De helft van vrouwelijke journalisten heeft te maken (gehad) met bedreigingen en intimidatie. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Een onveilig klimaat’. Zeventig procent van de respondenten vindt bedreigingen een actueel en reëel gevaar voor de persvrijheid.

‘De persvrijheid is in het geding,’ zegt Thomas Bruning, algemeen secretaris van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ). ‘We kunnen het niet zomaar in een la stoppen, maar we moeten er echt iets aan gaan doen.’

Twee jaar geleden bleek ook al uit het onderzoek Een dreigend klimaat  dat bedreigingen en intimidatie zijn toegenomen. Toen vond 79 procent bedreigingen een gevaar voor de persvrijheid.

Nu schrok Bruning dus niet van de resultaten, maar twee jaar geleden wel. ‘Het was toen echt duidelijk dat bedreigingen niet alleen een ongemak zijn van het journalistieke vak, maar dat het echt heftiger is geworden'.

Een onveilig klimaat,  uitgevoerd door Laura Das (MA) en dr. Marjolein Odekerken, richt zich specifiek op vrouwelijke journalisten en is een vervolg op het onderzoek van twee jaar geleden. De resultaten in het nieuwe onderzoek werden verzameld via een enquête onder 366 vrouwelijke journalisten en elf diepte-interviews.

38 procent vindt dat onder vrouwelijke journalisten sprake is van terughoudendheid en voorzichtigheid, omdat men bang is voor bedreigingen. Meer dan de helft (53 procent) vindt dat dit de laatste jaren is toegenomen. 18 procent geeft aan niet meer aan bepaalde soort onderwerpen te beginnen, en 17 procent overweegt sommige invalshoeken niet meer.

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Thomas Bruning zit bij een rondetafelgesprek over bedreiging van journalisten in 2018

Grotere zichtbaarheid

Waarom bedreigingen en intimidatie de laatste jaren zijn toegenomen, is voor een groot gedeelte gissen, volgens Bruning. ‘Maar er is een aantal logische redeneringen. Bijvoorbeeld dat journalisten zichtbaarder zijn geworden. Journalisten gaan steeds meer op pad met camera of telefoon en wanneer het gaat om beeldend materiaal, komt er een sterkere reactie.

‘Daarnaast zijn journalisten via social media makkelijker te vinden. Vroeger stuurde je misschien een brief naar de redactie, maar nu kun je heel die weg afsnijden. Je komt meteen in de privésfeer van een journalist. Bij social media speelt ook het anoniem reageren een rol. Je hoeft minder te doen om impact te maken en het kan gewoon vanuit huis of kantoor.’

Als laatste oorzaak wijst Bruning op het politieke klimaat. ‘Journalisten worden tot een partijdige speler benoemd, en negatief bejegend. Dit zet het grotere publiek aan om journalisten ook negatief te bejegenen. De journalist wordt dus een soort doelwit.’

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Verschil mannen en vrouwen

Opvallend is dat de bedreigingen en opmerkingen naar mannelijke journalisten anders zijn dan naar vrouwelijke journalisten. Bij mannen gaan bedreigingen en intimidatie veelal over inhoud, bij vrouwen zijn ze vaak persoonlijker.

Bijvoorbeeld opmerkingen over uiterlijk, racistische of seksistische opmerkingen. Dit zijn niet alleen externe bedreigingen, maar ook interne. Volgens het onderzoek vindt intimidatie naar vrouwelijke journalisten namelijk ook plaats op de werkvloer.

Op het Festival van het Vrije Woord  worden de resultaten van Een onveilig klimaat  besproken in een panel. Het jaarlijkse festival gaat over persvrijheid, en staat dit jaar staat in het teken van online intimdatie en bedreigingen. Journalist en NRC-columnist Clarice Gargard sluit aan bij het panel. Gargard heeft veel te maken gehad met bedreigingen en intimidatie.

Ook zij merkt dat het bij vrouwen, zeker bij vrouwen van kleur, vaak persoonlijk wordt.Tijdens het Festival van het Vrije Woord  sluit journalist Clarice Gargard aan bij een panel waarin de resultaten van Een onveilig klimaat  worden besproken. Gargard heeft veel te maken gehad met bedreigingen en intimidatie. Ook zij merkt dat het bij vrouwen, zeker bij vrouwen van kleur, vaak persoonlijk wordt.

‘Het gaat vaak over identitaire kenmerken,’ zegt ze tijdens het panelgesprek. ‘Als bedreigingen over inhoud gaan is het ook niet oké, maar dat is minder erg dan persoonlijke opmerkingen.’

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Het panel bij het 'Festival van het Vrije Woord'

Afmelden social media

Vorig jaar november was het voor Gargard de druppel. Online werd ze bestookt met haatvolle reacties onder een livestream van een demonstratie tegen Zwarte Piet, die ze op Facebook zette. Ze deed aangifte.

Gargard zal een van de weinigen zijn, want volgens het onderzoek Een onveilig klimaat is de aangiftebereidheid laag. Terwijl online-bedreigingen ook strafbaar zijn. ‘Als iemand op straat bedreigt, zou die ook opgepakt worden, maar online weten we niet hoe we er mee om moeten gaan. Terwijl online de wet net zo goed geldt,’ merkt Gargard op tijdens het panelgesprek.

Het onderzoek laat zien dat 32 procent van de journalisten de neiging heeft zich niet meer op social media te uiten, en 8 procent heeft zich daadwerkelijk afgemeld van social media.

Niet zo gek, aangezien 31 procent aangaf bedreigingen online en via social media te ontvangen. Juridische bedreigingen staan op de tweede plek, met 29 procent. ‘Gevoelige onderwerpen zijn ras, culturele identiteit, feminisme, (on)gelijkheid, misdaad, politiek en overheid, oorlog en veiligheid,’ zegt onderzoekster Marjolein Odekerken tegen de NVJ.

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Onderwerp ligt gevoelig

Een deel van respondenten geeft aan fysiek bedreigd te worden, en zelfs dan is de aangiftebereidheid laag. Dit en de hoge tolerantiegrens is onderdeel van de journalistieke cultuur, stellen zowel het panel als het onderzoek. Bedreigingen horen nou eenmaal bij het werk, journalisten wuiven het weg. Uit het onderzoek blijkt dat het onderwerp gevoelig ligt onder vrouwelijke journalisten.

Maar ondertussen hebben de bedreigingen en intimidaties niet alleen invloed op het vrije schrijven van de journalisten, ook de mentale gezondheid lijdt eronder. Respondenten hadden last van onder andere stress, angst en slapeloosheid. 

‘Ik vraag het me af of het me allemaal wel waard is,’ schrijft een respondent in het onderzoek. ‘Het is vermoeiend, en het maakt me boos en verdrietig. Waarom zou ik me zo moeten voelen met betrekking tot mijn werk?’

Een ander schrijft: ‘De energie gaat niet zitten in het werk, maar in het opvangen van andermans emoties. Je wordt bijna een soort prullenbak.’ Conclusie van het panel: het doet meer met je dan je wil en dan je denkt.

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Bestelauto reed in op het hoofdkantoor van de Telegraaf in 2018

Fenomeen zal niet stoppen

Een van de aanbevelingen van het onderzoek is dan ook dat er een cultuuromslag moet plaatsvinden. Binnen het werkveld meer solidariteit, en meer erkenning voor het probleem.

Vanuit de Stuurgroep Geweld en Agressie tegen Journalisten, die is opgericht na het rapport uit 2017, wordt nu het platform PersVeilig opgericht. Hierin werken de NVJ, Het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren, de politie en het Openbaar Ministerie samen om de positie van journalisten te versterken ten opzichte van bedreigingen en intimidatie.

‘Het fenomeen zal nooit stoppen,’ zegt Bruning. ‘Al is het maar omdat je als journalist toch altijd de spanningen opzoekt. Maar wat wel moet stoppen is de demotivatie. Journalisten moeten gewoon hun werk kunnen doen. Daaraan willen we met PersVeilig gaan werken.’

Via trainingen en cursussen wil PersVeilig journalisten en werkgevers beter informeren en voorbereiden. Maar vooral de bewustwording en erkenning is belangrijk. ‘We moeten niet alleen zeggen: “Het hoort bij het vak”, we moeten het beter het hoofd bieden. Beleid ontwikkelen en een collectieve norm stellen. Wanneer zeggen we: “Als dit gebeurt, dan ondernemen we actie.”’

Gelukkig is er ook nog een positief punt volgens het onderzoek; Door intimidatie en bedreigingen worden sommige journalisten juist stelliger en strijdbaarder.

Ook interessant