Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt er een muur opgetrokken die de Wilhelmina Catharina school in Amsterdam in tweeën deelt.

Aan de Amsterdamse Weteringschans bevindt zich tijdens de Tweede Wereldoorlog een lagere school: de Wilhelmina Catharina school. In 1941 wordt er van de ene dag op de andere een muur opgetrokken die de school in tweeën deelt. De toegang tot de achterkant wordt hermetisch dichtgemetseld. De Joodse vriendjes en vriendinnetjes heten voortaan Achterkanters. Achterkanters, die je alleen na schooltijd op straat ziet.

De Amsterdamse fotograaf Ronald Sweering, toen nog Ronnie, herinnert zich een voorval waarbij de Achterkanters worden aangevallen door het loiedajes gajes. Zonder aarzeling rennen hij en zijn klasgenoten, de Voorkantkinderen, naar de streng verboden achterkant. Onder een huiveringwekkend krijgsgehuil stormen ze naar voren: 'Laffe looie NSB-debielen. Blijf met je poten van onze achterkanters af!'

Later tijdens de oorlog ontdekt Ronnie aan de overkant van de straat een jongetje, Willy, dat helemaal alleen ondergedoken zit in een vochtige kelder. Ze worden boezemvriendjes. Tot de Duitsers Willy ontdekken en hij in Auschwitz terechtkomt. En weer blijft Ronnie achter met vragen die niemand kan beantwoorden. Tientallen jaren zwijgt hij erover. Totdat zijn vrouw een ontdekking doet. Een verhaal over de vriendjes en vriendinnetjes die voor altijd verdwijnen en de herinneringen, die voor altijd blijven. Verteld door leerlingen die het overleefden.

Regie: Cees Overgaauw