In de fonkelnieuwe serie, Dus Ik Volg, onderzoek ik de neiging van de mens tot clubjesvorming – de mens als volgend groepsdier, die zich graag aansluit bij anderen, on- en offline. De serie ontstond uit mijn fascinatie voor het extreme groepsdier, dat zich graag laaft aan een charismatische leider. Ik bingte de ene na de andere serie (Wild Wild Country, One of Us, Deprogrammed) en heb een boek over geschreven (Goeroes) over mijn eigen (negatieve) ervaringen in een yogagroep.
Hoewel filosofen (Aristoteles, om er een te noemen) van oudsher roepen dat mensen sociale dieren zijn, voel ik me zelf niet zo geslaagd als groepsmens. Meestal heb ik het angstige gevoel dat ik als individu verdwijn in een groep, of dat er uren over iets moet worden overlegd (geld, wat te eten).
Ik hou niet zo van drukte, en hoop al een tijdje – zij het stilletjes, want ik maak me er niet zo populair mee - dat een van de aangenamere neveneffecten van corona zal zijn dat Nederland iets meer op een Scandinavische film gaat lijken, met veel landschap, zwijgen en ruimte tussen mensen. Social distancing als nieuwe esthetische norm.
Maar toch: ik kan sociale mensen benijden die zich met een gevoel van zaligheid overleveren aan de dynamiek van een voetbalwedstrijd, extatisch lijken op te lossen in een menigte, weten voor wie ze moeten juichen, en waarden als behulpzaamheid, samenredzaamheid en groepsbelangen voorop kunnen stellen.
Tekst gaat door na afbeelding