingschap zal verblijven. In 1576 vestigt hij zich in Haarlem, waar hij zijn belangrijkste werk schrijft over Wellevenskunst. Het is een boek over humanistische ethiek. Zoals al zijn werken is het in het Nederlands geschreven, en niet in de elitetaal Latijn. Boeken moesten volgens hem voor iedereen toegankelijk zijn.
Als in Haarlem in 1581 het katholicisme wordt verboden, pleit hij principieel voor geloofsvrijheid. In 1585 vlucht hij voor een laatste keer naar het tolerantere Gouda. Zijn in steen gebeiteld portret siert er nog steeds de gevel van zijn laatste woonhuis.