Thomas Piketty wordt ook wel de rockster-econoom genoemd. In 2013 verscheen van zijn hand 'Kapitaal in de eenentwintigste eeuw', in 2014 de vertaling. Het vuistdikke economieboek (ruim achthonderd pagina's) werd een wereldwijde bestseller. Piketty werd zelfs uitgenodigd in de Tweede Kamer om uitleg te geven over het boek.
In zijn boek behandelt Piketty de sociale inkomensongelijkheid en de vermogensongelijkheid. De centrale stelling in het boek is dat het rendement op vermogen groter is dan de economische groei, en dat dit de afgelopen eeuwen zo is geweest. Hierdoor worden de rijken steeds rijker, louter door rijk te zijn. Daar kun je niet op tegen studeren, of werken, zoals The American Dream wel doet voorkomen. Het absolute vermogen van de rijken neemt toe, en daarmee ook de relatieve afstand tot de armeren. Kort gezegd: de kloof tussen arm en rijk wordt groter.
Piketty gebruikte voor de onderbouwing van dit deel van het boek een onwaarschijnlijke hoeveelheid data over inkomens, vermogens en economische groei. Deze op zichzelf levensloze cijfers verbindt Piketty aan persoonlijke verhalen, mensen van vlees en bloed, waardoor het boek ineens tot leven komt.
In het tweede deel van het boek werkt Piketty zijn analyse uit deel één uit. Volgens hem leidt de concentratie van rijkdom tot economische instabiliteit. Een effect dat inherent is aan kapitalisme, en alleen door overheidsingrijpen kan worden tegengegaan. Piketty pleit dan ook voor een wereldwijde vermogensbelasting van twee procent gecombineerd met een progressieve inkomstenbelasting tot tachtig procent.
Tekst gaat verder na kader