“In Iran woonde ik met mijn drie kinderen, hun moeder is in 2011 overleden door een medische fout tijdens een operatie. We woonden in Ahwaz, in de streek Khuzestan in het zuidwesten van Iran waar de Arabische minderheid leeft waartoe ik behoor. Mijn tweede vrouw, Zahra, leerde ik pas kennen toen ik in Nederland aankwam. Zij woonde in Ahwaz, ik kwam met haar in contact via social media.
Ik liep in 2015 mee in een demonstratie. Hier is dat normaal, maar in Iran ben je dan tegenstander van het regime en willen ze je uit de weg ruimen. Zodra je in protest komt, is je leven in gevaar. Ik heb me in Iran drie maanden moeten verbergen voor het regime, omdat ik een politiek activist was. Toen ik een veilige route vond om te vluchten, heb ik mijn oudste zoon meegenomen, hij was toen vijftien en ik wilde voorkomen dat hij op zijn achttiende vanwege de dienstplicht in het leger zou moeten. Mijn jongste kinderen waren twaalf en tien. Ik heb hen ondergebracht bij hun oma, omdat de reis voor hen te gevaarlijk zou zijn. Later zijn ze bij mijn tweede vrouw Zahra gaan wonen.