Je zou kunnen zeggen dat acteurs het gewend zijn, om te improviseren. Maar de coronacrisis bracht het idee van improviseren naar een next level. We spraken we met oud-acteurs van De Vloer op: Anna Raadsveld, Fabian Jansen en Sanne den Hartogh en vroegen hen hoe zij zich hebben bewogen tussen alle beperkingen die er de laatste twee jaar zijn gesteld.

Jaren speelden Anna Raadsveld, Fabian Jansen en Sanne den Hartogh mee in het programma De Vloer op. Veel van door hun gespeelde scènes zijn terug te vinden in het boek 20 jaar De Vloer op Opdrachten, dat eind 2021 uitkwam. 

Het moeten dealen met dichte theaters, uitgestelde shows en repetitieprocessen waarin steeds wel weer iemand uitvalt vanwege corona, zorgde ervoor dat de kunstsector meer dan normaal moest improviseren en incasseren. Hoe hebben de makers dat voor elkaar gekregen?

Anna Raadsveld

"Deze crisis ben ik vaak tussen de maatregelen door geglipt, en de repetities zijn altijd doorgegaan. Na de eerste uitvoering van Oom Wanja met het NNT ging het land in lockdown, toen stopte de theatertour en hebben we er een film van gemaakt.

Op die manier ben je constant aan het roeien met de riemen die je hebt. Dat is ook eigen aan het vak, als acteur ben ik getraind in het omgaan met onzekere situaties. Ik denk dat de crisis daardoor niet zo onder mijn huid is gaan zitten. Eind deze maand gaat de voorstelling Vijand in première, al was het heel lang niet zeker of we wel mochten spelen. Dat was wel echt stressvol. Een paar keer heb ik gedacht: moeten we niet stoppen? Omdat je bijna een bijsluiter wil geven aan je publiek: dit was geen normaal repetitieproces.

Op dit moment zijn we met z’n drieën over, de rest zit thuis vanwege corona. En zo gaat het al de hele tijd, constant raak je iemand onderweg kwijt. En als iedereen er is, moet je flink gas geven. Alsof je ganzenbord speelt, zo voelt het. Steeds valt weer iemand af. Dat is juist zo lastig omdat het heel erg om een groepsproces gaat in een stuk.

Wat me heel erg heeft geholpen tijdens deze crisis, is de regel die ik bij De Vloer op heb geleerd. Namelijk de regel dat je altijd ‘ja’ moet zeggen. Tijdens scènes had ik soms plannetjes van hoe ik een scène kon sturen, maar dat is genadeloos. Zodra iemand zijn eigen plan aan het volgen is, verlies je elkaar, terwijl improvisatie heel erg gaat over luisteren naar elkaar. Het accepteren van wat gebeurt, en dan doorgaan. Dat is de truc die mij verder helpt tijdens de coronacrisis."

Anna Raadsveld en Sanne den Hartogh tijdens opnames van De Vloer op in 2016.

Fabian Jansen

"De afgelopen twee jaar waren enerverend te noemen. Ik heb mijn eigen filmgemeenschap, Fabuch Social Cinema, waarmee we veel hebben gemaakt tijdens de coronacrisis. Drie weken na de eerste lockdown maakte we Els, een online performance van 168 uur waarin ik een oude vrouw speelde die in quarantaine moest. We hadden een appartement gebouwd in de Schouwburg in Leeuwarden, daar kon je elk moment Els in haar eenzame tijd volgen. Dat was zo’n grote hit dat we het nog eens zijn gaan doen.

Voor Els - De Tweede Golf hadden we de startdag op 14 oktober 2020 gezet, en op 13 oktober was er een persconferentie waarin Rutte zei dat het land dicht ging. We hadden deze keer subsidie en konden het nog groter aanpakken: Els ging in quarantaine met nog vier anderen. Het mooiste was dat er hele appgroepen ontstonden rondom de performance, waarin mensen elkaar waarschuwden wanneer er iets spannends gebeurde. Zoals toen de gourmetpan in de fik stond.

Ondertussen heb ik heb ook nog met Peter de Baan een musical gemaakt, maakte ik een hoorspel en maakte ik de film Ada, over sekszorg voor mensen met een beperking. In november hebben we ook een film gemaakt over mantelzorg en dementie. Toen de crisis begon, zat ik ook gewoon thuis met een leeggeveegde agenda. Maar omdat iederéén thuis zat, konden we ook heel veel. Dat we in Leeuwarden in quarantaine konden gaan, maakte dat we daarop gingen improviseren.

Maar het heeft me veel gekost. Ik heb wel veel gedaan, maar al mijn spaargeld is erin gaan zitten. Een ander zou kunnen zeggen: had het voor jezelf gehouden, dan was je ruimer door de crisis gekomen. Maar dan had ik niks gemaakt. En maken is waar ik het gelukkigst van word.

De Tozo (Tijdelijke overbrugginsregeling zelfstandig ondernemers, red.) was een lachertje. Ze deden alsof elke zzp’er nauwelijks rond kan komen en dat duizend euro een prachtig bedrag was, terwijl mensen met een vast contract honderd procent van hun salaris kregen. Ik was te trots om langer dan drie maanden gebruik ervan te maken. Naar mijn mening kijkt de overheid totaal verkeerd naar de kunst, en iedereen die daarin werkzaam is.

Afgelopen maand kwam de kunstsector met de tegenreactie Kapsalon Theater, en dat was goed. Maar dat er pas na twee jaar één vuist gekomen is vanuit de sector, vind ik heel jammer. Het is vooral te hopen dat we nu blijvend open kunnen.”

Sanne den Hartogh

"Naar omstandigheden gaat het goed. Ik heb genoeg te doen, maar ik mis het café, cultuur, de clubs… De mogelijkheid tot avontuur en om nog verrast te worden. De ervaring dat je met een groep op stap gaat en niet weet waar je terecht komt. En nieuwe mensen ontmoet je gewoon niet zo snel in de supermarkt.

Na zo’n lange periode waarin het culturele en sociale leven op slot zat, zit er te weinig beweging in mijn leven. Die beweging is noodzakelijk, anders hou ik een soort onrust vast. Daarom ben ik in de coronacrisis een atelier gaan huren waar ik aan een beeld heb gewerkt, waar ik ook ontdekte hoe leuk tafeltennissen is - én je kan er 1,5 meter afstand mee houden.

Verder heb ik een tijd voor Stichting Sina huisbezoeken gedaan. Zij helpen Amsterdamse kinderen in armoedesituaties. En er zijn genoeg acteerklussen geweest die door konden gaan. Maar het is wel heel vermoeiend om heel hard te werken aan een voorstelling, en steeds niet te weten of het door kan gaan. In een repetitieproces ontstaat er een gebundelde energie van de groep om de première te halen. Die focus die je hebt met z’n allen, die is wel heel betrekkelijk geworden.

Daarnaast is het lastig om te spelen voor een zaal met allemaal lege stoelen tussen het publiek in. Je raakt de publieksdynamiek kwijt, dat je mensen kan benaderen als één groep. Iemand lacht bijvoorbeeld minder snel als je niet geborgen bent in die groep.

Zoals er beweging zit in een ongeplande avond, zit er ook beweging in de samenkomst met publiek. Je komt samen, en zoals bij een goed concert deel je een energie die je zowel op de vloer als in de zaal voelt. Ik geloof dat theater dat kan doen en dat het daardoor relevant is en blijft."

Ga weer mee De Vloer op