In de krochten van Twitter is de oplossing voor de coronacrisis allang gevonden: het antimalariamiddel hydroxychloroquine. Goedkoop, wijd verkrijgbaar en bijzonder effectief tegen COVID-19, zo is het verhaal dat in duizenden verschijningsvormen al maanden wordt verspreid. Hydroxychloroquine, of #HCQ voor wie de online discussies volgt, werd in het begin van de pandemie onderzocht als mogelijke remedie tegen COVID-19 na enkele veelbelovende in vitro studies in China. Binnen enkele maanden viel de pil van zijn voetstuk, nadat de vermeende werkzaamheid in wetenschappelijk onderzoek werd ontkracht.
Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) raadt hydroxychloroquine en ook ivermectine sindsdien expliciet af ter preventie of behandeling van corona. De IGJ, Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, dreigt zelfs met boetes oplopend tot 150.000 euro voor huisartsen die medicijnen voorschrijven die in strijd zijn met de officiële behandeladviezen. Toch blijft het middel online onverminderd populair en heeft het gezelschap gekregen van andere ‘coronamedicijnen’ als ivermectine en zink. Vrijwel wekelijks ontvangen we mails van kijkers die ons vragen onderzoek te doen naar de vraag waarom de Nederlandse bevolking deze beproefde medicijnen niet massaal krijgt voorgeschreven.
Wie zijn de grootste aanjagers van dit hardnekkige frame? In opdracht van Medialogica bracht de Utrecht Dataschool de discussie rondom hydroxychloroquine op Twitter in kaart. Onderzoekers Tom Stienen en Jeroen Bakker namen ongeveer 290.000 Nederlandstalige tweets onder de loep uit de periode van 1 februari 2020 tot en met 1 april 2021.