In de snackwereld is familiebedrijf FEBO naar eigen zeggen een pionier op het gebied van duurzaamheid. In 2008 lanceerden zij als een van de eersten in de branche een vegetarische kroket. Daarmee speelden ze in op de veranderende behoefte van de consument, met een vooruitziende blik. Algemeen directeur van FEBO, Dennis de Borst, is begaan met het milieu. Maar wat houdt hem dan tegen om van vegetarisch de norm te maken?

We eten in Nederland ruim 400 miljoen hamburgers per jaar, terwijl minder vlees eten een van de krachtigste manieren is om klimaatverandering tegen te gaan. Een makkelijke omschakeling zou je denken, want in de supermarktschappen liggen steeds meer vleesvervangers en het aantal flexi- en vegetariërs groeit.

Snackbarketen FEBO speelde daar al vroeg op in, toen zij achttien jaar geleden een vega-kroket lanceerden, onder de naam Vitaaltje. Sinds 2018 hebben zij daar de kaassouflé en vega-grilburger aan toegevoegd, afgelopen januari ook een vegetarische bami-snack en sinds 29 mei 2023 een vegetarische kipburger.

We spreken directeur Dennis - heeft geen snackmuur in huis - die al vanaf zijn zevende in het familiebedrijf werkt. Duurzaamheid zit in het bedrijf, ondanks de grote hoeveelheid vleessnacks

Bij FEBO is vlees nog de norm, waarom zou je dat niet veranderen?

“Er heerst nog steeds een enorme vleescultuur. Dus helemaal vegetarisch denk ik dat we nooit gaan zijn, vanwege een grote groep met echte FEBO-fans. Die groep is lastig te bewegen om alleen vegetarisch te gaan eten, zij zijn grootgebracht met bijvoorbeeld de kalfskroket, FEBO-kip en de grilburger. En een gast die naar de FEBO gaat, weet van tevoren al wat die gaat bestellen. Het is al zoveel jaren een fenomeen, een soort cultuur eigenlijk. En er zitten natuurlijk altijd wel een aantal bij die meebewegen, maar het grootste gedeelte is opgegroeid met vlees en wil dus vlees.”

Denk je dat mensen het zullen merken als je alleen maar vegetarische snacks zou verkopen alsof het vlees is?

“FEBO houdt wel van ludieke acties, maar niet als het gaat om het vertrouwen van onze gasten. Mensen denken vaak al negatief over vegetarische opties, dus proberen ze het niet eens. Er heerst nog een idee dat vega smakeloos is en qua mondgevoel niet lekker, maar er is al zoveel veranderd op dat gebied. Al kost het wel tijd om de samenstelling van een bepaald product echt goed te maken.

Onlangs heb ik met Redefine Meat gesproken, ik ben bij de lancering geweest. Hun geprinte vlees wordt groots ontvangen, en misschien gaan wij daar ooit wel naartoe. En dan zou mijn voorkeur wel uitgaan naar dat geprinte vlees, dat laagje voor laagje plantaardige eiwitten van soja of erwten op elkaar wordt geprint, zodat er een structuur ontstaat die lijkt op de spieropbouw van vlees. Dat komt echt het meest bij vlees in de buurt. Het voldoet aan de verwachting die je hebt bij vlees, qua mondgevoel en smaak. Dat is echt ongelofelijk.”

Hoe verhoudt het aandeel vegetarische producten zich tot het aandeel vleesproducten?

“We hebben landelijk 77 filialen en in Amsterdam zijn dat er ruim 30. Dat is ook wel echt de plek waar vega het meest genoten wordt. Daar wonen mensen die bewust flexitariër, vegetariër of veganist zijn. En mijn gevoel zegt ook dat het voornamelijk vrouwen zijn die eerder een vegetarische, of duurzame optie kiezen. Dat is geen wetenschap natuurlijk, maar die zijn wel wat kritischer op wat ze willen eten.

Toen wij de vegetarische grillburger lanceerden in 2018, hebben we voor een aantal dagen de FEBO Ferdinand Bolstraat helemaal omgebouwd tot een groene vegetarische VEBO. En dat was echt een succes. Daardoor zijn we ook aan het kijken om van een aantal filialen misschien vega-only te maken. Want we kunnen momenteel ruim 65 procent van ons assortiment vegetarisch aanbieden. Maar tegelijkertijd zitten we nu gemiddeld op 16 procent vegetarisch van alle snacks die we verkopen. De meerderheid is dus nog vlees.

Maar gemeentes vinden het ook steeds belangrijker worden dat je plantaardige varianten aanbiedt. Het zou kunnen dat ze dan misschien beperkingen gaan opleggen, of vergunningen gaan beperken of weigeren als horecagelegenheden daar niet in meegaan. En ja, dat vind ik wel terecht. We zullen met z'n allen iets moeten doen aan deze klimaatcrisis, dat besef moeten we met z’n allen wel tot ons door laten dringen.”

Vaak is vega duurder dan vlees, zou daar voor jullie nog een extra oplossing liggen?

“Bij FEBO heeft vegetarisch en vlees dezelfde prijs, maar het zou een idee kunnen zijn om te experimenteren door de prijs van vega lager te maken dan van vlees. Misschien zijn mensen dan toch eerder geneigd om voor vega te gaan. En dat zou natuurlijk wel een goede ontwikkeling zijn.”

Het vlees dat jullie verkopen, hoe goed kennen jullie die runderen?

“Onze vleesleverancier is een familiebedrijf met een lange traditie, waar wij al meer dan vijftig jaar Nederlands kalfs- en rundvlees vandaan halen. De runderen lopen het grootste deel van het jaar in de wei, maar grazen ook in natuurgebieden. Wij weten alles van de dieren waarmee wij werken en dat zijn de rassen Blonde d'Aquitaine en Limousin. We kunnen zien dat ze gevoed worden met granen, kuilgras en hooi, we weten hoe vaak ze hebben gekalverd en of ze een goed leven gehad hebben.”

En hoe zit dat met de rest van jullie producten?

“Onze fritesproducent zit in Zeeland. En zij maken speciale friet voor ons, met onze eigen FEBO-specificatie. Als de friet geproduceerd wordt, dan zijn mijn kwaliteitsmanager en ik erbij. En ons frituurvet, frietsaus en al dat soort items laten we maken bij een bekend Nederlands bedrijf. Dus bijna al onze ingrediënten, behalve de specerijen, komen van Nederlandse bedrijven en boeren. En dat scheelt een hoop transport.”

Hoe verduurzamen jullie verder?

“Het is belangrijk om te veranderen als dat nodig is. We moeten daar niet de ogen voor sluiten. Zo werken wij sinds dit jaar ook met Too Good To Go, een initiatief om voedselverspilling tegen te gaan. Onze snacks zijn vers en vriezen we niet in. De verse snacks zijn vier dagen goed houdbaar. En dat hebben we nu landelijk uitgerold in onze vestigingen, die kunnen op de laatste dag van de tenminste-houdbaar-tot-datum een snackbox aanbieden via Too Good To Go. Dat bieden we dan bereid aan, niet rauw, om grip te houden op het eindresultaat.

Stel iemand komt een doosje ophalen met rauwe ongebakken snacks en die gaan dan in de rugzak mee op de fiets door de stad. Dan zijn ze lang buiten de koeling en weten wij niet meer wat het doet met de kwaliteit en veiligheid. En als het niet goed wordt bereid is dat voor ons een klacht. Wij zijn natuurlijk voor de buitenwereld een groot merk en dat merk willen we hooghouden. Dus we gooien eigenlijk niets weg, en al die boxen zijn einde dag allemaal weg.

Wij zitten overal bovenop, ik sta zelf aan het roer. En ik wil mij overal mee bemoeien, het is mooi en belangrijk om ermee bezig te zijn. Dus in 2015 hebben wij ook al de keuze gemaakt om geen plastic bakjes meer te gebruiken, maar duurzaam FSC-karton. En geen plastic draagtassen meer, maar van papier. Ik vind het verschrikkelijk om de schade van plastic in de natuur te zien, dus geen plastic meer bij FEBO.”

En hoe zit dat dan met de merchandise die jullie verkopen, zoals bijvoorbeeld plastic badslippers?

“Daar moet wel bij gezegd dat die al van een paar jaar geleden zijn en al onze fashion items van hoge kwaliteit zijn. Wel fastfood, maar geen fastfashion. We zijn nu de oude collecties aan het leegverkopen en we denken over nieuwe items. We merken namelijk dat er veel emotie, historie en mooie verhalen rond het merk voelbaar zijn. Er zijn zoveel mensen mee opgegroeid, die hebben er allemaal een bepaald gevoel bij. Ik weet nog goed dat we 10.000 paar van de FEBO-badslipper hadden laten maken, die werden hier afgeleverd in Amsterdam-Noord. En we waren de eerste dag al meteen uitverkocht. Dus door het succes van de merchandise weten we dat FEBO-fans ook echt met het merk willen lopen.

Maar van welk materiaal we de nieuwe items willen laten maken kan ik zo nog niet zeggen. En het zal niet in Nederland worden geproduceerd, met zulke grote aantallen ontkom je daar bijna niet aan. Maar we gaan het wel in Europa laten produceren en daar komt dan net zoals de vorige collecties zeker geen kinderarbeid of zo bij kijken. En niet omdat een mogelijke wet dit misschien ooit gaat verlangen, maar omdat FEBO begaan is met mens en milieu. Onze vestigingen worden allemaal ingericht en gebouwd met ledverlichting, milieuvriendelijke bakwanden en een energie-terugwinsysteem. Daar zijn we al vijftien, twintig jaar mee bezig.

Ook qua transportmiddelen blijven we onszelf uitdagen, ik heb nu drie elektrische vrachtwagens in bestelling staan. Maar ik ken genoeg collega-bedrijven die nog gauw een diesel-vrachtwagen bestellen, dat is veel goedkoper. Een elektrische vrachtwagen is drieënhalve keer zo duur als een diesel. En dat krijg je alleen rendabel als je je accu kan laden met een eigen zonnedak, of accupakket dat je overdag laadt. Ik ben nu aan het kijken hoe we dat zo slim mogelijk kunnen aanpakken. Onze koelwagens gaan volgend jaar in het eerste kwartaal rijden. En sinds begin dit jaar hebben we bijna 700 zonnepanelen bij ons op de daken liggen en zijn de gehele productiekeuken en het kantoor voorzien van led-verlichting. We zijn vaak de eerste die duurzame innovatie omarmen.”

Maar je bent in privétijd wel coureur Supercarchallenge, hoe rijm je dat?

“Privé rijd ik inderdaad niet elektrisch. Ik ben wat dat aangaat echt een auto-idioot. En ik ben al jaren kampioen in mijn klasse met de Supercar Challenges, dat is echt een liefde en een fantastische uitlaatklep naast mijn drukke baan als ondernemer. Dit jaar rijd ik voor het eerst samen met mijn zoon in een vader en zoon-combi, dus dat is wel heel bijzonder. Het racevirus is echt heel hardnekkig kan ik je vertellen, maar ik probeer er verder thuis met mijn gezin wel alles aan te doen zo klimaatneutraal mogelijk te leven.

Als we zelf snacken, op z'n tijd, kiezen mijn vrouw en ik dan toch ook vaak een vegetarische optie, zoals onze vega kipburger. Net gelanceerd, en ik ben er echt heel enthousiast over. We willen er bij ons bedrijf echt voor zorgen dat de niet-vlees optie net zo lekker is als vlees, en dat lukt echt heel goed. Goed voor ons, en voor het klimaat, en past goed in het straatje van de FEBO."

Wat houdt ons tegen?

Het klimaat kreunt. De grenzen van wat onze planeet aankan, komen in zicht. We weten het: het roer moet om. Maar waarom lukt dat niet? In de zesdelige serie Wat houdt ons tegen? gaat onderzoeksjournalist Jeroen Smit samen met klimaatjournalisten Jaap Tielbeke en Daphné Dupont-Nivet op zoek naar antwoorden.

Dit vind je ook interessant