Jong en oud onder één dak, voor meer leven in de brouwerij. Als verzorgingstehuis Tuindorp-Oost in Utrecht met groeiende leegstand en bezuinigingen te maken krijgt, grijpt de directie tweeënhalf jaar geleden in.

Ongebruikte ouderenwoningen worden verhuurd aan jonge starters. Inmiddels hebben ruim veertig jongeren hun intrek genomen. Cuno Balfoort (28), die centraal staat in de Human-documentaire Een nieuwe morgen, is één van hen. 'We hebben gelukkig geen zorgplicht, dat had ik wel eng gevonden. Dat je dan ineens billen moet gaan wassen.'

Hoe kom je als vijfentwintigjarige in een verzorgingstehuis terecht?

'Ik woonde in een studentenhuis met een sociale inslag in Utrecht. Ik was gangbeheerder, verantwoordelijk voor het reilen en zeilen op een gang waar vijfentwintig studenten aan woonden. We werden aangemoedigd om samen activiteiten te ondernemen en leuke dingen te doen. Op onze gang ontstond, hoe verschillend iedereen ook was, een vriendengroep.'

'Toen we van de plannen met het verzorgingstehuis hoorden, hebben elf van ons een motivatiebrief geschreven, en die gebundeld aangeboden aan Socius, de beheerder van project Tuindorp-Oost. Zo zijn we allemaal op dezelfde etage terecht gekomen in het zorgcentrum. Dat is nu tweeënhalf jaar geleden.'

'Ik wil mijn hele leven al in een dorpje wonen. Zo voelt deze flat wel. Een dorp met vrienden en met ouderen. En zoals dat gaat in een dorp: af en toe voorzie je elkaar van wat aandacht en hulp. Ik ben vrij sociaal ingesteld, dus dat kost me weinig moeite. En zo zijn er meer. Elke oudere bewoner heeft wel een jonger iemand die zich om hem of haar bekommert. Die wat eten brengt, een taart bakt, of een praatje maakt. Het zijn van die kleine dingen, die hier dagelijks gebeuren. Het is eigenlijk wel een beetje zoals ik me voorgesteld had. Dat wat wij met de gang kunnen, dacht ik, dat kan ook met ouderen erbij.'

Toch moest je wel even wennen aan de 'bejaardenlucht', zeg je aan het begin van de documentaire.

'Ja, dat is wel een ding. Als je binnenkomt, ruikt het naar bejaardentehuis. Naar medische zeep, dat soort luchtjes. Ik denk dat iedereen die geur wel zal kennen. Het is niet perse een vieze geur hoor, maar je weet wel: 'Ik ben in een bejaardentehuis'. Die lucht hangt er nog steeds, maar mijn perceptie is snel veranderd. Als ik nu door de hoofdingang binnenkom, heb ik echt het gevoel dat ik thuiskom. Dan zeg ik de ouderen in de zaal gedag, maak ik een praatje. Daarna kom ik langs mijn vrienden op de etage, maak ik daar een praatje. Dan, na zo'n dertig minuten, kom ik in mijn eigen woning aan. Ik vind dat wel leuk. Ik denk dat dat veel interessanter is dan thuiskomen op een plek waar niemand op je wacht.'

Ook verbaas je je ook over de egocentrische houding van veel ouderen in het tehuis.

'Dat blijft en dat staat een echte vriendschap in de weg. Een van de basisprincipes van vriendschap is dat het over en weer is, dat de interesse wederzijds is. Bij veel ouderen ontbreekt die wederzijdse interesse. Toen ik hier net kwam wonen, viel me dat op. De ouderen zijn erg op zichzelf gericht. Klagen over de ziektes die ze hebben, of over het behandeltraject waar ze in zitten.'

'We hebben daar een gesprek over gehad met een arts en die kon dat goed verklaren. Hij legde uit dat je, naarmate je ouder wordt en de dood dichterbij komt, je steeds meer moet loslaten. Het laatste dat je loslaat, dat ben je zelf. Als je alleen nog jezelf hebt, dan is het eigenlijk niet heel gek dat je daar dan op gericht bent.'

'Toch kun je daar goed omheen. Als je naar iemands jeugd vraagt, of naar hoe iemand zijn of haar partner heeft ontmoet, heb je een heel inspirerend gesprek. Het geldt ook niet voor iedereen. Er zijn ouderen met wie ik hartstikke goede gesprekken heb over politiek, of over klassieke muziek. En er is bijvoorbeeld een dame die vroeger een cateringbedrijf heeft gehad, die doe je een groot plezier als je voor haar kookt.'

'Gaandeweg leer je dat een beetje, leer je wie je waarmee een plezier kunt doen. En ja, dat is anders dan een vriendschap. Je faciliteert iemand meer dan zij jou, om het zo maar te zeggen. Soms heb ik wel het gevoel dat ik er meer zit voor hen dan zij voor mij, maar dat ervaar ik nooit als een probleem.'

Je zou ook kunnen zeggen: 'Bekijk het dan maar, ik ga op mijn kamer zitten'.

'Natuurlijk zijn er dagen waarop ik me afsluit. Er zijn ook wel jongeren die dat doen, die geen contact hebben met de ouderen. Je moet over het algemeen wel de instelling hebben dat je mensen een plezier wilt doen, hier. Tegelijk kun je, ook al is het misschien eenzijdig, heel veel halen uit contact met ouderen. Laatst hielp ik een dame met de afstandsbediening van haar televisie. Die werkte niet meer. Ze moest over een enorme drempel om me om hulp te vragen, ze durfde dat eigenlijk niet.'

'Ik vond het heel bijzonder dat ze dat toch deed. En het was een kwestie van vijf minuten, een paar knopjes indrukken en het probleem was verholpen. Ze was daar zo dankbaar voor, ze was tot tranen geroerd. Met die vijf minuten had ik dat bereikt. Wie zou dat nou niet willen? Wie zou zich daar nou voor willen afsluiten?'

Wat is het belangrijkste dat je de afgelopen tweeënhalf jaar geleerd hebt?

'Ik heb geleerd dat als je iemand helpt, hoe klein het ook is, dat dat zoveel positiviteit meebrengt, ook voor jezelf. En verder is hier wonen een les in geduld en vooral ook in nederigheid. Als je iemand naar zijn of haar verleden vraagt, komen er al gauw de meest gruwelijke ervaringen aan de Tweede Wereldoorlog naar boven.'

'Zo vertelde iemand me dat hij vanuit Duitsland te voet naar Nederland is gevlucht, om onder de dwangarbeid uit te komen. Zonder eten. Dan besef je met welk privilege je eigenlijk bent opgegroeid. Mijn generatie kent geen wereld zonder televisie, zonder internet, zonder luxe. Ik heb nooit honger gehad. Daar mogen we wel wat meer bij stilstaan.'

'De verhalen die je hoort, zijn erg inspirerend. Een dame met wie ik wel eens koffie drink bijvoorbeeld, was en is hartstikke slim, maar moest naar de huishoudschool. Zo ging dat in die tijd. Maar ze heeft zich daar niet bij neergelegd, en heeft zich naar het hoger onderwijs opgewerkt. Dat vonden mensen heel apart, dat ze zo tegen de conventies in handelde.'

'Of iemand die zijn hele leven gelovig was, en pas later, nadat zijn vrouw overleden was, atheïst is geworden. Dat iemand op hoge leeftijd zijn verleden durft te bevragen en ermee durft te breken. Ik vind dat zo moedig. Mensen zijn altijd in beweging, zijn altijd aan het ontwikkelen. Het inspireert mij ook om het beter te doen, boven mezelf uit te stijgen.'

Aanrader dus, zo'n verzorgingstehuis?

'Ik zou mensen zeker aanbevelen om oog te hebben voor hun omgeving. Maar daarvoor hoef je niet tussen ouderen te gaan wonen. Ik kan me voorstellen dat dit ook wel wat veel is, voor veel mensen. Maar ik denk wel dat we Nederland wat meer zouden kunnen inrichten zoals dat hier in het verzorgingstehuis ook gebeurd is.'

'Dat er wat meer contact is tussen verschillende generaties. Dat er gestimuleerd wordt om samen iets te ondernemen. Zoals we hier een lichtjestocht hadden, of een pizza-avond, en je ontdekt dat er heel veel ouderen nog nooit pizza hebben gegeten. Ik denk dat dat voor écht iedereen goed is, die verbintenis.'