Deze week komen zakenmensen en politici bij elkaar in Davos om de grootste uitdagingen van deze tijd te bespreken. Hoort ongelijkheid daarbij?

Miljardairs zagen in 2018 hun vermogen met 2,5 miljard per dag toenemen, zo schreef Oxfam Novib in haar traditionele ongelijkheidsrapport daags voor de wereldtop van het World Economic Forum in het Zwitserse ski-oord Davos. Het vermogen van de armste helft van de bevolking zou daarentegen met 11 procent zijn afgenomen. 

Nog wat feitjes uit het rapport: In maart 2018 had Jeff Bezos, rijkste mens op aarde en directeur van webwinkel Amazon, een fortuin vergaard van 112 miljard dollar. Eén procent van dat fortuin is evenveel als het volledige zorgbudget van Ethiopië, een land van 105 miljoen mensen. Ook zouden de rijkste 26 miljardairs in 2018 over evenveel vermogen beschikken als de armste helft van de wereldbevolking, al willen die getallen nog wel eens variëren (de auteurs baseerden zich op cijfers van Forbes Magazine en Credit Suisse). 

Waar ligt de grens?

Ook in Nederland is sprake van enige vermogensongelijkheid, zo blijkt uit cijfers van het CBS. In 2014 was 86 procent van het totale Nederlandse vermogen in handen van de 20 procent rijkste huishoudens. 

Hoe rechtvaardig is dat? Een bepaalde mate van ongelijkheid is nodig, zou je zeggen, om een samenleving in stand te houden gebaseerd op talenten en verdiensten: een meritocratie. Maar waar ligt de grens? Een discussie over ongelijkheid is deels een principiële discussie. Bekijk hieronder precies zo'n filosofisch gesprek tussen filosofieprofessor Michael Sandel en een twintigtal jongeren uit het programma What's the Right Thing to Do?

Belastingschwalbe

Cristiano Ronaldo mag dan tweeduizend keer meer verdienen dan de gemiddelde leraar, toch ontdook hij tussen 2011 en 2014 voor bijna 15 miljoen euro aan belasting. Afgelopen week stemde de stervoetballer in met een boete van 18 miljoen euro en een voorwaardelijke celstraf van twee jaar.

Is het rechtvaardig dat Cristiano Ronaldo zo'n tweeduizend keer meer verdient dan de gemiddelde leraar?

Nadelige gevolgen van ongelijkheid

Ongelijkheid heeft volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) een aantal nadelige gevolgen voor de economie. Meer inkomensongelijkheid hangt volgens het instituut samen met minder sociale mobilitiet, minder vertrouwen tussen burgers onderling, minder vertrouwen in de rechtstaat en de politiek, en een rem op economische groei omdat minder mensen genoeg te besteden hebben.

Grotere vermogensongelijkhied hangt volgens de WRR samen met meer criminaliteit en een hoger drugsgebruik.

In Nederland is de inkomensongelijkheid in vergelijking met andere OESO-landen relatief laag. Vermogensongelijkheid is daarentegen relatief hoog. Maar de vraag hoe groot ongelijkheid überhaupt moet zijn, is er uiteindelijk eentje voor de politiek, en dus ook voor jou.