‘Als je iets wil veranderen, heb je ook een beetje van die botheid nodig.’

In Een school voor mijn Dochter maakt opiniepeiler Maurice de Hond zich sterk voor een nieuw soort school, waarbij de iPad als leermiddel centraal staat. Twee jaar lang volgde regisseuse Neeltje Pavicic en cameraman Karel Poortman De Hond en maakten ze een film over echte mensen, die gaat over doorzettingsvermogen en idealisme, over conservatisme en de moeilijkheden die iedere vernieuwing met zich meebrengt.

Niet meer van deze tijd

In de openingsscène van de documentaire zien we het ochtendritueel van De Hond en zijn dochtertje Daphne. Daphne schuifelt de trap af met haar iPad op haar knieën. Vervolgens zit ze er aan tafel verrukt en meeneuriënd een spelletje op te spelen. Wanneer De Hond zegt dat ze moeten gaan, vraagt ze allerliefst of de IPad dan mee mag. De Hond kijkt geamuseerd richting de camera. Deze scène verbeeldt exact zijn motivatie om zijn plan te verwezenlijken.

De Hond vindt het absurd dat hij ziet hoe de wereld aan het veranderen is, terwijl de scholen musea van het verleden zijn. Zo stelt hij in de documentaire: “Als we vandaag de dag met z’n allen rond te tafel zouden gaan zitten en we zouden doen alsof er geen scholen zijn. En vervolgens zouden we bedenken hoe die scholen eruit zouden moeten gaan zien, dan denk ik niet dat we die scholen zouden inrichten zoals ze nu zijn.” De Hond ziet er tegenop dat zijn dochter Daphne van drie bijna naar school moet, omdat hij vindt dat het onderwijs niet meer van deze tijd is. Hij zou graag zien dat een tablet centraal zou staan in het lager onderwijs.

Een iPad voor kleuters?!

Ongeveer twee jaar geleden las Pavicic een bericht in de krant over de plannen van De Hond en zag hierin onmiddellijk een goed onderwerp voor een eerste lange documentaire.
Pavicic: “Het was een prikkelend onderwerp dat direct reacties bij mensen oproept: ‘Een iPad voor kleuters?!’ Mensen hadden een mening zonder dat ze er verder iets van wisten.” Pavicic was op dat moment ook bezig met de schoolkeuze voor haar eigen zoon, maar ze had niet direct een mening over de plannen van de Hond. Ze was eerder geïntrigeerd en nieuwsgierig naar hoe hij dit zou aanpakken en hoe hij zijn connecties zou inzetten. Het feit dat hij zei dat als het niet zou lukken, hij zijn dochter thuis zou houden, vond ze frappant. Dan moest hij er wel bijzonder van overtuigd zijn dat het nu niet goed is, dacht ze.

Ze zocht contact met De Hond en vertelde hem dat het haar een mooi onderwerp voor een documentaire leek. En daar was hij het volstrekt mee eens. Hij gaf haar vanaf begin carte blanche. “Vanaf de eerste opnamedag zei hij: ‘je mag me altijd filmen’. Aan het begin van de dag kreeg hij een zender om en pas aan het einde van de dag haalden we die er weer af. Ook in de montage heeft hij ons geen strobreed in de weg gelegd.” Pavicic en Poortman ervoeren dit als bijzonder prettig en waarderen de ruimte die hij hen heeft gegeven. Ze denkt dat deze vrije speelruimte met twee dingen te maken heeft. “Ten eerste heeft hij veel ervaring met de media. Hij is zich ervan bewust dat slechte publiciteit ook publiciteit is. Hij was echter ook zo overtuigd van deze missie, dat hij niet bang was slecht uit de film te komen. Daarnaast vertelt Pavicic dat De Hond ervan houdt om mensen om zich heen te verzamelen, die allemaal vrijwillig een steentje willen bijdragen. Mensen die een beetje afwijkend zijn en hun eigen pad kiezen. Ze denkt dat hij het ook in hen waardeerde dat zij het zonder financiering gingen filmen, gewoon omdat ze het zelf wilden.

Een liefhebbende en trotse vader

Waar Pavicic niet over had nagedacht voordat ze aan de film begon, is dat mensen hun mening over De Hond en de ‘iPad-school’ vaak al hadden gevormd. In dat opzicht denkt ze dat de film hun verwachtingen niet inlost: het is geen film vóór De Hond en zijn plannen en het is geen film tégen hem. Dat Pavicic geen standpunt inneemt, maakt dat je het ene moment naar een scène kijkt waarin De Hond een behendige en ietwat gladde verkoper lijkt en vervolgens een scène ziet tussen een liefhebbende, trotse vader en zijn dochter. Pavicic: “Ik denk dat Maurice er vanuit gaat dat als je vernieuwingen wil doorvoeren, je ook veel mensen tegen je krijgt. Maar hij zal zich daar niet schuldig over voelen, omdat hij dit project als een noodzaak ziet. Ik denk dat ik wel last van schuldgevoel zou hebben als ik een bestaande school zou veranderen, dus wat dat betreft zijn we heel anders. Hij zegt bijvoorbeeld dat als mensen het er niet mee eens zijn, ze hun kinderen toch gewoon naar een andere school kunnen brengen. Er zijn duizenden scholen in Nederland die op de ouderwetse manier werken. Maar ik begrijp dat ouders boos zijn als ze horen dat ze hun kinderen dan maar van school moeten halen. Voor sommige kinderen is dat heel moeilijk. Daarnaast hebben ouders vaak goed nagedacht over de schoolkeuze van hun kind. Dat uitgangspunt van Maurice vind ik wel een beetje bot. Maar van de andere kant, als je iets wil veranderen, heb je een beetje van die botheid wellicht ook wel nodig.”
De documentaire laat zien wat daar voor nodig is. Het gaat niet alleen over De Hond en zijn dochter, maar vooral ook over de vraag hoe burgers zelf veranderingen tot stand kunnen brengen, met wat voor karakter en aanpak je resultaat bereikt.

Wat zulke veranderingen met zich meebrengen toont de scène waar de ouders van de school in Amstelveen in opstand komen wanneer het iPad-plan wordt gepresenteerd. Ze hebben het gevoel niet genoeg bij het besluitvormingsproces betrokken te zijn geweest en dat ze zich nu moeten conformeren aan een plan dat al doorgevoerd lijkt te gaan worden. Pavicic zegt hierover: “Het schoolbestuur en Maurice waren optimistisch, ze waren blij met wat ze aan het doen waren. Ze hadden er natuurlijk op geanticipeerd dat er kritiek zou zijn, maar er was meer weerstand dan dat ze hadden verwacht.” Deze scène is tekenend voor de film. Hij vertelt ons wat het doorvoeren van veranderingen betekent.
Pavicic vertelt dat ze zelf niet direct overwoog om haar eigen kinderen naar de school te doen. “Mijn zoon heeft het naar zijn zin met zijn vriendjes en de goede juffen. Mocht hij of ik ontevreden zijn op een dag, dan zou ik deze school wel als een optie nemen en bekijken. Maar mocht dat gebeuren, dan zijn we al een paar jaar verder en zal duidelijker zijn hoe dit type onderwijs verloopt en of het werkt. Dan kun je alle beginners problemen overslaan.” Hiermee bevestigt Pavicic de moeilijkheid van iets nieuws doorvoeren in een bestaand systeem. Je wilt gewoon eerst weten of iets werkt. Maar er zijn wel mensen nodig die het aandurven om met hun kinderen aan zoiets nieuws mee te doen, anders kun je nooit een nieuw systeem ontwikkelen.”
Deze tweestrijd is precies waar Pavicic’s documentaire over gaat. Als mensen de documentaire bekijken omdat ze willen zien wat de school precies inhoudt, komen ze bedrogen uit. Pavicic vindt dat ze ook niet hoeft te vertellen of mensen hun kinderen wel of niet naar deze school moeten sturen. Eigenlijk weet Pavicic zelf ook nog steeds niet of ze het gehele project van De Hond goed of slecht vindt. En deze twijfel schemert door de film heen. De film geeft ruimte om je eigen mening te vormen.

Uitzending 2Doc: Een School voor mijn Dochter, dinsdag 24 juni 23.25 uur op Nederland 2.