Ayn Rand (1905-1982)
Grondlegger van het objectivisme
Romanschrijver en filosoof Ayn Rand emigreert in 1925 vanuit de Sovjet-Unie naar Amerika. Individuele vrijheid is de leidraad in haar leven en werk, het communisme vindt ze daarom verwerpelijk.
In 1957 verschijnt haar roman Atlas Shrugged, door de lezers van Time Magazine uitgeroepen tot het één na belangrijkste boek van de twintigste eeuw. Alleen de Bijbel is belangrijker. De boektitel verwijst naar de Griekse mythe, waarin Atlas de wereld op zijn schouders draagt. Rand ziet de scheppers van de welvaart als moderne Atlassen, en beschrijft welke drama’s het op gaat leveren als zij in staking zouden gaan.
Voor Rand is egoïsme een morele deugd. Altruïsme maakt volgens haar passief. Wie hulp accepteert, onderwerpt zichzelf immers aan wat een ander wenst te geven en onderneemt zelf niets meer. Dat gaat ten koste van creativiteit, en betekent het einde van een welvarende samenleving. Dat klinkt meedogenloos, maar voor Rand is het volkomen rationeel.
Ayn Rand wordt zowel gehaat als bejubeld. Zij inspireert door haar optimisme over de mogelijkheden van de mens. Zij doet een beroep op eigen verantwoordelijkheid en creativiteit. Wie verantwoordelijkheid neemt voor zichzelf neemt verantwoordelijkheid voor de samenleving.
Rand ontkent dat haar filosofie – die ze objectivisme noemt – de samenleving zou verwoesten, vanwege doorgeschoten egoïsme. Integendeel: alleen een samenleving van trotse individuen, die hun eigen levensgeluk najagen en verstand verkiezen boven vals sentiment, is rechtvaardig en harmonieus. Alle andere vormen leiden tot geweld.
Volgens Rand dient de staat een minimale rol te spelen. Slechts het beschermen van enkele individuele rechten – zoals lijfsbehoud en bezit - is moreel toegestaan. Alle verdere bemoeienissen gaan ten koste van ondernemerszin en creativiteit. Bemoeienis met de vrije markt is uit den boze.