Het nieuwe Human-programma Dat Had Je Gedacht brengt ons alledaagse denken in beeld. Suzanne Weusten, psycholoog en oprichter van de Denkacademie, vertelt over mentale sluipweggetjes en hoe we denkfouten kunnen voorkomen.

Hoe bent u bij het programma Dat Had Je Gedacht betrokken geraakt?

‘Een paar jaar geleden heb ik een boek geschreven - Het ABC van denkfouten: hoe we onszelf voor de gek houden. Bert Janssens (directeur van Human) kwam naar aanleiding van dat boek met het idee om een programma te maken over veel voorkomende denkfouten in de praktijk. Die fouten variëren van hele kleine privébeslissingen, die niet zoveel consequenties hebben, tot grote maatschappelijke ontsporingen. 

Een denkfoutje is bijvoorbeeld dat je nieuwe schoenen koopt terwijl je al twintig paar schoenen hebt. Je zegt dan tegen jezelf: ‘Ze waren in de uitverkoop’ of ‘ik heb het echt verdiend.’ Dat zijn psychologische mechanismen om onverantwoorde beslissingen wat beter verteerbaar te maken. Maar diezelfde mechanismen speelden bijvoorbeeld ook een rol in de Vietnamoorlog. Het idee was: we gaan maar door met de oorlog, anders zijn alle overleden soldaten tot nu toe voor niets geweest. Dat heet de verloren-kostenfout. Je kijkt bij het maken van de beslissing naar het verleden, in plaats van naar de toekomst. 

Terwijl ik voor Dat Had Je Gedacht aan het werk was, schreef ik mijn nieuwste boek: Wij Zijn Slim. Dat sloot mooi op elkaar aan, want sommige voorbeelden uit mijn boek komen ook voor in het programma. Mijn rol op de redactie was dan ook vooral de inbreng van psychologisch onderzoek.’ 

Over wat voor psychologisch onderzoek hebben we het dan?

‘Er zijn verschillende soorten. Sociaal-psychologen hebben in de vorige eeuw onderzoek gedaan naar hoe mensen beslissingen nemen in groepen en hoe ze zich laten beïnvloeden. Aan het begin van de 21ste eeuw waren er gedragseconomen die voortborduurden op dat onderzoek en vooral keken hoe mensen gebruikmaken van ‘mentale sluipweggetjes’ bij het maken van beslissingen. Zij kwamen erachter dat er denkpatronen ten grondslag liggen aan onze keuzes. In het programma willen we deze kennis delen, zodat men beter voorbereid is. De doelstelling van het programma is: mensen helpen bij het herkennen en voorkomen van denkfouten.'

Kun je denkfouten voorkomen door je er bewust van te zijn?

‘Ja. De eerste stap is weten hoe het hoofd werkt en erkennen dat het brein lui is. Ons brein gaat namelijk erg zuinig met energie om, dus als je op een makkelijkere manier ergens over kunt nadenken, zal je dat altijd doen. Als je je daar bewust van bent, kun je er kritisch op zijn en jezelf de juiste vragen stellen, waardoor je minder snel denkfouten maakt.

We zijn bijvoorbeeld geneigd te denken dat mensen zich gedragen als hun prototypes. Dat een inbreker zich nerveus gedraagt en schuchter om zich heen kijkt. Of dat een donkere jongen zijn dure auto met drugsgeld gekocht heeft. Dat hoeft natuurlijk helemaal niet zo te zijn! Het zijn allemaal snelle aannames die we doen. Als je weet dat je hoofd onbewust allerlei verbanden legt, kun je eigen denkfouten bijstellen.

Een ander voorbeeld dat terugkomt in het programma is dat we ons sterk laten beïnvloeden door dramatische gebeurtenissen. Na de ramp met de MH17 waren veel mensen bang om in het vliegtuig te stappen. Dat heet het beschikbaarheidseffect. De kans om neer te storten was natuurlijk niet groter geworden. Of als een schoolreisje dat werd afgelast na de aanslagen in Parijs. Het is begrijpelijk en menselijk, maar irrationeel.’

Zijn de mechanismen ook ergens goed voor?

‘Jazeker, ik noem denkfouten dan ook de schaduwzijden van het briljante brein. We hebben allemaal snelle mentale sluiproutes bedacht omdat dat ons meestal helpt. Als je ziek wordt van bepaald eten, dan onthoud je dat voor de volgende keer. Maar soms pakken die korte routes verkeerd uit. Net als beslissingen maken in groepen: dat gaat vaak goed, omdat verschillende kanten worden belicht. Maar het kan ook leiden tot tunnelvisie, zoals de rechterlijke dwalingen in de zaak Lucia de B. Er was geen oog meer voor het ontkrachtende materiaal. Voor zulke gevallen willen we waarschuwen.’

Welke denkfouten komt u in uw dagelijkse werk tegen?

‘Ik werk bij de Denkacademie en daar zie ik dat mensen vaak geneigd zijn te zoeken naar informatie die hun oordeel bevestigt. Doordat ik dit werk doe, ben ik alerter op fouten in de media. Een voorbeeld is dat verpleeghuizen een heel slecht imago hebben. Dit is duidelijk het beschikbaarheidseffect, want er zijn nogal wat slechte voorbeelden in de media geweest. Maar een onderzoek van vorige maand wees uit dat het merendeel van de bewoners van verpleeghuizen heel tevreden is. Het imago van verpleeghuizen komt dus niet overeen met de werkelijkheid. Dat valt mij dan op.’

Welke denkfout maakt u zelf nog wel eens?

‘Ik merk dat ik snel oordeel over personen, zowel positief – het halo-effect - als negatief, het horn-effect. Daar probeer ik aan te werken. Verder ben ik ook gevoelig voor de druk van de groep, vooral in vrijetijdsclubjes. Dan ben ik het ergens niet mee eens, maar heb ik geen zin in ruzie of denk ik dat ik het wel fout zal hebben, en dan zeg ik er niets van.’

Wat hoopt u dat het programma teweegbrengt?

‘Ten eerste hoop ik dat veel mensen gaan kijken en dat het ze aan het denken zet. Ik hoop dat kijkers bewuster worden van het feit dat ze fouten kunnen maken. De grootste denkfout die we maken is namelijk dat we denken dat anderen fouten maken, maar zij zelf niet. Dat heet de bias blindspot. Mensen kunnen beter voorzichtiger zijn in hun oordeel en soms hun oordeel uitstellen. 

Denkfouten komen eigenlijk doordat we een snel en een langzaam denksysteem hebben. We zijn geneigd om altijd het snelle systeem te kiezen en ergens niet lang over na te denken. Maar bij ingewikkelde beslissingen wil ik mensen toch aanraden om de tijd te nemen en wat langer na te denken. Ik hoop dat mensen door het programma leren hun denkfouten te voorkomen of bij te stellen. Dat ze ook eens zeggen: het zit toch anders, ik heb het verkeerd gezien.’

Dat Had je Gedacht is vanaf 2 november te zien op NPO 2.