Deze ervaring, die Çankaya eraan herinnert dat hij anders is, staat niet op zichzelf. Zijn boek Mijn Ontelbare Identiteiten gaat over het zijn van een Ander in Nederland. "De tweede generatie migranten, die hier wordt geboren, gaat door de pijn van het wortelen, waar de eerste generatie nog in nostalgie verkeert naar het land dat zij hebben verlaten.
"Mijn generatie had te maken met uitsluiting, zoals discotheken niet binnen mogen. Maar in dit moment in de klas was het een leraar die mij een etnisch etiket opplakte, met een negatieve codering." Dat oordeel heeft een zwaarder gewicht en laat hem niet onberoerd.
Çankaya gaat zich verdiepen in de Centrumpartij, en ziet dat het een keerpunt in het publieke debat in Nederland over minderheden heeft gevormd. De partij wordt door het Nederlands Documentatiecentrum Politieke Partijen gekarakteriseerd als "openlijk racistisch, haatdragend tegen vreemdelingen en bij vlagen nationaalsocialistisch".
In zijn boek schrijft Çankaya: "De Centrumpartij bracht etnische minderheden in verband met allerlei ongelijksoortige sociale problemen: huisvesting, werkeloosheid, criminaliteit, drugs. Het streven was om de grenzen te sluiten en als ze aan de macht kwamen, migranten het land uit te zetten. Zo kwam de partij in opspraak door uitspraken als 'vol = vol' en 'eigen volk eerst'."