Over de vraag of de Black Lives Matter-beweging haar anders naar zichzelf en naar haar loopbaan heeft doen kijken, zoals NOS-verslaggever (en oud-collega van Beyer) Gerri Eickhof onlangs vertelde in de Volkskrant, twijfelt ze. "Ik vind het heel goed van Gerri, dat hij dat gezegd heeft. En ik vind Black Lives Matter heel goed, dat het er een keertje ingesmeerd wordt dat je een ander mens moet beschouwen als je gelijke. Dat is nog lang niet het geval. Zeker niet in Amerika, maar ook, maar niet in die mate, in Nederland niet."
Toch benadrukt Beyer dat ze het racisme zoals Eickhof dat heeft meegemaakt, zelf niet ervaren heeft. "Ik kan het niet een-op-een op mezelf leggen. Ik was elf, twaalf jaar oud toen ik naar Nederland kwam. Ik kwam terecht in Linne en ging naar school in Roermond. Daar waren ze kindjes zoals ik niet gewend. Iedereen wilde mij aanraken, en ik denk dat ik die aandacht wel leuk vond. En als ik werd nageroepen, of uitgescholden voor 'moorkop', dan riep ik 'witte kaaskop'. En dan was het uit, ik heb me daar eigenlijk nooit iets van aangetrokken."
Ze is niet de eerste zwarte nieuwslezer in Nederland, als ze in 1985 bij de NOS aan de slag gaat. "Dat was Eugènie Herlaar, die ook op Curaçao is geboren. Niemand viel over haar kleur, maar wel over het feit dat ze vrouw was. Want in die tijd was het ongewoon dat een vrouw verslaggever was van het nieuws en dat ook presenteerde."
Toch is het, in de jaren 80, droevig gesteld met de representatie van zwarte mensen in de media. 'Toen al was in Amsterdam een op de drie of vier mensen gekleurd, en dat zag je niet terug in de media. Je zag ze achter een balie, of achter een mop, als schoonmaker. Mensen riepen: 'Wij willen een zwarte Emmer hebben', naar Fred Emmer, de nieuwslezer uit die tijd."
Als er een vacature vrijkomt, wordt Beyer die jarenlang als redacteur en nieuwslezer bij de STVS Surinaamse Televisie Stichting heeft gewerkt, gevraagd om te solliciteren. Ze werkt inmiddels bij de Wereldomroep. "Ik was niet van plan om hier hetzelfde werk te gaan doen als in Suriname. Ik wilde eigenlijk op adem komen na de Decembermoorden. Maar ik moest wel, ik had zelf ook hard geroepen dat er verandering moest komen. Ik zie mezelf nog aankomen, voor het sollicitatiegesprek. Het floepte er zo uit: 'Gaan jullie eindelijk op zwart-wit?' Toen was het ijs wel gebroken."