HUMANs serie Het F-woord gaat over de vierde golf feministen, waarin intersectioneel feminisme een grote rol speelt. We vroegen Anja Meulenbelt - vooraanstaand feminist uit de tweede golf - te reflecteren op de serie en de ontwikkeling van feminisme in Nederland. Wat gaat er goed en wat kan er beter?

Anja Meulenbelt is schrijfster, publiciste, politica en activiste. Ze zat tussen 2003 en 2011 in de eerste kamer voor de SP en is inmiddels bestuurslid bij Bij1. Ze schreef meerdere boeken over feminisme, waaronder De Schaamte Voorbij in 1976. Het boek lokte destijds hevige reacties uit omdat het thema's aankaartte die in Nederland nauwelijks bespreekbaar waren, zoals alleenstaand moederschap en vrouwelijke seksualiteit.

"Ik mag vaak het feminisme vanuit de jaren zeventig vertegenwoordigen, maar ik ben ook heel erg een feminist van nu hoor," zegt Meulenbelt aan het begin van het gesprek. We hebben haar gevraagd om Het F-woord te bekijken. In vijf vragen geeft de voorvechter van vrouwenrechten aan wat de winst is, en wat ze mist in de serie.

En, hoe vond u de serie?

"Wat ik leuk vind aan de serie is dat er heel duidelijk voor is gekozen om heel verschillende mensen aan het woord te laten, dat feminisme niet alleen maar uit witte hoogopgeleide vrouwen bestaat. Dat vind ik echt winst. Want zo bewust van diversiteit waren we destijds niet. 

Maar ik heb ook behoorlijk wat gemist in de verhalen. Feminisme moet wat mij betreft meer gaan over vrouwen die sociaaleconomisch gezien onderaan de maatschappelijke ladder staan. We leven nog steeds in een maatschappij waar onbetaald werk, dus zorg en kinderen verzorgen, niet gewaardeerd wordt. Het wordt gezien als een privé hobby, als een eigenschap van vrouwen, nog steeds. Als je kijkt naar wat er in de maatschappij nodig is om de positie van vrouwen te verbeteren, dan ligt de oorzaak van ongelijkheid bij het feit dat vrouwen economisch achteruitgaan op het moment dat ze kinderen krijgen."

"Als je feminisme serieus neemt dan vind ik dat je ook de vrouwen moet betrekken die zichzelf misschien geen feminist noemen maar die wel degelijk behoefte hebben aan ondersteuning en organisatie. In de laatste aflevering wordt er gezegd dat feminisme bij jezelf begint, dat je jezelf moet educaten. Maar er wordt niet gezegd dat je je ook moet organiseren. Dat feminisme meer is dan alleen individuele keuzes van hoe je je leven het liefste inricht, maar dat je het ook doet voor anderen.

Ik ben nu 75 en ik hoef het voor heel veel dingen niet meer te doen. Ik ben nog steeds een alleenstaande moeder, maar ik heb een kind van 57. Dus daar hoef ik het niet meer voor te doen. In de serie eindigde het daar, maar ik dacht, dan komen er nog deel vijf en deel zes. Want als je een feminist bent en je neemt het serieus en je doet het niet alleen voor jezelf, maar ook voor andere vrouwen. Wat doe je dan?

Nou, dus ik pleit voor deel vijf en deel zes, en daar wil ik best over meedenken."

Waarom is feminisme nog steeds nodig?

“De helft van de vrouwen in Nederland kan niet van hun inkomen rondkomen, het probleem is dat er nog steeds van vrouwen verwacht wordt dat ze het leeuwendeel van de zorg op zich nemen. Of het nu betaald, slecht betaald of onbetaald is. Dat is alleen maar erger geworden, want voor ouderen is er steeds minder zorg dus we worden ook verwacht aan mantelzorg te doen.

Als we het hebben over feminisme gaat het vaak over vrouwen aan de top, over het doorbreken van het glazen plafond, maar het grootste gedeelte van de vrouwen komt helemaal niet in de buurt van het glazen plafond. Een groot deel van de vrouwen is nog steeds niet in staat om in eigen onderhoud te voorzien. Dat toont dat er een enorme kloof is, niet alleen tussen mannen en vrouwen maar ook tussen vrouwen onderling."

"Er moet meer waardering komen voor onbetaald en laagbetaald werk, met name van vrouwen. En moederschap mag weer op de politieke agenda. Ik vind dat erkend moet worden dat het krijgen van kinderen een maatschappelijke bijdrage is waar mensen niet voor bestraft zouden moeten worden.

Ik ga het niet meer meemaken dat we op een punt zijn dat mijn kortste definitie van feminisme - eerlijk delen en niet slaan – voltooid is. Want van eerlijk delen is nog geen sprake en er is nog steeds geweld tegen vrouwen. En seksueel geweld. Dus ik ga dat niet meer meemaken. Maar dat het kwesties zijn waar je mee door moet gaan, dat is voor mij nu wel duidelijk."

Het woord feminisme alleen al roept veel weerstand op. Hoe reageert u op mensen die zeggen dat feministen te activistisch zijn en schreeuwen om aandacht?

"Niet, je moet er niet op reageren. Altijd als er belangrijke veranderingen worden ingezet binnen de maatschappij, wordt er geroepen dat de mensen die vooroplopen extreem zijn en hard schreeuwen. Iedereen is het inmiddels eens met mijn kortste definitie van feminisme – eerlijk delen en niet slaan - maar ik word nog steeds gezien als een extreem iemand. Terwijl ik dat helemaal niet ben. Wat ik heb gezegd destijds, daar loopt tegenwoordig zelfs politiek rechts mee weg.

Wat je ook doet, of dat nu tegen racisme of seksisme is, als je vooroploopt dan krijg je op je donder dat je extreem bent en dat je hard schreeuwt. Er wordt altijd gepraat over de toon. Dat krijgt Sylvana Simons ook regelmatig naar haar hoofd.

Terwijl het gewoon schandelijk is dat het idee van eerlijk delen niet opgaat. We hebben wel gelijke rechten voor de wet, maar dat blijkt in de werkelijkheid niet te helpen bij het verdelen van lasten en ook niet bij het verdelen van de inkomsten."

Wordt er tegenwoordig beter geluisterd naar feministen?

"We moeten nog steeds dat podium voor een groot deel voor onszelf veroveren. Dat is altijd al zo geweest. Je ziet wel dat er meer dan vroeger allerlei vrouwen zitten op plaatsen waar ze zichtbaar zijn. Langzamerhand wordt het gewoon gevonden dat vrouwen de leiding nemen en dat ze ook experts kunnen zijn. 

Die vrouwen zijn niet altijd de vrouwen die zichzelf feministen noemen, de vrouwen die het hebben gered vinden het vaak leuker om te denken dat ze dat alleen aan zichzelf te danken hebben en niet een ondersteuning hebben gekregen vanuit de vrouwenbeweging. Maar ach, als het maar veranderd, dan is dat wel ok."

Hoe verschilt het gesprek over intersectioneel feminisme met hoe er vroeger over werd gepraat?

"Vroeger was het zo: je had het feminisme en o ja, er waren ook vrouwen die zwart waren. Wat je nu ziet is dat zij centraal staan. Dat ze zeggen: wij zijn net zo representatief voor het huidige feminisme als witte hoogopgeleide vrouwen. Dat vind ik absolute winst.

In Opzij worden elk jaar de honderd meest invloedrijke vrouwen van Nederland benoemd. Dat is altijd een witte bende en al die vrouwen zijn hoog opgeleid. Dat is wat mij betreft een heel eenzijdige blik op feminisme dat bij heel veel mensen is blijven hangen. Nooit wordt aan die vrouwen de vraag gesteld wie ze heeft geholpen om carrière te maken. Hun mannen misschien? Of is het meer dat ze hun huishoudelijk werk grotendeels kunnen overlaten aan hun werksters? Is feminisme er ook voor hen?

Wat er goed is in Het F-woord is dat het nu wordt omgedraaid en dat er nu juist eerst wordt gekeken naar de vrouwen die marginaal zijn. Dat zal veel witte hoogopgeleide vrouwen niet bevallen, die vinden het moeilijk om zich te identificeren met iemand die trans is of in een rolstoel zit.

Maar er is nog een wereld te winnen in de groep vrouwen die onderaan de maatschappelijke ladder staat. Veel van die vrouwen noemen zichzelf geen feminist, omdat ze niet het gevoel hebben dat het feminisme er ook voor hen is. Daarom vind ik een vrouw als Eva Yoo Ri die Single Supermom heeft opgezet zo belangrijk, dat is een organisatie voor alleenstaande moeders. Of Khadija Tahiri, die zelf schoonmaakster is en een bond voor schoonmakers leidt. Dit zijn de mensen die we erbij moeten hebben."

Kijk hieronder aflevering 1: Imago van de feminist.

Klik verder