In Over Leven vraagt Coen Verbraak zijn gasten wat hun leven zin geeft. Maar in hoeverre brengt werk ons zingeving? Een groot deel van ons leven brengen we immers werkend door. We vroegen het aan Jelle Wiering, die voor zijn antropologische onderzoek regelmatig de drek intrekt en poepscheppend nadenkt over zingeving.

Waarom werken mensen überhaupt? En wat beweegt mensen om te kiezen voor het werk dat ze doen? Dit soort vragen onderzoekt dr. Jelle Wiering aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij eveneens docent is van de master Werk en Zingeving, die sinds september 2021 loopt in Groningen.

En Jelle schept poep, dat ook nog. Dit doet hij in het kader van zijn onderzoek op een ezelopvang in Utrecht, waar hij probeert te ontdekken wat zijn collega’s drijft en op welke manier hun werk hen betekenis geeft.

Je onderzoekt zingeving in werk op een ezelopvang, hoe kwam je daarbij?

"Werk en zingeving zijn zowel in de academische wereld als in de samenleving thema’s waar steeds meer over gesproken wordt. We koppelen dat snel aan grotere diepe levensvragen, terwijl het niet zo abstract hoeft te zijn. Als je bijvoorbeeld werkt in een hospice, waar je mensen ondersteunt aan het einde van hun leven, is zingeving in je werk wellicht duidelijker. Terwijl ik denk dat veel banen met zingeving te maken hebben. Ik wilde dit onderzoeken op een plek waar mensen minder in hun hoofd en meer fysiek bezig zijn.

Eigenlijk wilde ik onderzoeken wat het tegenovergestelde is van een bullshitbaan. Die term komt van de antropoloog David Graeber die in zijn onderzoek ontdekte dat steeds meer mensen hun werk als nutteloos ervaren. Dat als hun baan niet meer zou bestaan, het werkelijk geen fluit zou uitmaken voor de samenleving. Veel mensen vonden dit van zichzelf. Dat intrigeerde me.

Want bestaat de ultieme baan waar mensen betekenis vinden? Daarvoor wilde ik naar een plek waar mensen niet komen voor het geld – want dan kon ik kennis opdoen die voor andere banen nuttig kan zijn. Ik wilde onderzoek doen in een dierentuin, maar daar vond ik geen plek. Zo kwam ik op een ezelopvang terecht. Hier kom ik veel dingen tegen die ik niet had verwacht."

Wat kwam je tegen?

"Als ik daar rondloop, wil ik de hele tijd nuttig zijn, dingen doen. Terwijl vrijwilligers tegen mij zeiden: 'Nee, we gaan eerst even koffiedrinken.' We beginnen de dag met een half uur koffiepauze. In het begin dacht ik: Wat is dit nou? Ik wil dingen doen, meteen aan de slag. Maar eigenlijk is het heel prettig om de tijd te nemen, je leert elkaar heel goed kennen. Ik denk dat zij inmiddels meer van mij weten dan veel collega’s op de universiteit.

Ik vroeg een collega op de opvang wat het werk betekenis geeft. Die antwoordde: ‘Mensen komen hier om iets goeds te doen, en om bezig te zijn.’ Dat vond ik heel mooi, vooral omdat er geen complexe taal achter zit, maar dat het gewoon zo basaal kan zijn.

Veel mensen komen daar om gewoon bezig te zijn, maar ook om met gelijkgestemden samen te zijn en dingen op te knappen. Volgens mij is het ‘met z’n allen bezig zijn’ belangrijker voor zingeving dan een resultaat behalen."

Hoe kijk jij naar het fenomeen bullshitbaan?

"Het lastige is: wie bepaalt dat je baan een bullshitbaan is? Volgens David Graeber mag de persoon die de baan heeft dat zelf definiëren. Dat lijkt een goede oplossing, maar hoe kun je zelf beoordelen of je werk iets toevoegt of niet?

Als ik kijk naar mijn eigen werk in het onderwijs, zie ik concreet het nut er wel van in. Maar ik schrijf theoretische publicaties, en als je er kritisch naar kijkt, kun je zeggen dat wellicht zo’n honderd mensen het zullen lezen, maar voor de rest eigenlijk best bullshit is. Ik stop daar heel veel tijd in, zo wordt in september iets gepubliceerd waaraan ik zeven jaar heb gewerkt. Het staat online, maar hoeveel mensen zullen het nou lezen?"

Neig je nu ook meer naar werken met je handen?

"Ik kan me goed voorstellen dat je van werken met je handen een gelukkiger leven kan hebben. Alleen, ik doe zelf graag iets waar ik mezelf goed in vind. En ik ben echt niet goed met mijn handen. Ik merk dat tijdens het werk op de opvang. Mijn collega’s hebben heel handige manieren om met de dieren om te gaan, maar ik ben gewoon een houten klaas.

Als ik op de universiteit werk, voel ik me als een vis in het water, omdat ik een denker ben. Maar ik zie wel veel voordelen van met je handen werken, je bent fysiek bezig en wordt uit je hoofd gehaald."

Hoezo is zingeving in werk eigenlijk een specialisatie geworden op de universiteit?

"Sinds twee jaar is er aan de universiteit in Groningen het mastertraject Werk & Zingeving. Het is een thema waar je steeds meer over hoort. Misschien is het wel een luxeprobleem, dat we nu als samenleving de tijd hebben om daarmee bezig te zijn, nu veel zwaar werk gedaan wordt door robots.

Ik denk dat steeds meer mensen hun werk niet kiezen om het geld, dat ze een beter betaalde baan zouden laten liggen als ze de baan minder belangrijk vinden. Misschien is het de bubbel waar ik in zit, maar ik denk dat mensen het steeds belangrijker vinden dat ze met hun werk bijdragen aan een betere wereld.

Betekenis in je werk vinden kan zich op veel verschillende manieren uiten, dat hoeft niet altijd te gaan om de taak die je hebt. Vanochtend barstte een collega in tranen uit, omdat die privé met iets ernstigs zat. Op dat moment troost je die persoon, je denkt daar niet per se over na. Maar achteraf is dat misschien wel een heel zinvol moment. Omdat je er dan bent voor een ander."

Zowel bij de hospice als de anekdote over een huilende collega is het belangrijkste dat je er bent voor een ander.

"Misschien gaat zingeving in je werk er ook om of je misbaar bent. Niet per se voor een ander, maar het idee dat als jij er niet bent dat er dan iets misgaat. Nu ben ik op mijn onderzoeklocatie wel heel misbaar, omdat ik niet de handigste ben. Daarom bied ik aan om de rotklusjes te doen. Dat zullen andere mensen waarderen, want niemand vindt het leuk om poep in de poepcontainer aan te stampen. Dat is echt ranzig werk.

Op dat moment voel je je gewaardeerd, omdat je iets doet wat andere mensen niet willen doen. Maar goed, dan kom je toch weer bij de ander uit. Dat je iets voor een ander wil doen en met je aanwezigheid iets wil nalaten. Het denken over zinvol werk kan heel filosofisch worden. Het nadeel van filosofie is dat je geneigd bent om het heel cognitief aan te pakken, waardoor je de lichamelijke component mist. Er zijn niet veel filosofen die op een ezelboerderij in een poepcontainer staan te springen, laat ik het zo zeggen."

Jelle Wiering

Is het zoeken van zingeving in je werk iets dat vooral is toebedeeld is aan meer welgestelde mensen?

"Als je minder kansen hebt, kies je misschien eerder voor een baan waar je meer verdient dan waar je de meeste zingeving uit haalt. Maar het gaat ook over de invulling van dat werk. Marjolein Lips-Wiersma, een professor uit Nieuw-Zeeland, beargumenteert dat je zingeving in werk niet als luxeprobleem kunt zien, omdat dat eigenlijk een arrogant standpunt is.

Ga maar eens met de mensen praten die dirty work doen, werk dat de samenleving liever niet doet omdat het moraal, sociaal, of fysiek besmet is. Denk aan de casino-eigenaar, een butler, of vuilnisophaler. Die vinden ook betekenis in hun werk. Dus aan de ene kant is het een luxe om zingeving in je werk te zoeken, maar in elke baan kun je wel iets vinden dat voor jezelf betekenis geeft.

En wie bepaalt wat zingeving is? Dat ligt ook aan hoe die persoon de wereld überhaupt bekijkt. Waar je opgroeit, of je een man of een vrouw bent, het maakt allemaal gigantisch uit in hoe je zingeving ervaart. En ook voor wat we überhaupt zien als werk. Is werk iets dat betaald is? Want je kinderen opvoeden is ook werk."

Wat maakt lichamelijk bezig zijn uit voor de mate waarin je zingeving in je werk ervaart?

"Het lichamelijke wordt in Nederland heel erg onderschat, op alle vlakken, maar zeker ook in werk. We zijn zo veel bezig met denken, dingen vragen aan elkaar, het voeren van gesprekken; allemaal talige en cognitieve dingen, terwijl er minder aandacht voor de lichamelijke component is.

Dat is ook waarom ik je vroeg om af te spreken voor dit interview en geen telefonisch gesprek te hebben, want je mist allerlei dingen als je elkaar niet ziet. Dat je nu lacht bijvoorbeeld...

Vooral tijdens corona, toen iedereen thuis werkte, vond ik mijn werk veel minder leuk. Je voelt minder goed aan hoe het met iemand gaat als je elkaar niet in het echt ziet. We zitten te veel, dat is een gegeven. Maar hoe je lichamelijk je werkdag doorkomt, dat vind ik een heel interessant gegeven. Wanneer lach je, hoe is je interactie met anderen, hoe beweeg je... Het is een gemis dat het lichaam en het lichamelijke plezier een minder prominente positie heeft in onze samenleving.

Ik zou lezers dan ook graag willen oproepen om na te denken over het lichamelijke van hun werk. Hoe ruiken je collega’s? Herken je hun stem en weet je wanneer het afwijkt, bijvoorbeeld als ze moe zijn of er iets is? Ook als je dagen achter de computer zit doe je lichamelijk werk.

Wanneer je je daar meer bewust van bent, kunnen we hopelijk voorkomen dat we eindigen als Emma, de representatie van hoe we er over twintig jaar uit zouden kunnen zien als we blijven werken met een slechte werkhouding en slecht ingestelde werkplekken."

Het bedrijf Fellowes ontwierp Emma, een levensgrote weergave van hoe we er over 20 jaar uit zouden kunnen zien als we blijven werken met een slechte werkhouding en slecht ingestelde werkplekken.

Kijk Over Leven

Elke woensdag om 20:25 uur op NPO 2

Kijk Over Leven met Coen Verbraak, waarin hij praat met elf uiteenlopende gasten als zangeres Naaz Mohammad, topadvocaat Gerard Spong, voetbalcoach en voormalig international Vera Pauw en politicus Lisa van Ginneken over wat het leven - ondanks alles - de moeite waard maakt. Elke woensdag om 20:25 uur op NPO 2, luister de lange versies van de gesprekken via de podcast, of stream via NPO Start.

Meer over Over Leven