De gevaren die vrouwen op de vlucht naar Europa meemaken, zijn heftig. In Along the Way zien we hoe Afghaanse zussen Zahra en Fatima te maken krijgen met mensensmokkelaars en drugsdealers. Onderweg raken de zussen de rest van hun familie kwijt. Het zijn gevaren die Jamal Khezirpour maar al te bekend voorkomen. De 44-jarige Iraniër vluchtte in 2015 naar Nederland, zijn vrouw overleefde eenzelfde reis niet. Omdat hij bewustzijn wil creëren over de gevaren voor mensen op de vlucht, deelt hij zijn verhaal.

“In Iran woonde ik met mijn drie kinderen, hun moeder is in 2011 overleden door een medische fout tijdens een operatie. We woonden in Ahwaz, in de streek Khuzestan in het zuidwesten van Iran waar de Arabische minderheid leeft waartoe ik behoor. Mijn tweede vrouw, Zahra, leerde ik pas kennen toen ik in Nederland aankwam. Zij woonde in Ahwaz, ik kwam met haar in contact via social media.

Ik liep in 2015 mee in een demonstratie. Hier is dat normaal, maar in Iran ben je dan tegenstander van het regime en willen ze je uit de weg ruimen. Zodra je in protest komt, is je leven in gevaar. Ik heb me in Iran drie maanden moeten verbergen voor het regime, omdat ik een politiek activist was. Toen ik een veilige route vond om te vluchten, heb ik mijn oudste zoon meegenomen, hij was toen vijftien en ik wilde voorkomen dat hij op zijn achttiende vanwege de dienstplicht in het leger zou moeten. Mijn jongste kinderen waren twaalf en tien. Ik heb hen ondergebracht bij hun oma, omdat de reis voor hen te gevaarlijk zou zijn. Later zijn ze bij mijn tweede vrouw Zahra gaan wonen.

In oktober 2015 reisden mijn oudste zoon en ik illegaal van Iran naar Turkije. Het is echt een gevaarlijke route, we waren bang om opgepakt te worden in Iran, maar ook in Turkije. We wisten niet of we in Iran vermoord of gearresteerd zouden worden. En als we in Turkije opgepakt zouden worden, zouden ze ons waarschijnlijk terugsturen. Daarnaast is het een hele lange route, die we lopend door de kou moesten afleggen. We moesten door rivieren zwemmen en over bergen klimmen.

We kwamen in Turkije aan en na een kort verblijf in Istanbul namen we de boot naar Griekenland. Die overtocht was gevaarlijk, we voeren urenlang in de nacht. Het was koud en het begon te regenen. Uiteindelijk moesten we gered worden door de Griekse kustwacht. Na een lange route door Europa, veel lopend, soms met een auto van een smokkelaar, kwamen we in Nederland aan. Eenmaal hier voelde ik me veilig, maar het trauma dat ik inmiddels had opgelopen, was groot. Ik vroeg me steeds af: zit het echt goed? Het was moeilijk te bevatten dat ik nu in een veilige omgeving was.

Het heeft zes jaar geduurd voordat ik een verblijfsvergunning kreeg, mijn aanvraag werd meerdere keren geweigerd door de IND. In die periode stond niet alleen mijn leven en dat van mijn oudste zoon stil, maar ook het leven van mijn twee jongste kinderen. Ze waren in 2018 ons achterna gevlucht, toen ze zestien en dertien jaar oud waren, en ze reisden met een smokkelaar de grenzen over. Helaas strandden ze in een vluchtelingenkamp voor minderjarigen in Roemenië. Daar hebben ze drie jaar gezeten. We konden pas herenigd worden in Nederland toen ik mijn verblijfsvergunning kreeg.

Jamal Khezirpour (tweede van links) met van links naar rechts zijn zoons, Abas (22), Reza (20) en Hashem (17), op het moment dat zij Reza en Hashem ophaalden van het vliegveld, in 2021.

Toen ik net in Nederland was, leerde ik Zahra kennen. We ontmoetten elkaar via social media, ze woonde op dat moment ook in de streek waar ik vandaan kom. Na overleg met onze families zijn we een relatie aangegaan en werd ze - op afstand - mijn vrouw. Voordat mijn kinderen Iran zijn uitgevlucht, woonden ze bij haar in huis. Mijn kinderen konden naar Nederland komen, toen ik in 2021 mijn verblijfsvergunning kreeg. En toen ik een contract kreeg bij een werkgever en een huis in Rotterdam vond, kon ik een aanvraag doen voor gezinshereniging. In december 2021 ging de IND akkoord met de aanvraag.

Zahra had een afspraak met de Nederlandse ambassade in Iran om een visum te regelen. Dat lukte, en twee dagen later zou ze met het vliegtuig naar Nederland komen. Maar op het vliegveld van de Iraanse hoofdstad Teheran werd haar paspoort bij de douane ingenomen. Ze namen haar apart in een kleine kamer, waar de inlichtingendienst van Iran zat. Als in hun systeem reizigers opduiken die gesignaleerd staan, worden ze daar ondervraagd. Ze zagen haar als tegenstander van het regime en verboden haar naar Nederland te reizen.

Tegen mijn vrouw werd een procedure gestart bij de revolutionaire rechtbank in Iran. Daar kom je terecht als je als politieke tegenstander wordt gezien, en daar krijg je meestal tien tot twintig jaar gevangenisstraf, of je wordt ter dood veroordeeld. Het was een heel gevaarlijke situatie voor Zahra, daarom wilde ik dat ze zo snel mogelijk naar Nederland zou komen. Ze is gaan onderduiken en ik nam contact op met de IND. Die gaven aan dat ze naar Turkije kon reizen en daar een visum en een noodpaspoort zou krijgen.

Ze moest dezelfde gevaarlijke route afleggen die mijn kinderen en ik hebben genomen, door de bergen in het grensgebied. Daarom vroeg ik mijn broer om met haar de reis te maken, zodat hij haar kon beschermen. Ik weet hoe zwaar en gevaarlijk de reis is, al helemaal voor vrouwen. Ondertussen zou ik naar Turkije reizen, zodat ik haar zou kunnen opvangen. Het zou de eerste keer zijn dat we elkaar in het echt zouden zien. Terwijl ik incheckte op Schiphol, kreeg ik te horen dat Zahra en mijn broer, met de groep mensen met wie ze vluchtte, aan de grens met Turkije was gearresteerd en teruggestuurd naar Iran.

Toen ze in Iran aankwamen, zagen ze soldaten lopen en besloten zich te verstoppen in de bergen. Ze waren bang om te worden opgepakt. Het was begin januari, het was ontzettend koud en ze konden geen kant op. Op 13 januari 2022 werden hun lichamen gevonden, ze waren door de kou overleden.

De bewoners uit een nabijgelegen dorp vonden de lichamen van Zahra, mijn broer en de mensen met wie zij reisden. De beelden die zij van hen maakten gingen viraal, ik heb ze zelf ook gezien.

Het doet ontzettend veel pijn dat we elkaar nooit hebben ontmoet, en ik voel me schuldig tegenover de familie van mijn broer. Mijn psycholoog zegt dat ik beter niet kan werken vanwege mijn trauma, maar ik doe het toch omdat ik de vier kinderen van mijn broer wil ondersteunen. Door mijn toedoen leeft hun vader niet meer, zo zie ik dat.

Zahra is 31 jaar oud geworden, haar lichaam is in Iran begraven. Ik vind het belangrijk om haar verhaal te delen zodat mensen weten wat in landen met een dictatoriaal regime gebeurt. En ik hoop dat het proces voor mensen die in Nederland als vluchteling aankomen beter geregeld zal worden. In de zes jaar dat ik in asielzoekerscentra woonde, kon ik niets doen met mijn leven. Niet studeren, niet werken, niet meedoen in de samenleving. Ik heb mijn kinderen jaren niet kunnen zien. En wat als Zahra eerder naar Nederland had kunnen komen?

Met mijn kinderen gaat het goed, ze studeren hier en kunnen Nederland hun thuis noemen. Ik probeer met mijn trauma’s verder te leven, mijn psycholoog helpt me daarbij. De kracht om door te gaan vind ik in het zorgen dat mijn familie en die van mijn broer, niks tekortkomen.”

Met medewerking van Yaghoub Sharhani en met dank aan Net in Nederland.

Dit is ook interessant