Hoe breng je mensenlevens in kaart die bijna niet gedocumenteerd zijn, of pijnlijk om te onderzoeken? Antropoloog en schrijver Roline Redmond deed tien jaar onderzoek naar haar tot slaaf gemaakte voorouders en familiegeschiedenis. In een speciale Keti Koti-uitzending van Wat blijft sprak Lara Billie Rense met Redmond over haar zoektocht en de levens van haar voorouders.

Het resultaat van de zoektocht van Redmond, familiekroniek De Doorsons – op zoek naar een Afro-Amerikaanse slavenfamilie in het Caribisch gebied, won in 2022 de Brusseprijs voor het beste journalistieke boek.

Maar de zoektocht naar haar familie viel niet mee, vertelt Redmond in Wat blijft. Voor sommige familieleden was het slavernijverleden nog altijd te pijnlijk om te bespreken. Toch lukte het: De Doorsons neemt de lezer mee op een speurtocht langs nakomelingen en archieven in Suriname en Nederland en beschrijft de wortels en historie van haar familie.

Uw betovergrootmoeder, Molly Maria Doorson, werd geboren in slavernij op de katoenplantage Sarah, in het district Coronie in Suriname. Hoe heeft u haar teruggevonden?

"Ik heb haar naam gevonden in een doopboek van de katholieke paters van het Bisdom Utrecht. De koloniale overheid had destijds geen interesse in het bijhouden van onze namen: ze zagen je niet als mensen, maar als handelswaar. Maar toen Molly Maria acht werd, nam haar vader haar mee naar een kerkje om haar te dopen. Daar kreeg ze haar achternaam: Doorson."

Op de plantage was uw betovergrootmoeder ‘veldmeid’, wat betekent dat?

"Dat je de hele dag in de zon staat: katoen plukken, schoffelen, kokosnoten rapen. Het woord 'veldmeid' stond achter haar naam in de borderellen - de verkoopaktes van alle slaven van Coronie."

Een van Molly Maria’s kinderen was uw overgrootmoeder: Constantia Augustina Doorson. Ze werd geboren op 1 juli 1863, de dag waarop de slavernij op papier werd afgeschaft.

"Dat klopt, al was ze tot 1873 - tot haar tiende - min of meer tot slaaf gemaakte. In 1863 veranderden de omstandigheden natuurlijk niet meteen."

Wat betekende de definitieve afschaffing van de slavernij uiteindelijk voor de omstandigheden waarin zij leefde?

"Ze werd marktkoopvrouw en heeft een behoorlijk zwaar leven gehad. Ze had kinderen bij verschillende mannen, en is uiteindelijk naar Paramaribo verhuisd. Ik kreeg de indruk dat dat een beetje een vlucht was. Omdat het in Coronie gewoon niet goed ging. In Paramaribo heeft ze uiteindelijk wel haar draai gevonden, en kreeg ze een redelijk leven. Ook dankzij haar broers en neven, die allemaal vissers waren. Zij zorgden ervoor dat ze vis kon verkopen."

Uw overgrootmoeder was niet de enige die Coronie verruilde voor Paramaribo na de afschaffing van de slavernij, waarom was dat?

"Er was niets meer: geen werk, geen handel, geen industrie. De plantages gingen gewoon dood. En je moest toch ergens van leven."

U schrijft ook dat Constantia Augustina samen met andere marktvrouwen misschien meer privileges heeft gehad, omdat ze zo koningsgezind waren. Zijn dat soort dingen confronterend om te horen over je familie?

"‘Nee, het is zoals het is. Het is een heel eerlijk boek geworden: ik ben een griot, en ik spreek de waarheid."

Wat is een griot?

"Een griot is een West-Afrikaanse chroniqueur, de verteller van de familiehistorie. We zien ze vaak afgebeeld als mannen, maar het was een vrouwenberoep. Soms kenden ze verhalen van tien generaties uit hun hoofd, en die reciteerden ze dan op feesten van voorname mensen."

Roline Redmond

Zag u uzelf al als een griot voor u aan dit boek begon?

"Nee, dat ben ik gaandeweg geworden, want ik wist niet eens wat het was. Mijn moeder gebruikte die term alleen op een negatieve manier. Dan riep ze: 'Jullie moeten niet zoveel lawaai maken, niet zo veel praten - je bent toch geen griot?'

Toen ben ik dat gaan uitzoeken. We hebben heel veel zaken in onze cultuur negatief gemaakt. Ik kom nog steeds dingen tegen waarvan ik denk: hier kijken we op neer, en dat klopt niet - hoe kan dat? Het was iets positiefs, wanneer is dat verworden tot iets negatiefs?"

Heeft de kolonisatie daar een rol in gespeeld, denkt u?

"Absoluut. Ik denk dat wij lang hebben geleerd, net als mijn moeder, dat alles van onze cultuur waardeloos was. Het woord 'krutu' bijvoorbeeld, dat gebruik je nu voor 'schelden', of 'ruziemaken'. Terwijl het oorspronkelijk, voor de Marrons in de binnenlanden, gewoon vergaderen of overleggen betekende: met elkaar praten en zo tot oplossingen komen. De kolonisator heeft ervan gemaakt: 'Wat zijn jullie aan het doen, aan het schelden?' En wij gebruiken het nog altijd op die negatieve manier."

Er valt nog een hoop te ontleden.

"Ja, voor ons allebei. Wit en zwart."

In uw boek staan ook verhalen van de slavenhouders. Moesten die erin om het verhaal van uw familie verteld te krijgen?

"Ja. Ik had dat liever niet gedaan, maar ik had geen keus: ik had geen familiearchief. Om mijn familie te vinden moest ik langs de slavenhouders - die hadden de informatie en lijsten. Want daar werd vroeger minutieus bijgehouden wie waar was, omdat er geld te halen viel. Ik moest die families meenemen op mijn rug, wilde ik mijn eigen familie kunnen vinden."

U begint uw boek met een citaat van Toni Morrison, de Afro-Amerikaanse schrijver en Nobelprijswinnaar voor literatuur: ‘Als er een boek is dat je wilt lezen, maar het is nog niet geschreven, dan moet je het schrijven’. Hoe kijkt u nu naar De Doorsons?

"Ik ben blij dat ik het heb geschreven, het is echt mijn magnum opus. Maar ik ook heb zware momenten gehad. Er waren twee jaar waarin ik het niet meer zag zitten, en eigenlijk niet in staat was om verder te schrijven."

In welke fase was dat?

"Dat was nadat mijn oom stierf. Daar heb ik zoveel verdriet van gehad. Tijdens die tien jaar dat ik aan het schrijven was, ging het ene het andere familielid dood. Toen realiseerde ik me dat ik gewoon onderdeel ben van die familie: ik sta er niet buiten, ik sta er middenin."

Dacht u dat u erbuiten stond?

"Nou ja, ik zag mezelf als interviewer: je moet een bepaalde distantie hebben om aan mensen te durven duwen en trekken, anders krijg je de informatie niet. Maar toen ze om begonnen te vallen merkte ik: ik sta er middenin. Ik kan niet aan de buitenkant blijven staan, want ik heb verdriet."

Luister Wat Blijft

Wat blijft als we er niet meer zijn? Welke inspiratie kunnen we halen uit de levensverhalen van anderen? Lara Billie Rense presenteert wekelijks in de nacht van zondag op maandag op NPO Radio 1 Wat blijft. In het radioprogramma duikt die in bijzondere en actuele levensverhalen en gaat die in gesprek met mensen die zich verdiepen in de levensloop van een ander, dood én levend. Ook staat Lara Billie samen met luisteraars stil bij wie er in hun leven een belangrijk spoor naliet. 

Ook interessant