Margo Trappenburg, bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Humanistiek, onderzoekt de omslag die onze samenleving maakt van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. Voor Human.nl geeft ze haar visie op de documentaire Harry, Tiny en Sonja (uitzending maandag 13 april, 20.30 uur, NPO 2).

Harry, Tiny en Sonja
"Deze mooie documentaire geeft een representatief beeld van wat er gebeurt wanneer mensen vanuit een instelling in een gewone buurt worden geplaatst. Complimenten aan de makers.

De film volgt drie mensen met een psychiatrische achtergrond. Bij één van hen, Sonja, is de dochter nadrukkelijk betrokken. Onderzoek wijst uit dat mantelzorgen, bijvoorbeeld voor een familielid met een psychiatrische achtergrond, ongelofelijk zwaar is. Je kunt je bij psychiatrische patiënten voorstellen dat het voor de familie te zwaar is om deze zorg aan te gaan. Dit klinkt ook door bij de dochter van Sonja. Het is één van de directe gevolgen van het terugplaatsen van deze mensen in de samenleving. De familie draagt weer de primaire verantwoordelijkheid. Vaak hebben zij al veel voor de kiezen gehad en zijn zij al tot de nek belast geweest. De film laat mooi zien hoe zwaar dit proces is voor de familie."

Een hond voor Harry
"Aan de andere kant zijn mensen die terugkeren in de maatschappij blij met een eigen appartement. Dit zie je in de film en eerder onderzoek toont dit ook aan. De integratie gaat vaak echter niet verder dan het hebben van een huis in een gewone flat. Ze hebben doorgaans alleen contact met medebewoners, familie en hulpverleners. Mensen slagen er meestal niet in om een stabiele positie in de samenleving te krijgen. Je ziet in de film bijvoorbeeld dat Harry aan werk probeert te komen, maar dat dit niet goed gaat. Vervolgens probeert Harry een hond te krijgen. Via honden kan hij op een niet bedreigende manier contact maken met andere mensen. Dit zijn precies de contacten die je hem zou gunnen en die hem goed zouden doen. Zij zijn vaak een goede manier om mensen met een psychiatrische aandoening te laten integreren."

Participatiesamenleving
"Er is veel voor te zeggen om de klassieke verzorgingsstaat zoveel mogelijk overeind te houden. Via belasting en premies zorgen we gezamenlijk voor de kwetsbare mensen in ons midden. Door de overgang naar de participatiemaatschappij doen we het niet meer met zijn allen. De zorg wordt afgewenteld op op degenen die het betreft. Niet iedereen heeft een psychiatrisch familielid, maar degenen die het hebben, moeten nu zelf de zorg dragen.
De zorg verplaatst zich van ‘met zijn allen’ en naar rato van inkomen, naar familieleden en mensen die zich aangesproken voelen door het appèl van de overheid op de burger om bij te dragen aan de participatiesamenleving."

Wederkerigheid
"Mensen zijn best bereid om op basis van wederkerigheid iets te doen voor hun buren. Dat gaat vrij automatisch. Maar als iemand dementerend is of een chronische psychiatrische aandoening heeft, is dat níet tijdelijk. Dan is er geen sprake meer van wederkerigheid, maar van het ernstig overvragen van burgers.

Als deze mensen weer in de maatschappij wonen, moet er een vorm van zorg en dagbesteding zijn. En daar wordt veel op bezuinigd. Maar vragen aan lokale bedrijven of zij mensen in dienst willen nemen, is bijvoorbeeld heel ingewikkeld en niet iedereen zit hier op te wachten.

De film laat precies een aantal knelpunten zien. Als je mensen uit hun zorginstellingscontext haalt, zullen velen daar blij mee zijn. Maar deze mensen hebben nog wel hulp en begeleiding nodig. En wie gaat die hulp geven? Als het niet meer de bedoeling is dat zorgverleners dit gaan doen, moet je goed de vraag stellen: wie dan wel? Het is niet verantwoord om dit in het midden te laten of af te schuiven op ‘de samenleving’. Dat zijn de familieleden die het al heel zwaar hebben, of mensen die het zich aantrekken. Dit is een consequentie van de participatiemaatschappij die te weinig benoemd wordt. Deze film nodigt uit tot het nadenken over deze dilemma’s."

Meer lezen?
Rapport van Hester van de Bovenkamp en Margo Trappenburg over familieleden van psychiatrische patiënten:

Femmianne Bredewold, 'Lof der oppervlakkigheid. Contact tussen mensen met een verstandelijke of psychiatrische beperking en buurtbewoners', Van Gennep 2014.