Dit zijn een paar van de inwoners van de Geleense wijk 'Lèntjheuvel'. Maak kennis met Alyza, Daisy, Harry, Otto, Gerrit, Jack en Jes. Volg ze in onze serie We Zien Ons.

Klik op de foto's om de inwoners te ontmoeten

Of scroll rustig verder

Alyza Breidenbach

De 27-jarige Alyza is een echt meisje van de Lindenheuvel. Grote mond maar een klein hartje. Elke maandagavond komt ze op de jongerenavond in het buurthuis. Daar kwam ze als kind al. Net als veel van haar leeftijdsgenoten is ze blijven hangen.

Nu ontpopt ze zich langzaam zelf als jongerenvrijwilliger. Dat is dan ook wat ze het liefste zou doen, jongeren behoeden voor fouten die ze zelf heeft gemaakt. Alyza houdt van mooie kleren, van statusmerken als Guess en Prada. Maar echt met geld omgaan kan ze niet. Dat heeft ze van huis uit nooit geleerd.

Binnen een mum van tijd heeft Alyza zich dan ook vastgedraaid in een web van schulden. Met lange, nachtelijke diensten in de plaatselijke gokhal probeert ze haar rekeningen af te betalen. Haar leven speelt zich voornamelijk ‘s nachts af, als iedereen slaapt.

Door haar omgekeerde ritme ziet ze haar vrienden weinig. Rusteloos is ze, eenzaam ook. Ze besluit het roer radicaal om te gooien en haar geliefde Lindenheuvel te verlaten om als jongerenwerker in Athene aan de slag te gaan. 

Alyza

Daisy Klinkers

Daisy is de eigenaar van het goedlopende café op de Bloemenmarkt. Het is één van de twee overgebleven café’s op Lindenheuvel. Daisy heeft het café in 2007 overgenomen en is naar eigen zeggen echt een horecatijger. Haar café en haar gasten zijn alles voor haar en dat merk je ook als je bij haar in het café bent. De sfeer is warm en dat komt door Daisy. 

Een pittige tante, die haar mannetje staat maar altijd eerst aan andere zal denken, voordat ze aan zichzelf denkt. Regelmatig brandt ze een kaarsje voor haar gasten. Daisy zelf heeft geen kinderen. Kinderen en een café vindt ze niet samen gaan.

Maar dat betekent niet dat Daisy geen moeder is voor velen. Iedereen kan bij haar terecht. Zonder te oordelen praat ze hen moed in. Ook Alyza zit regelmatig bij haar op de kruk als ze het even niet meer ziet zitten. 

Daisy

Pastoor Harry Quaedvlieg

Na zijn studietijd in Rome, kwam Harry Quaedvlieg in 2003 als assistent in de parochie van Lindenheuvel. Na een jaar werd hij pastoor. Nog altijd woont hij in de parochie-woning naast de kerk. Maar sinds die tijd is er wel veel veranderd.

De leegloop binnen de katholieke kerk heeft ervoor gezorgd dat Harry niet alleen de pastoor is van Lindenheuvel, maar van alle vijf de parochies in Geleen. Dat betekent dat zijn functie zich soms beter laat omschrijven als die van manager.

Echt praktiserend katholiek zijn de inwoners van Lindenheuvel niet meer. Een enkeling laat zich dopen en katholiek begraven maar daartussen ziet de pastoor ze eigenlijk niet en als hij heel eerlijk is denkt hij daar wel het zijne van. Maar echt klagen doet de innemende Harry niet.

Het is volgens hem een uitdagende tijd. En soms zakt de moed hem in de schoenen. Dan voelt het alsof hij achter de feiten aan blijft lopen. Zijn rol als sleutelfiguur binnen de wijk is niet meer en zijn geloofsgemeenschap wordt steeds kleiner en kwetsbaarder.

Regelmatig komt hij over de vloer bij kapelaan Carlos Martinez. Ze delen een liefde voor lekker eten en goede wijn. Dan bespreken ze hoe ze samen de parochie veilig naar een nieuwe tijd kunnen leiden nu besloten is dat de kerk op Lindenheuvel gaat sluiten.

Pastoor Quaedvlieg

Otto Ernst

Otto is nu meer dan drie jaar de trainer van het tweede team van Lindenheuvel en ruim twaalf jaar betrokken bij de club. Eerst als speler, later als trainer van de jeugd en volwassenen. Otto neemt zijn taak als trainer heel serieus en is ontzettend betrokken. Mede door zijn inzet in het team nu zo hecht en zijn ze al twee jaar op rij kampioen. 

Tot grote frustratie van Otto gaat het niet goed met de club en dat komt volgens hem niet door de spelers maar door het bestuur. Een wijk als Lindenheuvel heeft een bruisende voetbalclub nodig. Voetbal is volgens Otto veel meer dan een sport. Het brengt de mensen bij elkaar, leert je hoe je met elkaar om moet gaan en elkaars zwakke en sterke kanten te respecteren.

Daar kan je als samenleving veel van leren. Maar nu zijn relatie met het bestuur, door zijn kritische houding steeds slechter wordt, staat ook zijn functie als trainer op het spel. En dat zou voor Otto rampzalig zijn. Hij heeft immers geen werk om op terug te vallen en is vanwege klachten variërend van heftige hoofdpijn tot vergeetachtigheid, arbeidsongeschikt. Het voetbal is alles voor hem. 

Otto

Gerrit Grootens

Al in de jaren ’80 ging Gerrit langs de deuren met paard en wagen om schillen op te halen. Enerzijds om te kunnen recyclen, maar meer om mensen samen te brengen. Want - zo was de redenatie van Gerrit - op zijn paard kwamen de mensen af, om vervolgens een praatje te maken.

Gerrit is maatschappelijk werker pur sang. Het is voor hem meer dan werk, het is een manier van leven. Gerrit heeft op Lindenheuvel een tweedehandswinkel. In de zaak werken veel vrijwilligers. Er is ook een koffiebar waar buurtbewoners tegen een klein prijsje echt lekkere koffie kunnen drinken.

Gerrit is er maar druk mee. Hij organiseert eetavonden voor eenzame ouderen en rijdt in zijn kleine gele vrachtwagen rond om spullen bij mensen op te halen. Veel mensen uit de wijk komen bij hem in de winkel. Maar de laatste tijd kwakkelt de zaak. De mensen blijven weg. Ze gaan liever naar de Action om de hoek of kopen hun spullen online.

Ondanks de financiële obstakels is Gerrit niet somber. Hij vindt het misschien wel belangrijker dan ooit, iets voor de wijk te betekenen. Zeker nu de sociale cohesie onderling afneemt. Daarom is Gerrit op zoek naar nieuwe manieren om mensen bij elkaar te brengen. Hij denkt nu aan dat wat in het verleden eerder gewerkt heeft: dieren.

Samen met buurtbewoners wil hij bovendien een braakliggend terrein omtoveren tot moestuin. Maar de gemeente zover krijgen om het plan te steunen, is niet eenvoudig. Je zou denken dat een dergelijk initiatief met open armen zou worden ontvangen, nu er zelfs een 'wethouder eenzaamheid' is aangesteld. Maar als puntje bij paaltje komt laat de gemeente het afweten en moet Gerrit het alsnog zelf doen.

Gerrit

Jack Renet

Jack woont al zijn hele leven in Lindenheuvel. Sterker nog, Jack woont nog steeds in het ouderlijk huis waar hij 63 jaar geleden geboren werd. Het huis ligt in een ruim opgezette wijk met woningen die in 1928 werden gebouwd voor de mensen met bestuurlijke functies binnen de mijnen. Het ligt dan ook op een steenworp afstand van de oude ingang van de mijn.

Naast de woning ligt het spoor waar elke tien minuten wel een trein langs dendert. Die treinen zijn soms zo zwaar beladen dat de grond in de woning van Jack trilt. Ooit stonden hier dertig woningen en was de wijk levendig. Nu ligt de wijk er verloren en verpauperd bij.

Nabijgelegen chemiereus Chemelot wil de bewoners van het mijnpark weg hebben. De wijk ligt binnen de veiligheidszone en dat komt Chemelot slecht uit. Een aantal bewoners is al weg, sommige huizen staan leeg, anderen zijn al afgebroken. Van de dertig woningen zijn er nog negen over. Jack woont in één daarvan. En hij wil alleen weg onder de juiste voorwaarden. 

Jack is door een moeilijke tijd gegaan. Hij is jaren zwaar overspannen geweest en zelfs afgekeurd. Nu zou hij heel graag willen werken. Hij heeft zich suf gesolliciteerd. Niks was hem te gek als hij maar kon werken. Ze wilden hem niet. Te oud en geen recente werkervaring. 

Het tij begon voor Jack te keren toen hij op een chatsite de Filipijnse Alma ontmoette. Jack besloot het heft in eigen handen te nemen en zich in te zetten voor de maatschappij. Hij is momenteel gemeenteraadslid. Zijn meest recente campagne richt zich op Chemelot. Middels een manifest hoopt hij meer oog voor de veiligheid van de bewoners van de wijk af te dwingen. Zijn Alma steunt hem door dik en dun.  

Jack

Jes van der Voort

Elke woensdagavond danst de familie van der Voort (vader, moeder en dochter) met elkaar bij het gemeenschapshuis ’t Kirkske. Country. De dansgroep die luistert naar de naam The Red Eagles is al ruim veertig jaar actief. Jes van der Voort geeft les en richtte de groep ooit op samen met haar tante Marije.

Ze dossen zich niet meer zo op als vroeger, hoewel pa van der Voort, Ger, dat het liefste wel zou doen. Dochter Patricia, toch al in de veertig, woont nog thuis. Zij luistert naar de koosnaam ‘Badmuts’ die haar moeder haar gaf.

Patricia doet naast country ook aan toneel. Liefdevol steken de leden van de familie Van der Voorts elkaars sigaretten aan. En zelden gaan ze gescheiden van elkaar de deur uit. Maar recent is er bij Ger ze ziekte van Alzheimer geconstateerd en dat drukt een zware stempel op het gezin.

Jes draagt de zorg dapper maar voelt zich alleen. Haar geliefde Ger verandert en is niet meer de oude. Dansen met elkaar doen ze niet meer. Ger kan steeds minder pasjes onthouden. Binnenkort zal hij waarschijnlijk zijn intrek in verzorgingstehuis Zilverlinde moeten nemen. Dan valt het ooit zo hechte gezin onherroepelijk uit elkaar.

Ook interessant