'Hoe ben je een goed roofdier?'
Interview met filosoof Jasmijn Leeuwenkamp
Zijn wij natuur of staan we erboven? En hoe maken we van ons afval weer iets vruchtbaars? HUMAN spreekt met filosoof Jasmijn Leeuwenkamp voor 'Het filosofisch kwintet', waar ze te gast is, over het onderscheid tussen mens en natuur en Donna Haraway's idee van 'staying with the trouble'.
Jasmijn Leeuwenkamp is als promovendus binnen de filosofie verbonden aan de Amsterdam School of Cultural Analysis. Binnen haar onderzoeksproject, ‘Human Rights and the Anthropocene', verkent ze de relaties tussen politieke filosofie, ecologie en rechtvaardigheidstheorie. In de derde aflevering van het nieuwe seizoen van Het filosofisch kwintet praat ze mee over mens en ecologie.
Waarom vinden we het zo moeilijk om onszelf als onderdeel van de natuur te zien?
“Omdat we graag orde willen creëren. Het idee dat de natuur een chaotisch verhaal is dat moet worden gecontroleerd en gemanipuleerd, zit heel erg in het verlichtingsdenken en de oorsprong van de wetenschap. Bij Descartes zie je het idee dat de mens losstaat van het mechanische. Bij Kant en Locke zie je het idee dat we aan het lichamelijke, maar ook het natuurlijke moeten ontsnappen. Hobbes zegt dat we moeten ontsnappen aan the state of nature. The state of nature, zegt hij, is lawless, brute, nasty, short. Het is chaos, en daar moeten wij uit om moreel te worden en beschaafd te worden.
Tegelijkertijd zie je in de 18e en 19e eeuw met de romantiek een tegenbeweging, waarin het een beetje omdraait. Dus juist de natuur als datgene waar we lering uit moeten trekken. Jean-Jacques Rousseau zegt dat het de maatschappij is die ons pervers heeft gemaakt en de natuur datgene is wat ons weer tot de kern brengt. Mijn punt is dus eigenlijk: de natuur is een leeg concept, waar mensen alles op projecteren wat ze over de mens denken. 'De natuur' is een cultureel concept. En zo moeten we het denk ik altijd blijven zien. Dus: ik heb een idee over de natuur, jij hebt waarschijnlijk een ander idee over de natuur. Als je accepteert dat we zelf altijd al natuur zijn, heeft dat hele dualisme van ‘wij zijn zus en de natuur is zo’ geen zin meer.”
Kunnen we in harmonie leven met andere soorten?
"Milieu-ethiek houdt zich al lang bezig met die vraag en probeert een soort afweging te maken: wat is nou in harmonie, en wat is verstorend? Maar dat is uiteindelijk altijd een normatief oordeel dat wij als mensen vellen. Er zit in de natuur niet een soort interne logica die zegt: het ecosysteem moet zus zijn of zo zijn. Je hebt monocultuur, je hebt biodiversiteit, maar wat maakt biodiversiteit nou echt beter? Uiteindelijk maken we die afweging op basis van een bepaald idee over waar wij graag in leven. Dan ontkom je er niet aan om vanuit je eigen soort te denken. Dat doen andere soorten ook. Als we op een goede manier willen leven, in een soort harmonie met de natuur, moeten we het beest in de bek kijken: wij eten de hele tijd natuur. Je moet je dus afvragen: hoe kunnen we onszelf serieus nemen in die rol? En dan kom je uit bij de vraag: hoe ben je een goed roofdier?"
Een goed roofdier?
"We zijn een schakel in een keten van eten en gegeten worden. De mens is in die keten bovenaan komen te staan, door techniek, door onze creativiteit, maar ook simpelweg omdat alle grotere roofdieren zijn uitgeschakeld. Juist omdat we onderdeel zijn van die keten, zijn we afhankelijk van en verantwoordelijk voor het bestaan van andere soorten. We zien nu dat de grootschalige monocultuur van de agrarische sector, en ook de bio-industrie, heel schadelijk zijn. Uiteindelijk is het ook in ons eigen belang dat dat niet zo is."
Hoe zou anders over onszelf denken ons handelen kunnen beïnvloeden?
"Als je je meer bewust bent van de grotere effecten van jouw handelen, kun je tegelijkertijd je handelen groter en kleiner maken. Een goed voorbeeld is afval. We weten nu veel beter hoe grondwater werkt en dat de bodem ook een soort ecosysteem is. Vroeger stopte men van alles in de grond. Nu komen we erachter dat dat heel vervuilend is en het heel veel geld kost om dat op te lossen. Je zou kunnen zeggen: als we ons toen al bewust waren van hoe complex zo'n bodemsysteem is, hadden we dat nooit in de grond gestopt. En daar denken we nu al twee keer over na. Het is dus een manier om onze verantwoordelijkheid groter te maken en anders te gaan handelen.
Nog een voorbeeld: tijdens de koloniale expansie zijn heel veel soorten heen en weer van continent verplaatst. Zo zijn trouwens ook heel veel inheemse volken uitgemoord, want de pokken en de pest kwamen ook mee. Soorten zijn beland in natuurgebieden waar ze eigenlijk niet thuishoorden, wat heeft geleid tot ecologische disbalans. Invasieve soorten of exoten hebben het overgenomen en op heel veel plekken veel ‘schade’ voor ander soorten aangericht. Onze handelingen gaan altijd gepaard met allerlei interacties met niet-mensen die wij niet in het vizier hebben. Als we de huidige excessen willen begrijpen, moeten we dus ook niet-mensen meenemen in het verhaal."
Hoe kunnen we ons anders tot de natuur verhouden?
"Donna Haraway schrijft dat we juist met onze monsters moeten omgaan. Zij noemt dat staying with the trouble. De mens is al heel lang niet meer wat die denkt te zijn. We zijn al overgeleverd aan onze relaties met niet-mensen, zoals ook bijvoorbeeld met technologie. Haraway wil geen nieuwe blauwdruk van waar we heen moeten gaan. Staying with the trouble betekent voor haar dat we moeten inspelen op de puinhoop die we ervan hebben gemaakt. Dat betekent ook dat die rare, invasieve soorten, waar ik net over had, niet terug hoeven naar het prekoloniale, ecologische gebied waar ze vandaan kwamen. Dat zie je duidelijk bij conservatieve denkers, het idee dat er een soort nullijn is, waarbij het allemaal nog in harmonie en goed was. De vraag is natuurlijk, wat is die nullijn? Waar moet je naar terug? Zowel terug als naar voren, utopisme en conservatisme – Haraway wil zich tegen allebei tegelijkertijd afzetten. Ze zegt, staying with the trouble betekent dat we verantwoordelijkheid nemen voor wat we nu al hebben gecreëerd. Dus ook alle gekke monstersoorten die we hebben gecreëerd.
Ze gebruikt ook de term composting. Dat betekent dat je van afval, of shit zou je kunnen zeggen, weer iets nieuws maakt. Een unieke eigenschap van bacteriën is dat ze van afval weer eten kunnen maken. Dat is precies wat wij eigenlijk ook moeten doen, zegt zij, in deze wereld. We moeten van al die piles of shit die we hebben gecreëerd, weer iets vruchtbaars maken. Dat vind ik een mooie metafoor. Wat er nu gebeurt, is dat al die puinhopen aan ons zicht worden onttrokken. Al ons afval, ook van de productieproceskant, wordt nu geëxternaliseerd. Sterker nog, ons afval wordt verkocht aan armere landen. We zouden veel meer verantwoordelijk moeten zijn voor ons eigen afval, in plaats van het uit te besteden.”
Kijk en luister Het filosofisch kwintet over mens en natuur
Aflevering 3: De mens als roofdier
Eeuwenlang plaatsten we in het Westen de mens naast en boven de natuur: de mens als rationeel wezen tegenover een grillige, onvoorspelbare wereld die getemd en geëxploiteerd kan worden. Maar is die scheidslijn zo scherp? In deze aflevering onderzoekt Arnon Grunberg samen met zijn gasten hoe onze honger naar grondstoffen de bodem onder onze voeten wegvreet. Met filosoof Jasmijn Leeuwenkamp, Denker der Nederlanden David Van Reybrouck en filosoof René ten Bos.
Meer over deze aflevering
Eeuwenlang plaatsten we in het Westen de mens naast en boven de natuur: de mens als rationeel wezen tegenover een grillige, onvoorspelbare wereld die getemd en geëxploiteerd kan worden. Maar is die scheidslijn zo scherp? In deze aflevering onderzoekt Arnon Grunberg samen met zijn gasten hoe onze honger naar grondstoffen de bodem onder onze voeten wegvreet.