Het Filosofisch Kwintet buigt zich op 29 oktober over de vraag welke invloed datareuzen als Google en Facebook hebben op mens en samenleving. Een van de gasten is Beate Rössler, hoogleraar Ethiek aan de Universiteit van Amsterdam.

Je zit in de trein en pakt automatisch je mobiel erbij. Al scrollend door tijdlijnen en webpagina's zoek je enigszins gehaast naar tekstjes of foto's die je aandacht trekken. Maar aan het eind van de rit weet je eigenlijk niet meer wat je precies gelezen hebt. Of je hebt een afspraak op een plek waar je nog nooit geweest bent. Als vanzelf grijp je buiten naar je telefoon om Google Maps jou naar je bestemming te laten leiden.

Het is de dagelijkse praktijk voor een steeds groter wordende groep Nederlanders. Zij laven zich maar al te graag aan de luxe van vermaak tijdens een saaie(?) treinrit en het gemak van een persoonlijke gids. Is daar iets mis mee? Volgens hoogleraar ethiek Beate Rössler, heeft deze manier van leven in ieder geval een grote impact op wie we zijn.

Wat voor invloed hebben datareuzen op ons leven?

‘De fundamentele, filosofische vraag is: hoe kunnen we in tijden van Big Data een goed leven leiden? Wat doen Big Data met onze verhoudingen en relaties? En hoe willen we überhaupt leven? Mensen hebben tegenwoordig meer aandacht voor een beeldscherm dan voor elkaar. Dat verandert onze ideeën van zelfkennis en de betekenis van relaties. Zelfkennis betekent niet langer nadenken over wie je bent, wat je wilt, waar je vandaan komt en waar je heen gaat. Het draait nu om vragen als: hoeveel stappen heb ik vandaag gelopen?’ 

Wat zijn daarvan de consequenties?

Zelfreflectie is belangrijk om autonoom te leven en te bepalen hoe je wil leven. Maar het draait om meer dan alleen naar je cijfers kijken. Je maakt een fout als je denkt: “dat ben ik, die cijfers.” De volgende stap is namelijk de betekenis die je toekent aan je cijfers. Moet ik zoveel stappen lopen elke dag? Wil ik zo weinig boeken lezen? De betekenisgeving vindt plaats in je brein of in gesprek met je partner, je vrienden of je kinderen.’ 

Waarom is dat belangrijk?

‘Omdat vrijheid en autonomie betekenen dat je zelf weet wat je wil doen en hoe je dat wil doen, binnen de grenzen van de moraal en de wet. Zonder zelfreflectie en autonomie loop je snel het risico dat je doet wat andere mensen willen dat je doet.’ 

Hoe kunnen we onze autonomie bewaren in tijden van Big Data?

Ik vind het verkeerd om te doen alsof het een persoonlijk probleem is, alsof het je eigen schuld is dat je op Facebook zit. Die dingen worden van jonge mensen verwacht. Mijn studenten zitten bijvoorbeeld verplicht op Gmail, omdat de Universiteit van Amsterdam daarmee werkt. Dat is idioot! Je kunt wel tegen jonge mensen zeggen dat ze niet op Facebook hoeven te zitten, maar dat lost het probleem niet op. Wat we wel kunnen doen, is beleidmakers dwingen regelgeving te maken om dataverzameling en dataopslag te beperken. Ik ben pessimistisch als ik zie wie verkiezingen winnen, maar dat betekent niet dat er geen mogelijkheden zijn om verstandig met data om te gaan.’ 

Tekst loopt door onder afbeelding

Kan onze nationale overheid nog wel iets betekenen in een globaliserende wereld?

Dat klinkt zo fatalistisch. Als je eenmaal hebt gezegd dat we er niks meer aan kunnen doen, dan hoef je ook niets meer te doen. Er zou veel meer over gesproken moeten worden, zodat burgers hun regeringen zullen aansporen er iets aan te doen. Het zou fijn zijn als er een sociale beweging zou komen voor meer privacy en meer controle over je eigen data. Er zijn ook vrouwenbewegingen geweest die echt iets hebben veranderd. Dus ik ben daar niet zo pessimistisch over, ook omdat ik denk dat we in feite al best veel hebben gedaan. In Europa hebben we bijvoorbeeld een nieuwe wetgeving over data-bescherming - the General data protection regulation - die vanaf volgend jaar in alle Europese landen ingezet moet worden. Volgens velen is de privacybescherming bij ons veel beter geregeld is dan in de VS.’

Wat kunnen we nog meer doen?

Ik hou me veel bezig met de vraag wat er eigenlijk gebeurt met onze autonomie in samenlevingen die - op een democratische manier - overheden kiezen die onze autonomie willen beperken. Daarom moeten we meer informatie hebben over zo’n bedrijf als Cambridge Analytica dat veel invloed zou hebben gehad op de verkiezingen in de VS en het referendum over de Brexit. Zij kopen alle data op die ze kunnen vinden en maken dan een advertentie dat precies bij jouw psychologische profiel past. Dus het gaat niet alleen om de maatschappelijke invloed van bedrijven als Google en Facebook. Het gaat ook om een heel sinister, akelige, geheimzinnige invloed op ons politieke denken. Bedrijven moeten zich aan civiele deugden houden en verstandiger omgaan met hun macht.’ 

Kan politiek überhaupt greep houden op technologie die altijd sneller ontwikkelt dan democratische besluitvorming?

Je ziet dat technologische ontwikkelingen altijd sneller gaan dan de samenleving. Dat is altijd zo geweest en misschien maar goed ook, want wetten kunnen soms beperkend werken. Denk aan de angst voor de manier waarop treinen het leven zouden veranderen in de negentiende eeuw. Toch heb je wel mogelijkheden om ethiek al vroeg in de technologische ontwikkelingen in te bouwen, bijvoorbeeld door privacy by design. Bij het ontwikkelen van een nieuwe technologie moet je meteen kijken wat het voor de privacy betekent. Dan voorkom je dat je eerst de techniek voor een slim huis bouwt en achteraf denkt: “Shit, er moet nog iets met privacy in".' 

Veel mensen zijn een beetje moe van de privacy-discussie, hoe ziet u dat?

‘Mensen denken al gauw aan privacy op de wc of badkamer thuis. Maar het is belangrijk dat je anders over privacy gaat nadenken, namelijk in termen van dimensies. Ik respecteer nu jouw privacy: ik vraag je niet waarom je een gele broek aan hebt. Jij respecteert ook mijn privacy. Dat hebben we nodig omdat we verschillende sociale relaties anders niet zouden kunnen hebben. We vinden autonomie erg belangrijk. Maar autonomie vereist privacy, zodat je de verschillende relaties die je hebt in je leven en de verschillende rollen die je speelt, goed kunt organiseren.’ 


Beate Rössler is hoogleraar Ethiek en voorzitter van de vakgroep Philosophy and Public Affairs aan de Universiteit van Amsterdam. Binnenkort verschijnt haar meest recente boek in het Nederlands onder de titel Autonomie: Een essay over het vervulde leven.

Tijdens het Brainwash Festival op 28 oktober buigt Het Filosofisch Kwintet zich over data en algoritmes. In een tijd waarin meer en meer beslissingen worden genomen op basis van algoritmes, vraagt het Kwintet zich af wat dat betekent voor ons als mens. De uitzending is op zondag 29 oktober om 13.00 op NPO 2.