Gezond eten, is dat wel zo simpel als het lijkt? In de gemiddelde supermarkt valt 80% van alle producten buiten de Schijf van Vijf (de richtlijnen van het Voedingscentrum). Naast dat we constant worden misleid door producenten, bestaan er ook veel hypes die zich te veel concentreren op één onderdeel van voeding. In Op je Gezondheid legt Jaap Seidell uit waar we op moeten letten om gezond te eten.

Jaap Seidell is hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam, waar hij de afdeling Voeding en Gezondheid leidt. Hij focust zich op preventie en interventiestrategieën voor een gezondere samenleving en schreef meerdere boeken over gezond eten.

In aflevering zes van Op je Gezondheid ontvangt Nadia Zerouali hem in de studio. In de podcastserie worden feiten over een gezond leven van fabels onderscheiden. En als er een onderwerp is waar heel veel fabels over bestaan, dan is het wel ons eten.

Jij bent al sinds 2002 hoogleraar Voeding en Gezondheid. Waarschijnlijk heb je in al die jaren al een heleboel hypes en diëten voorbij zien komen. Waarom is het eigenlijk zo moeilijk voor ons om gezond te eten?

“Er zijn steeds meer voedingsmiddelen op de markt, naast dat er heel veel marketing, reclame en informatie beschikbaar is. Ik denk dat mensen daardoor echt het idee hebben dat ze in een soort van jungle moeten navigeren.

Mensen verdiepen zich er veel in, maar soms ook te veel. Ik spreek ook wel eens jonge mensen die dan zeggen: ‘Ik wil minder gluten en histamine eten. Ik wil wel vega eten, maar ik wil ook niet teveel lectines in mijn voeding, en zo gaan ze door…  Ze weten echt al heel veel. Maar dan denk ik ook: ja, nu weet je weer te veel.

Je kunt je ook overal zorgen over maken. Bij ieder voedingsmiddel kun je wel iets bedenken wat minder goed eraan is en wat beter kan.”

Jaap Seidell is hoogleraar voeding en gezondheid aan de Vrije Universiteit Amsterdam. In de podcast Op je Gezondheid is hij te gast bij Nadia Zerouali en Elsie Vermeer om te spreken over voedingsfabels.

Om de zoveel tijd komen er nieuwe hypes op, die dan een gezond, goed en lang leven beloven. Nu zien we in de supermarkten heel veel producten met ‘extra proteïne’ en ‘rijk aan eiwitten’. Is dat een marketing truc of hebben we echt meer proteïne nodig?

“Nee, dat laatste zeker niet. Het is een marketingtruc. Ik doe nu 50 jaar onderzoek naar voeding en gezondheid. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw was er de angst voor cholesterol en verzadigd vet. Toen stond er op een pak rijst en op een pak suiker: 0% cholesterol en geen dit en dat.”

Wat we nu hebben met rijk aan eiwitten bij yoghurt.

“Ja, er is een tijd geweest met een focus op minder suiker en minder koolhydraten. Nu is het eiwit, dan verruil je het ene nutriënt voor het andere. Maar het is natuurlijk ook zo dat we eiwitten nodig hebben.”

Want waar heeft ons lichaam eiwitten voor nodig?

“Eigenlijk voor heel veel. Voor lichaamsfuncties, maar ook voor organen en opbouw van je lichaam. Spieren bestaan uit eiwit, daarom is vlees zo'n goede bron van eiwit. We kunnen ook niet zonder eiwit. Met name niet zonder de onderdelen van de eiwitten die echt essentieel zijn, die we niet zelf kunnen maken.

Want eiwitten maken we ook zelf in ons lichaam, maar sommige bouwstenen moeten we echt uit de voeding halen. Maar ja, daar hebben we geen tekort aan.”

En als je nou een hele fanatieke bodybuilder bent die tien uur per dag in de sportschool doorbrengt?

“Ja, maar die kopen niet die extra proteïneproducties uit de supermarkt. Die hebben dan zo'n poeder wat ze aanleggen met water, melk of wat dan ook.”

Maar ik zie ook dat mijn zoon denkt dat hij dat nodig heeft als hij naar de sportschool gaat.

“Die hoge eiwitbehoefte heb je bij mensen die ziek zijn of bij mensen die heel oud zijn, waar hun spiermassa afneemt. Ook bij mensen die echt bodybuilden. Die hebben zo'n grote spiermassa dat ze dus ook heel veel spieren verliezen elke dag. Die aanbouw van die spieren die is dus veel belangrijker dan bij ons, dan heb je meer eiwit nodig.”

Dus als je een bodybuilder wil zijn, dan heb je het nog steeds niet nodig. Pas als je het echt bent.

“Ja, pas als je het echt bent. En dan kan het ook nog steeds heel gemakkelijk gewoon met een biefstukje zo nu en dan of wat kwark, noten, bonen en al dat soort zaken. Dan heb je die eiwitbehoefte ook al lang weer gedekt.”

In dieetland, jij noemde het net al, was het vermijden van koolhydraten ook een grote tijd trending. Werkt het als je wil afvallen?

“Zeker, ja. Alles weglaten, of een heleboel weglaten uit je voeding helpt altijd bij afvallen. Dus als je geen koolhydraten meer eet, dan eet je geen brood, pasta, rijst, aardappelen enzovoort meer. Dan laat je heel veel weg en dat vervang je dan eigenlijk door iets anders, dat helpt dus wel. Maar het gaat eigenlijk nooit over waar die koolhydraten inzitten en wat voor soort koolhydraten of wat voor vetten het zijn.

Koolhydraatrijke producten zijn inderdaad witbrood, Coca-Cola en snoep. Maar koolhydraatrijke producten zijn bijvoorbeeld ook groenten, fruit en bonen. Aan de andere kant heb je vetten. Er zitten vetten in vis, boter en in allerlei bewerkte producten.

Dus we hebben het over veel verschillende soorten producten, maar we moeten het eigenlijk over voedsel hebben, niet over stofjes die erin zitten. Want dan beoordeel je iets complex als bijvoorbeeld een ei, waar heel veel voedingswaarde, eiwit, vitamines en mineralen in zit. Maar er zit ook cholesterol in en vanwege het cholesterol mag je het dus niet eten, of maar heel beperkt.

En dat is eigenlijk de versimpelingen of het reductionisme van de voedingswetenschap. Het wordt allemaal teruggebracht tot iets zo simpel, dat het maar over één stofje gaat. En daar kan je eindeloos dus hypes over formuleren. “

Voor diëten die eigenlijk niet werken.

“Nee, die werken niet. Want mensen eten geen cholesterol, calorieën of zoiets eigenlijk. Ze eten voedsel en ze drinken dingen. En ja, de meeste natuurlijke voedingsmiddelen hebben allerlei soorten van vetzuren, koolhydraten, eiwitten enzovoort.

Het gaat dus vooral om de verpakking. De industrie gebruikt die hypes vervolgens om mensen te misleiden om hun (ongezonde) producten aan de man te brengen. Dus je ziet op het station allerlei hoog-eiwit-producten. ‘Rijk aan proteïne.’ En dat zijn allemaal van die hele dure reepjes. Zo'n heel klein chocoladereepje met wat nootjes erin. Dat is dan 2,99 euro of zo.”

Dan moeten eigenlijk de alarmbellen gaan rinkelen.

“Ja, maar de kassa rinkelt in plaats van de alarmbellen.”

Dus we moeten het doen met de kennis die we krijgen op de verpakkingen, zoals bijvoorbeeld de Nutri-Score nu. Wat vind jij daar eigenlijk van, van die Nutri-Score?

“Nou, die Nutri-score is al een stuk verbeterd. Want Nederlandse wetenschappers en het Voedingscentrum waren echt heel ontevreden met die Nutri-score. Dat had ermee te maken dat producten die juist aangeraden worden, zoals olijfolie, omdat er veel vet in zit, een hele lage score kreeg. Die moest je dus vooral mijden. Maar light cola, omdat er geen suiker in zit, kreeg je weer een hele hoge score.

Dus dan kreeg je een beetje de indruk dat als je maar heel veel van die bewerkte producten eet, waar zoetstoffen aan toegevoegd zijn, maar verder geen voedingswaren, dat dat een hele goede keuze is. En dat je traditionele voedingswaren – uit bijvoorbeeld de Mediterrane keuken – dat je die moest gaan mijden omdat er veel vet in zit of wat dan ook.

En dat was helemaal niet in overeenstemming met de Schijf van Vijf of met de richtlijnen van Goede Voeding van de Gezondheidsraad. Dus daar is enorm tegen geprotesteerd. En toen is er aan het algoritme gesleuteld, met heel veel tegenzin van de Fransen die dat ontwikkeld hadden. Het is wel een beetje beter, maar het heeft nog heel veel bezwaren.

Eén daarvan is dat het vrijwillig is voor fabrikanten om het erop te zetten. Dus als je denkt dat je product niet zo best scoort, dan zet je het er gewoon niet op. En het andere bezwaar is dat het heel ingewikkeld is. Je kunt dus een product dat ‘ongezond’ is, ‘gezonder’ maken door bijvoorbeeld proteïnepoeder toe te voegen. Maar het is nog steeds een ongezond product.”

Stel dat je minister van Voeding zou zijn, wat ik belachelijk vind dat we het niet hebben trouwens, hoe zou jij ons voedselsysteem inrichten?

“Ik zou beginnen met gezonde schoolmaaltijden. Drie gangen met groente en fruit, volkoren graanproducten, water… Want kinderen zitten vanaf hun vierde tot aan hun twaalfde jaar op school, vijf dagen in de week. En ze hebben maar acht minuten om heel snel wat witte boterhammen naar binnen te proppen. En dat vinden we acceptabel, maar dat moet het niet zijn.

Ik neem altijd Frankrijk maar als voorbeeld, maar andere landen hebben ook zoiets. Frankrijk heeft het in de wet staan: als je kind in een omgeving komt waar die de hele dag is, dan ben je als school wettelijk verplicht om gezonde maaltijden aan te bieden. Dus je kunt in één klap eigenlijk een heleboel kinderen, een generatie, acht jaar lang beter voeden.

We hebben een haastige cultuur waar geen tijd en aandacht is voor eten. Dan komt het ook niet vanzelf goed. En als je bovendien ook nog eens een aanbod hebt waar de gemakkelijke, lekkere en meest gemarkete keuze de meest ongezonde keuze is, dan gaat het niet lukken.

Ik denk dat wanneer we ons meer bewust zijn van het belang van voeding, dan komt het wel weer goed. Dus we moeten daar met elkaar wel om vragen. Dat we het met elkaar anders willen.”

Luister de podcast Op Je Gezondheid

Elke maandag via NPO Luister en je podcast-app

Hoe maakbaar is je gezondheid? En wat klopt er van gezondheidsclaims van influencers, coaches en merken? De podcastserie Op je Gezondheid onderzoekt in twintig afleveringen de zin en onzin van onze gezondheid. Samen met wetenschappers, dokters en andere experts, scheiden presentator, schrijfster en kok Nadia Zerouali en journalist Elsie Vermeer feiten van fictie. Iedere week laten zij zien hoe nieuwe kennis je leven, en vooral je gezondheid, positief kan beïnvloeden.

Dit vind je ook interessant