In de documentaireserie Vrij Land staat in elk van de vijf afleveringen een mensenrecht centraal. De hoofdpersonen zijn allemaal betrokken bij Pand 9, een vrijplaats en sociale onderneming in Zaltbommel. Adinda Akkermans ging langs en doet verslag.

Of het nu Xander is, die na zijn verslaving nu zielsgelukkig is in de moestuin, de impulsieve Elly die in de wasserette werkt, of Bilal die 25 jaar kleermaker in Damascus was en nu emblemen op de jassen van de carnavalsvereniging naait. Iedereen voelt zich beter in Pand 9, een vrijplaats en sociale onderneming in Zaltbommel.

In Pand 9, een voormalige lts in Zaltbommel aan de oever van de Waal, kun je niet onopgemerkt verdwijnen. ‘Het beste voorbeeld daarvan is een schrijnende gebeurtenis’, zegt beheerder Angela de Weert (50). Ze slikt. Deze lente verdronk een Eritrese vluchteling die hier vrijwilligerswerk deed. Hij had die dag net een auto gekocht en was nietsvermoedend de weg van de veerpont ingereden. Het hele pand was in rouw: van de kunstenaars in de ateliers boven tot de vrijwilligers van de Voedselbank aan het einde van de gang.

‘Wij kenden hem – en zijn vriend die ook verdronk – allemaal persoonlijk. Iedereen hielp mee met de uitvaart, een indrukwekkende bijeenkomst met heel veel mensen.’ Angela zetelt in de voormalige conciërge-loge van het oude lts-gebouw; voor zorginstelling Prezzent houdt ze hier intakegesprekken met werklozen, psychiatrische patiënten, vluchtelingen, eenzamen, chronisch zieken en anderen die het (nog) niet redden in de Nederlandse samenleving. Ze komen bij haar via Werkzaak, voor mensen met een uitkering. De belangrijkste vraag die ze altijd aan iedereen stelt: waar word je gelukkig van? Samen kiezen ze vervolgens een geschikte werkplek, zoals de moestuin, het naaiatelier of de kringloop.

De moestuin

Het regent, maar Xander van Riessen (48) loopt opgewekt tussen de rijen boerenkool en prei in de moestuin tegenover Pand 9. Met zijn ene arm wijst hij naar het insectenhotel dat hij zelf hee gebouwd, met zijn andere hand duwt hij zijn schoffel stevig in de aarde. ‘Maar heel weinig mensen weten hoe je een plantje moet kweken. Wist je dat je ui niet op dezelfde plek moet zetten als het jaar ervoor?’ Zijn Groningse moeder leerde hem veel over moestuinen, de rest zocht hij op via internet.

Xander: ‘Ik heb een vervelend leven achter de rug.’ Daar wil hij verder niet veel over kwijt. Wel dat het te maken had met psychische problemen en verslaving. ‘Jarenlang deed ik allerlei magazijnbaantjes onder mijn niveau.’ Toen hij werkloos raakte en in de schuldhulpsanering terechtkwam, raad- de Werkzaak (het vroegere UWV) hem aan bij Pand 9 te kijken. Hij lacht zijn kunstgebit bloot. ‘In deze tuin ben ik weer opgekrabbeld, eindelijk doe ik iets waar mijn hart ligt.’ Hij komt hier drie ochtenden in de week en hielp de moestuin opzetten waar Zaltbommelaren hun groenten kunnen kopen. Die regelmaat doet hem goed. Bovendien heeft hij hier de sociale contacten die hij in zijn eigen dorp mist.

‘Zo’n tuin is ook handig als de stekker eruit gaat en Nederland geen stroom meer heeft’, voorspelt Edwin de Jong (45). Hij staat naast Xander maar hield tot nu zijn mond. De mannen lijken op elkaar, allebei een knap gezicht met gebruikssporen en een staartje in het haar. Ook Edwin is werkloos en kampt met schulden. Hij had een eigen bedrijfje in het ontwerpen van websites, maar toen de economische crisis in 2008 uitbrak, lukte het hem niet langer om rond te komen en sloot hij een lopend krediet af met een torenhoge rente. ‘Het komt allemaal door Het Systeem’, herhaalt hij een paar keer, om fluisterend te vervolgen: ‘Niet doorgeven aan de AIVD hè?’

Als Edwin om elf uur weg wil gaan, steekt Angela haar hoofd om de deur: ‘Half twaalf hadden we toch afgesproken?’
‘Ik moet nog boodschappen doen voordat ik mijn dochters van school haal’, werpt Edwin tegen. ‘Boodschappen had je ook eerder kunnen doen’, zegt Angela streng.

Als hij uit het zicht is, zegt ze: ‘Ik hamer erop dat iedereen zich hier aan de afspraken houdt. Ook als deelnemers afbellen met een zielig verhaal vraag ik hun toch te komen. Die regelmaat is belangrijk en van thuiszitten word je niet beter.’ Ze komt niet uit de hulpverlening, maar uit de administratie. ‘Soms denk ik: zat ik nog maar lekker rustig achter de receptie. Maar als het lukt iemand vooruit te helpen, geeft dat veel voldoening.’

De wasserette

 ‘Het is hier net een dorp uit de jaren zestig”, zegt Carla Smith (54), eigenares van ‘Was + Strijk Studio Zaltbommel’ in het voormalig timmerlokaal. In haar handen een stapel vers gestreken overhemden, om haar heen de geur van wasmiddel. In de wasserette komen alle mensen uit het pand graag even buurten, voor de laatste roddel of een bemoedigend schouderklopje van Carla. Op de tafel staat een pot met snoep met daarnaast een groot pak roomboter appelkoeken. ‘Dat hier altijd eten op tafel staat is méér dan alleen voor de gezelligheid. Ik wil niet dat het anderen ontbreekt aan eten, want ik weet hoe het is om zonder te zitten.’ Carla komt uit een groot gezin waar ze het zelf moest zien te rooien. ‘Ik had echt een valse stiefmoeder zoals in de sprookjes.’ Het hondje aan haar voeten begint te blaffen als hij de stem van zijn baasje hoort breken.

Als alleenstaande moeder van drie kinderen werkte ze in de wasserette om rond te komen, daarnaast was ze groepswerker. ‘Boven de strijkplank kom ik tot rust, het is voor mij de beste therapie.’ Een paar jaar geleden nam ze de wasserette over, sindsdien is het officieel geen sociale werkplaats meer. Maar Carla vindt het belangrijk een veilige plek te bieden aan mensen met een problematische achtergrond. Aan de muur hangt een poster met ‘Elly’s corner’ erop. ‘Daar stuur ik Elly heen als ze even rustig moet doen’, zegt ze half lachend, half serieus. Elly van Loon (56) werkt twee dagen in de week in de wasserette. Ooit studeerde ze biologie en gaf ze les aan een school, maar nu zit ze al 25 jaar in de WAO vanwege psychiatrische problemen. ‘Door sociale onhandigheid kan ik niet functioneren in de gewone maatschappij.’ In de wasserette lukt het haar wel: ‘Als ik te impulsief ben, benoemt Carla dat. Iedereen is hier heel duidelijk, zonder waardeoordeel.’ Ze gaat graag mee de was rondbrengen met het busje, want dan hobbelt ze zo lekker heen-en-weer.

Vandaag brengt Marij van den Bighelaar-Verhoeven (64) de was rond. Ze wankelt op gezondheidsschoenen van de wasmachine naar de strijkbout. Marij is vrijwilliger via Prezzent, een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking die ook in Pand 9 zit. Nadat haar man overleed, was Marij zo van slag dat ze niet meer kon functioneren. Ze werd agressief. De huisarts adviseerde haar regelmaat te vinden in Pand 9. ‘Het is een belangrijke plek voor me, thuis zit ik te veel in mijn hoofd.’ In het bejaardentehuis waar ze de was bracht, ontmoette ze een paar jaar geleden een nieuwe man. ‘We zouden trouwen, ik had zelfs al een jurk, maar vorig jaar ging ook hij dood.’ Carla legt haar hand op de schouder van Marij. Samen kijken ze naar wat ze heeft gestreken: ‘Hé wat gek, nu zitten er toch nog witte vlekken op.’ ‘Dat komt omdat je te weinig stoomt.’ Carla doet voor hoe het beter kan. Voordat ze op pad gaan, schrijft Marij aandachtig op bij wie ze welke was moet brengen. Carla dicteert.
‘Mevrouw Van Driel niet vergeten he?’, zegt Carla. ‘Nee natuurlijk niet’, antwoordt Marij. ‘Je was haar vorige week wel vergeten, ze was toen helemaal in paniek.’ ‘Oh, echt?’
Wankelend met tassen vol schone was loopt Marij naar buiten en stapt naast haar collega in het witte busje.
‘Wel bij elkaar blijven!’, roept Carla hen na. ‘Ja, appeltje, eitje, pannenkoek’, grapt Marij. Carla: ‘En als er iets is gewoon bellen hè?’

Het naaiatelier

Lennart van Oosterum (39) toornt een rijgdraad uit de zoom van een broek. Dat kost hem zichtbaar moeite, toch werkt hij geduldig door. In een vorig leven werkte hij bij de Koninklijke Luchtmacht, tot die noodlottige dag in 2000 toen er een hond de weg oprende. Lennart week uit met zijn auto en vloog over de kop. Drie weken lag hij in coma. Toen hij wakker werd bleek zijn kortetermijngeheugen aangetast. Drie dagen in de week komt hij naar Pand 9 en werkt dan als manusje van alles. Orde, structuur en regelmaat zijn belangrijk voor hem. ‘Het is fijn als ik niet hoef na te denken wat ik moet doen als ik wakker word. Mijn telefoon staat vol met geheugensteuntjes,  maar mijn dagen hier kan ik nu onthouden.’ Tegenover hem zit Bilal Alsaadi (43). Moeiteloos leidt hij de stof door zijn naaimachine. Voordat Bilal vluchtte voor de oorlog was hij 25 jaar kleermaker in Damascus. Nu naait hij emblemen op de jasjes van de plaatselijke carnavalsvereniging. ‘De afspraak is dat hij hier twee ochtenden in de week werkt, maar hij komt iedere dag’, vertelt Carolien van Doorn, eigenaar van het naaiatelier. Bilal kijkt op van zijn naaiwerk, zijn vriendelijke ogen kijken verontschuldigend. ‘Ik niet leuk vinden zitten thuis. Niks te doen thuis.’ Hij droomt van een eigen atelier en liep al stage bij de bekende modeontwerper Addy van den Krommenacker. ‘Dat leverde interessante gesprekken op hier aan de koffietafel”, vertelt Carolien. ‘Addy van den Krommenacker is homoseksueel en toen Bilal hem had zien zoenen met een man kwam hij dat hier geschokt vertellen.’ Bilal knikt: ‘Dat vind ik niet leuk. Maar ja.’ Naast hem zit een vrouw met lang grijs haar. Ze knikt vriendelijk. ‘Dat is de vrijheid die we hebben in Nederland, die is juist heel mooi.’ Ze vertelt dat ze in de ziektewet zit. Door haar longaandoening en artrose zit ze veel thuis, die paar uur in de week dat ze komt helpen in het naaiatelier zijn belangrijk voor haar. ‘We lachen heel wat af hier, dat geeft me afleiding.'

De kringloop

Onder de bordjes ‘doe het zelf’, ‘prullaria’, ‘baby’ en ‘kunstbloemen’ sorteert Frank van der Krabben (15) de net binnengekomen afdankertjes van Zaltbommelaren. ‘Orde scheppen in de chaos, dat is echt iets voor jou hè Frank?’, merkt een collega op. De uitgezochte spullen rijdt Frank de enorme winkel in. Het is druk, voorzichtig manoeuvreert hij zijn winkelkarretje vol autostoeltjes langs de klanten. Soms wacht hij even, kijkt verlegen naar de grond, aarzelt, mompelt dan bijna onhoorbaar: ‘Mag ik misschien...?’ Frank heeft een vorm van autistisme en woont daarom in een gezinshuis. ‘Thuis bemoeide ik me te veel met het huishouden. Ik wil dat alles netjes is.’

Na de koffiepauze staat Frank achter de kassa. Razendsnel telt hij de kleine bedragen bij elkaar op. ‘Zes euro vijf-en-tachtig”, zegt hij staccato. Hij friemelt intussen aan zijn handen, neemt een slok van zijn pakje sap. Een klant steekt een briefje van 50 euro naar hem uit. ‘Heeft u het misschien kleiner of kunt u pinnen?’, vraagt Frank voorzichtig. ‘Nee liever niet’, zegt de man.
Frank kijkt een beetje radeloos. Zijn collega Klaas Leerlooijer (68) schiet hem te hulp: ‘Ik denk niet dat we nog wisselgeld hebben hè Frank?’ De klant haalt zijn pinpas tevoorschijn. Leerlooijer is een gepensioneerd maatschappelijk werker en doet sinds een paar jaar vrijwilligerswerk bij de kringloop. “Ik begeleid Frank een beetje. Hij is heel vaardig met de kassa, maar het omgaan met mensen is nog een belangrijk leerpunt voor hem.’
Frank knikt. Hij is schuchter, maar kijkt elke klant bewust aan. ‘Later wil ik een eigen kringloop opzetten, met een coffee corner.’

In het magazijn sorteert Marian Martens (55) het speelgoed. Alle kleine plastic dieren doet ze in een zakje bij elkaar. Zij is een van de weinige mensen bij de kringloop die naast het vrijwilligerswerk ook nog een betaalde baan heeft als postbezorger. ‘Hier krijg ik veel meer waardering dan bij Post NL. Ik noem het mijn kringloopfamilie.’ De vrijwilligers om haar heen knikken instemmend.
In de ogen van Nel van de End (64) verschijnen tranen: ‘Toen mijn man 10 jaar geleden overleed vond ik hier troost. Als ik moeilijke tijden heb, dan zijn er gewoon mensen om me heen.”