In dit nieuwe seizoen van 'De vloer op' zien we niet alleen nieuwe improvisaties en nieuwe opdrachten, maar ook: twee nieuwe acteurs. Een van hen is Thomas Cammaert. 'Improviseren is terug gaan naar de basis.'

De 34-jarige acteur verhuisde toen hij 18 was van België naar Amsterdam, en volgde daar een opleiding aan de Amsterdamse Toneelschool en Kleinkunstacademie. Hij studeerde in 2006 af. Daarna was hij zowel op tv als in het theater te zien. Zo speelde Cammaert in de musical Soldaat van Oranje en was hij in 2017 te zien in televisie-serie Ramses.

Voor Cammaert is het niet de eerste keer dat hij in aanraking komt met De vloer op. Eerder deed hij mee met de gelijknamige theatertour.

Hoe is het om van de theaterversie van 'De Vloer Op' naar tv te gaan?

'In het theater vond ik De vloer op echt heel spannend. Ik was vooral zenuwachtig, omdat het nog zo onbekend was. Ik had besloten dat ik er gewoon meer van moest genieten, als ik het voor tv ging doen. Dus nu dacht ik: "Het is je vak, je bent er na al die jaren klaar voor." Ik ging met een heel open gevoel de eerste opnames in. En het was echt te gek.'

Wat was je reactie toen je hoorde dat je met het tv-programma mee mocht doen?

'"Shit, dat wordt zweten," dacht ik meteen. Dat wordt echt gewoon niet slapen. Maar ik dacht ook: "Doe het gewoon." Ga er van genieten, want je zit in De vloer op. Dat is echt het ultieme spelen.

'Het programma is onder acteurs natuurlijk heel bekend. En ook wel gevreesd door sommigen. Want je hebt ook acteurs die zeggen: "Nee, ik doe dat echt niet." Je moet ook wel je eigen krachten en zwaktes kennen. Ik keek het programma heel vaak. En dan dacht ik: "Het zou echt heel leuk zijn, en spannend tegelijkertijd, als ik mee mag doen." Maar nu ik het doe vind ik het vooral heel erg leuk.'

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Thomas Cammaert en Anna Raadsveld

Hoe is het om voor de camera te improviseren?

'Het principe blijft hetzelfde. Je hebt twee acteurs en geen idee wat je moet gaan doen. Je moet ter plekke wat bedenken, en de scène ontstaat ter plekke. De camera’s maken dat niet anders. Het enige verschil is de setting. Als je op het podium staat, zit het publiek iets lager. Nu is het gewoon een vloer, publiek eromheen en camera’s tussen het publiek. Dat maakt het veel intiemer.'

Hoe ligt improviseren jou?

'Ik vind het echt te gek. Het is super spannend, het ontstaat op dat moment, en het is nooit allemaal even goed. Maar dat maakt niet uit, want een improvisatie gaat met ups en downs. Dan beland je weer in een situatie waarvan je denkt: "Wat zijn we nou aan het doen?" Maar dan gooit de ander weer iets op, en denk je: "Oh ja, hier kunnen we weer op door." Het is gewoon heel spannend. Ik vind dat dit echt puur acteren is.

'Improviseren had ik natuurlijk op de toneelschool een paar keer gedaan, maar daarna eigenlijk al heel lang niet meer. In het acteervak improviseer je minder vaak, je bent toch veel met vaste teksten en een vaste opstelling bezig. Dus ik vind het wel weer heel leuk om te doen.'

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Thomas Cammaert en Eva Van der Gucht

Heb je ook een valkuil tijdens het improviseren?

'Het is een beetje een valkuil waar ik vaker last van heb: écht de emotie opzoeken en ook toelaten. Omdat het zo in het moment is. Alles is nieuw. En alles is de eerste impuls. Het publiek voelt ook dat er een spanning omheen hangt.

'Je kunt wel momenten hebben in je improvisatie dat het stil kan zijn, dat het ontroert. Dat kan zeker. Maar om echt twintig minuten lang dat te kunnen doen, dat is wel lastig. Maar ja, zo gaat het leven natuurlijk ook niet. Het leven heeft ook altijd ups en downs en een lach en traan.'

Waar haal jij je inspiratie vandaan voor een improvisatie?

'Sowieso uit de ander, want je doet het echt samen. Bij improviseren is het fijn als het een soort van 'ping-pong'-spel is. Maar ik haal ook wel inspiratie uit mijn eigen leven. Soms kun je zelfs iets gebruiken wat je die dag hebt meegemaakt.

'Ik moest bijvoorbeeld een improvisatie doen waar mijn 'vrouw' aan mij vertelt dat ze zwanger is, en ik ben daar niet blij mee. Ik dacht toen wel: "Wat zou ik nou kunnen bedenken waarom ik daar niet blij om ben?" Ik vond iets wat ik in mijn eigen vriendenkring had gehoord.

'Soms is iets meer informatie in een opdracht wel lekker, omdat je dan meteen een beeld krijgt van het personage dat je zou kunnen spelen. En dan heb je toch iets meer stof tot inspiratie. Want je hebt één loopje naar de tafel en dan heb je letterlijk een minuut, of nog niet eens een minuut, om na te denken wat je gaat doen. Dus hoe meer informatie je dan krijgt, hoe beter je beelden kunt maken in je hoofd.'

Thomas Cammaert en Eva Van der Gucht

Kom je er altijd uit?​​​​​​​

'Je komt er altijd wel uit, maar soms gaat de ene improvisatie beter dan de ander. We moesten bijvoorbeeld in het theater een single-improvisatie doen. Je kreeg een opdracht in je eentje, en dat moest je voor het publiek spelen. Dat vond ik echt het spannendste en moeilijkste. Want er is niemand die je input geeft. Het is meer alsof je een soort monoloogje houdt van een minuut. En dat improviseren vond ik wel echt lastig.'

Wat hoop je te leren van 'De Vloer Op'?

'Improviseren is terug gaan naar de basis. Af en toe is het heel prettig dat weer te voelen. Het is een oerkracht van spelen. Je merkt weer hoe spannend het kan zijn, en tegelijkertijd hoe leuk en intens het kan zijn.

'Als je al lang speelt, kun je je soms verliezen in bepaalde vormen of gemakken. En bij improviseren sta je zo in het moment dat je denkt: "Wow, dit had ik al lang niet van mezelf gevoeld," of: "Dit is weer nieuw." Dat vind ik wel echt leerzaam: je gaat weer echt naar de basis. En dat is gewoon superfijn.'

Ook interessant