Zeven jaar geleden was hij nog 'die korte’ van het rapduo The Opposites. Nu staat Willem de Bruin met zijn debuut theatervoorstelling Spuug van God op Het Imaginaire Eiland van Oerol. De korte van de twee is hij niet meer. Maar wie hij wel is? Daar zoekt ook De Bruin een antwoord op.

Net als in 2020 kan cultureel festival Oerol ook dit jaar niet in zijn gebruikelijke vorm doorgaan. De meeste optredens zijn online te beleven op het zogenoemde Imaginaire Eiland. Willem de Bruin is één van de makers die zijn voorstelling vanaf het digitale eiland zal streamen. Hij heeft zijn stuk van tevoren opgenomen, want live spelen was door het bijzondere bouwwerk waarin hij optreedt geen optie.

"Het object, waarin ik sta, is gemaakt van spiegels die licht doorlaten. Daardoor zie je me op bepaalde momenten wel en op bepaalde momenten niet. Soms ziet het publiek zichzelf, afhankelijk van waar je zit. Alleen die lichtinstellingen zijn zo kwetsbaar, dat moet je heel precies filmen, anders zie je steeds alleen maar een reflectie."

Spiegels kunnen een hoop van jezelf tonen, maar voor De Bruin is het een worsteling om te bepalen wie het is die hij ziet in de reflectie. Met een vader geboren op Curaçao en een moeder uit Amsterdam voelde hij zich nooit helemaal Nederlander en ook nooit helemaal Antiliaan. Maar, wie is hij dan wel? Zijn voorstelling is een zoektocht naar een antwoord op die vraag.

Tekst gaat verder na afbeelding

De Bruin speelt zijn voorstelling in een object gemaakt van spiegels die licht kunnen doorlaten.

Negatieve stemmen

In 1985 wordt De Bruin geboren in een dorpje in Noord-Holland. Hij weet niet beter dan dat zijn vader zwart is en zijn moeder wit. Maar wat hij wel merkt, is dat mensen anders met hem omgaan dan met zijn witte vriendjes. Mensen vragen hem vaak waar hij vandaan komt, of hij niet een Marokkaan is en waarom hij eigenlijk Willem heet.

 "Ik kreeg het gevoel dat ik niet hetzelfde was als iedereen om me heen. Dat is voor mij denk ik een van de factoren geweest waardoor ik dacht: Nederland is niet mijn plek. En datzelfde had ik ook op Curaçao, omdat ik daar weer veel witter was dan de anderen, dus dat was ook mijn plek niet. Maar wat is dan wel mijn plek, vroeg ik me af. Als niemand in de buitenwereld ziet wie ik ben en iedereen om me heen stelt me er vragen over, hoe moet ik dan zelf weten wie ik ben?"

Als donker jongetje in een witte gemeenschap gaat het benadrukken van zijn ‘anders-zijn’ vaak ook gepaard met discriminatie en racisme. Als hij een winkel ingaat, heeft hij het gevoel dat mensen hem aankijken alsof hij iets gestolen heeft. Door de politie wordt hij soms zonder duidelijke reden aangehouden. Door dit soort ervaringen krijgt De Bruin het idee dat mensen op een negatieve manier naar hem kijken. En dat idee laat hem niet los.

"In mijn hoofd zijn die negatieve stemmen door blijven praten. En dat heeft ervoor gezorgd dat ik mezelf in veel situaties op een negatieve manier zie, zoals ik denk dat andere mensen mij zien. In deze voorstelling wil ik vertellen hoe dat mechanisme werkt. En hoe ik van de patronen die ik als klein kind heb gevormd, waarin mensen van buitenaf bepaalden wie ik ben, af probeer te komen."

Eigen gevecht

In het maakproces van de voorstelling heeft De Bruin veel met zijn ouders gepraat over zijn jeugdjaren. Zij hadden niks door van de worstelingen waarmee hij te maken kreeg; iets wat De Bruin goed begrijpt. "Als kind zijn je ouders je voorbeeld. Zij nemen je aan de hand en leren jou wat het leven is en wat de wereld inhoudt. Je leert door hun ogen naar de wereld te kijken. Dus als er iets fout gaat, dan neem je hen dat ook kwalijk. Of je verwacht van hen dat ze het voor je oplossen. Maar door het maken van deze voorstelling ben ik erachter gekomen dat zij nooit mijn problemen hadden kunnen oplossen. Dat dat ook niet aan hen is. En dat ik mijn ouders ook niet ben.

"Ik ben een eigen identiteit, een eigen persoon. Mijn kijk op de wereld is mijn kijk op de wereld en mijn ervaringen zijn mijn ervaringen. Mijn moeder is geboren in Amsterdam en is helemaal Nederlands. Mijn vader is geboren op Curacao en hij is pas in zijn twintiger jaren naar Nederland gekomen, hij is echt een Antilliaan. Dus de ervaringen die ik heb, van het nergens thuis voelen, die hebben zij niet. Zij hebben nooit met mijn ogen kunnen kijken naar mijn problemen, mijn gevecht. En ik weet wel dat zij uiteindelijk altijd met de beste bedoelingen hebben gehandeld."

Erkenningstocht

Inmiddels is De Bruin zelf vader en heeft hij zijn eigen kinderen om de wereld aan te laten zien. Hij zou hen graag zijn levenslessen meegeven, maar aan de andere kant wil hij ze ook niet opzadelen met de worstelingen waar hij zelf mee te maken kreeg. "Misschien zijn de dingen waar ik tegenaan liep voor hen helemaal geen issue. Maar ik vind het wel belangrijk om mijn kinderen duidelijk te maken hoeveel verschil er is op de wereld en hoe anders iedereen eigenlijk is. En dat zij als mens mogen zijn wie ze zijn."

Gelukkig ziet De Bruin dat niet alleen hij, maar ook veel anderen steeds actiever bezig zijn om Nederland inclusiever te maken door verhalen te vertellen van álle Nederlanders. "Voor mijn gevoel zijn we nu pas echt bezig met de grote erkenningstocht waarin we bepalen wie we als Nederland zijn. Dat Nederland meer kleuren heeft dan alleen maar rood, wit, blauw. Ik denk dat het heel belangrijk is dat er jongetjes en meisjes zijn zoals ik die nu opgroeien en zeggen: ik ben wél een Nederlander. Ik heb het recht om hier te zijn. En op het moment dat jij mij aankijkt alsof ik ergens anders vandaan kom, dan moet jij jouw blik aanpassen en niet ik mijn gevoel van identiteit."

Reflectie

Nu staat De Bruin in een hok met spiegels, waarin blikken van toeschouwers en ook de blik van dat kleine Willempje dat nog altijd in hem zit, hem aankijken in de reflectie. Heeft hij inmiddels door de zoektocht die aan deze voorstelling voorafging gevonden wie hij zelf is?

"Ik denk niet dat je ooit precies kan weten wie je bent, want dat blijft altijd veranderen. Maar ik heb nu wel een bewuster beeld van hoe ik wil dat mensen naar me kijken. Ik heb mijn goede en mijn slechte kanten. Ik besef me dat ik mijn hart op de juiste plek heb en daarom schaam ik me niet voor wie ik ben of wat ik doe. Ik ben een mens zoals een mens behoort te zijn."

Ga naar de voorstelling

Benieuwd naar deze voorstelling? Kijk Spuug van God vanaf vrijdag 11 juni 22:15 uur tot zaterdag 12 juni 13:00 uur op Het Imaginaire Eiland van Oerol.

Meer verhalen over identiteit