Wie zichzelf een beetje overschat, krijgt zelfvertrouwen en onderneemt tenminste iets.

Ze wilden samen 35 uur spreektijd in de Tweede Kamer, om zo te voorkomen dat de wet-Hillen wordt afgeschaft: Martin van Rooijen van 50Plus en Edgar Mulder van de PVV bliezen het ‘filibusteren’ nieuw leven in. Hun extreem lange redevoeringen zouden de afschaffing van de wet moeten vertragen. Ooit had een senator in de Verenigde Staten het in zijn eentje meer dan 24 uur volgehouden met een spreekbeurt over burgerrechten. Dan zouden zij het met zijn tweeën toch zeker 35 uur moeten volhouden.

Maar het liep anders. Al na vierenhalf uur gaf de 75-jarige politicus het op. Van Rooijen, gepokt en gemazeld in de politiek - hij was staatssecretaris in het kabinet-Den Uyl in de jaren zeventig - was na het eindeloos herinneringen ophalen en brieven voorlezen wel uitgepraat.

Na nog eens twee uur werd Mulder gestopt door ingrijpen van de Kamer, die vond dat de PVV’er te weinig inhoudelijk op de zaak inging - Mulder begon bij de oude Grieken. Het leek meer een theater dan een serieus debat, vond een Kamerlid. Overigens wisten de twee heel goed dat ze zich aan het onderwerp moesten houden en niet in herhaling mochten vallen.

Zelfoverschatting is een oermenselijke eigenschap die iedereen in meer of mindere mate bezit.

Mij lijkt het vooral zelfoverschatting. Het is een oermenselijke eigenschap die iedereen in meer of mindere mate bezit. Ze is nog handig ook, want wie zichzelf een beetje overschat, krijgt zelfvertrouwen en onderneemt tenminste iets. Je zag het in de aflevering van Dat had je gedacht van vorige week: de meeste autorijders vinden zichzelf beter dan een gemiddelde chauffeur, en de meeste managers vinden zichzelf een betere manager dan gemiddeld.

Ook Van Rooijen en Mulder moeten zichzelf een betere politicus vinden dan gemiddeld. Vooraf blaakte Van Rooijen in elk geval nog van zelfvertrouwen: ‘Hier past een inhoudelijk, lang en breed verhaal bij over de onbetrouwbare overheid. En over de kloof tussen burger en politiek die door dit plan bepaald niet kleiner wordt. Dat ga ik vertellen,’ zei hij tegen de Volkskrant. Vooraf goed eten en op tijd naar bed, en dan zou hij dit varkentje wel even wassen.

Op de valreep spotte ik nog een opvallend denkpatroon. Toen het hem niet gelukt was zijn afgesproken spreektijd vol te kletsen, zei Van Rooijen tegen de NOS dat dit ook niet erg was. Zijn boodschap was met vierenhalf uur ook wel overgekomen, daar had hij geen vijftien uur voor nodig. Waar kennen we dit ook weer van? Juist: cognitieve dissonantie-reductie, zie aflevering één van Dat had je gedacht. Als er spanning zit tussen je gedrag (ophouden met filibusteren) en je overtuiging (filibusteren is nodig en ik kan dat), dan ga je gewoon anders nadenken om je opvatting overeind te kunnen houden (ik kan dat, maar filibusteren is niet nodig). En voilà: de spanning is opgelost.

Dat had je gedacht

is een Human-televisieprogramma over helder denken en de momenten dat ons brein ons in de steek laat. Onder leiding van de bekende Vlaamse filosoof Johan Braeckman doet een groep van honderd vrijwilligers mee aan psychologische tests, die verschillende denkvalkuilen blootleggen.

Van het bevestigingsvooroordeel en cognitieve dissonantie tot het verloren kosten-effect. Braeckman laat zien hoe die denkpatronen ons op het verkeerde been kunnen zetten. In huis-tuin-en-keukensituaties, in de actualiteit, maar ook in grote historische gebeurtenissen kunnen die denkpatronen een beslissende invloed hebben.