Bekijk hier het complete interview van Bas Heijne met journalist Zineb El Rhazoui. Via de inhoudsopgave kun je door de video scrollen. Klik op de icoontjes rechts voor korte samenvattingen.
Het is ruim drie jaar geleden dat de aanslag op Charlie Hebdo plaatsvond in Parijs. El Rhazoui was toevallig met vakantie toen het gebeurde. Ze verloor vele collega’s. Drie jaar later voelt ze zich een buitenstaander, vooral bij herdenkingsmomenten. ‘Ik bevind me nog onder de levenden, maar ik voel me alsof ik langs de kant sta en met de doden toekijk.'
Na de aanslagen waren de solidariteitsmarsen een uiting van beginnende mondiale bewustwording, zegt El Rhazoui. Dat duurde echter niet lang. ‘Er was sprake van een terugkeer van censuur. De vrijheden werden ingeperkt. In m’n privé-leven werd dat heel concreet. Sinds de aanslagen leef ik onder voortdurende bewaking.’
Wanneer een grote groep islamitische gelovigen denkt dat een boek overal en altijd de waarheid spreekt en wil dat de inhoud blindelings wordt toegepast, dan bereik je een situatie waarin mensen alleen willen gehoorzamen aan hun eigen religieuze wet, aldus El Rhaouzi. ‘Die situatie noem je islamisme. Het is een ideologie die massamoorden pleegt, die zoveel mogelijk mensen tegelijk doodt. Die strijd win je niet met wapens of veiligheidsmaatregelen. Je overwint deze ideologie door hem op ideologisch niveau te bestrijden.’
Volgens El Rhazoui waren de aanslagplegers van Charlie Hebdo in feite kleine criminelen. ‘Het grootste deel van hun leven zijn ze niet met religie bezig, en ineens is de religie er als een soort oplossing. Het is een ware hersenspoeling voor mensen die er vatbaar voor zijn, door een minimale psychische weerstand.’
El Rhazoui: ‘Ik sta extreem sceptisch tegenover alle pogingen tot deradicalisering. Uiteindelijk hebben al die initiatieven niemand gederadicaliseerd omdat het een hypocriete deradicalisering is. Je kunt mensen niet deradicaliseren als je niet het debat aangaat over de dogma’s waar hun denkbeelden op gebaseerd zijn.’
Hervormingspogingen binnen de islam zijn er altijd al geweest. Toch hoor je er niet zoveel over, zegt Al Rhaouzi. Waarom? ‘Omdat de islam helaas een religie is die door de staat wordt opgelegd en mensen niet de keuze laat om voor zichzelf te denken.’
‘Als je journalist bent in een land dat geen democratie is, word je onvermijdelijk neergezet als dissident,' zegt El Rhazoui over haar rol als journalist en activist. Ze werkte jaren voor een Marokkaanse blad, waar ze berichtte over mensenrechtensituaties. ’Als je in een land woont waar geen vrijheid van meningsuiting is, en als je dan ook nog vrouw bent, dan word je een enorme lastpak.’
‘Misschien ligt de democratie in Frankrijk op sommige punten onder vuur, maar we hebben de vrijheid om ons te uiten en onszelf te zijn,' zegt El Rhazoui. In Marokko had ze het gevoel met één voet in de gevangenis te staan. ‘Ik moest echt weg uit Marokko om fysiek geen gevaar te lopen.’
El Rhazoui vertelt dat ze wel eens last heeft gehad van discriminatie. ‘Ik moet zeggen dat het wel eens is gebeurd dat ik op afstand ben gehouden. Bij het zoeken van een huis heb ik er ook wel eens last van gehad. Maar, let goed op. Racisme is een wederzijds proces, tweerichtingsverkeer. Racisme wordt vaak als excuus gebruikt door jongeren die een identiteit willen gebruiken die niet de hunne is. Ze eigenen zich de clichés over die identiteit toe.’
Er is een kaste van Europese bobo’s die moslims niet als individuen zien maar als een gemeenschap, zegt El Rhazoui. Ze vindt dat een zeer racistische houding. Moslims hebben recht op hun eigen gewoontes, vindt ze. ’Tegen die mensen, die vanaf ’t Europese pluche kritiek op ons leveren, zeg ik: “Ga eens in Kabul of Tripoli wonen. Stel je eens een paar maanden bloot aan de werkelijkheid van het islamisme. Ze willen zich tot elke prijs onderscheiden van extreemrechts in Europa. Maar de islamieten die jullie verdedigen, zijn niets anders dan extreemrechts in de moslimwereld.’
El Rhazoui vertelt hoe ze bij Charlie Hebdo terecht is gekomen. ‘Iedereen die hier werkte was hier gekomen omdat hij een bepaalde strijd voerde. Voor mij was dat het recht op blasfemie.’
‘Het is duidelijk is dat ik een prijs heb betaald voor mijn strijd. Ik kan mijn werk niet meer gewoon doen en heb niet alle vrijheden meer. Ik bevind me eigenlijk in een soort gevangenis. Al blijf ik in mijn denken vrij, en dat is waar het om gaat.’
‘Volgens mij is het een grote vergissing om extreem-rechts het monopolie te gunnen om de islam te bekritiseren’, aldus El Rhazoui. Daarnaast merkt ze op: ‘Extreem-rechts vindt dat de christelijke blanke, roomse gemeenschap de overhand heeft door haar anciënniteit en historische betekenis in Frankrijk. Islamitisch rechts vindt dat de moslims de overhand hebben omdat Allah het wil.’
‘Ik zie het heel somber in wanneer onze samenlevingen over de hele linie een soort politieke lafheid aan de dag leggen tegenover de islamieten en radicalen.’
‘Ik vrees voor onze samenleving, en meer voor onze samenleving dan voor mezelf. Want mijn persoontje is lang niet zo belangrijk als al die mensen die al zijn omgekomen. Levens die zijn weggerukt door dat islamitisch fascisme.’ El Rhazoui besluit: ‘Ik doe alsof ik het eeuwige leven heb. Het voordeel als je niet in God gelooft, is dat je alleen nog maar voortleeft in je nakomelingen. In je kinderen en de manier waarop je ze opvoedt. En je leeft voort in je werk en in de herinnering van anderen. Je moet dus elk moment benutten om iets op te bouwen waarmee je sporen achterlaat op aarde.’