Volgens psycho-analyticus Paul Verhaeghe is het belangrijk om naar je lichaam te luisteren. Iets wat we tegenwoordig niet meer doen. Vorig jaar verscheen van Verhaeghe het boek 'Intimiteit' (De Bezige Bij) waarin hij kijkt naar de kloof tussen lichaam en geest. Hieronder een fragment uit dat boek.

'Goed in je vel zitten vind ik een prachtige omschrijving voor een gezonde combinatie tussen lichaam en geest – eigenlijk tussen voelen en denken. Dat heb je voor een flink stuk te danken aan de interactie met je ouders, maar de uitbouw van je identiteit en de daarin besloten afstemming op je lichaam gebeurt natuurlijk ook buiten het gezin. Toch zien we dat het lichaam in onze moderne maatschappij steeds vaker te veel onder druk wordt gezet, met grote gevolgen voor je welzijn.

Heel vroeg in de ontwikkeling komen er andere figuren naar wie je als kind opkijkt, en van wie je beelden en woorden overneemt. Dat hoeven zelfs geen figuren van vlees en bloed te zijn: je neemt beelden en woorden over die de ruimere buitenwereld je aanreikt of opdringt. Daar is ook de digitale wereld bijgekomen, die je voortdurend aan een beeldenbombardement blootstelt. Overal zijn er beeldschermen en zelfs als je niet bewust kijkt (misschien vooral als je niet bewust kijkt), neem je de voorgehouden idealen over.

Zo ga je van identificatie binnen het gezin naar identificatie met het cultureel dominante vertoog. Het proces van beïnvloeding blijft hetzelfde, met dezelfde vragen zoals bij de eerste identiteitsontwikkelingen. Sluiten de voorgehouden spiegelingen min of meer aan bij wat ik zelf voel? Gaat het over verwachtingen die aansluiten bij mijn mogelijkheden? In welke mate laten de beelden keuzes toe? Als het antwoord op die vragen negatief is, dan spreken we over vervreemding. Dan nemen we ideeën en beelden over die ons ziek maken. Het gevolg is dat we niet langer afgestemd zijn op wat er binnen in ons en in ons lichaam aan het werk is.

Tekst loopt door onder de afbeelding

Als begrip is vervreemding, samen met indoctrinatie, bekend vanuit een kritiek op totalitaire politieke systemen, van Nazi-Duitsland tot de DDR. We beseffen te weinig hoe een economische ideologie onze identiteit op een sluipende manier overgenomen heeft, ogenschijnlijk onafhankelijk van een ideologie. De meest doortrapte list bij deze onzichtbare vervreemding is de uitnodiging van de reclame- en mediawereld om onze 'individualiteit' belangrijk te maken. In de praktijk betekent dit dat we met zijn allen dezelfde, grotendeels overbodige spullen kopen, dezelfde rommel eten, aan dezelfde vormen van ontspanning doen, collectief steeds harder werken, gevolgd door hetzelfde soort vakantie die we vervolgens op hetzelfde soort Facebookpagina etaleren. En allemaal denken we uniek te zijn. Wij zijn, naar een mooie uitdrukking van de Britse psychoanalyticus Adam Philipps, onbewust gehoorzaam:

'Als we onbewust gehoorzaam zijn, vinden we onszelf niet gehoorzaam, maar realistisch, normaal of rationeel. We leven alsof we weten hoe het leven echt is.'

Als we ons niet goed voelen bij het leven dat we leiden – voor zover we dat gevoel al toelaten – schrijven we dat toe aan een persoonlijk falen. We moeten nog méér ons best doen, nog harder werken, nog bétere keuzes maken. Tegenwoordig moet alles steeds sneller, ook onze manier van denken, consumeren, werken, ontspannen zoals blijkt uit eigentijdse uitdrukkingen: quality time, short ski, fast food, speed dating, powernaps. Slaap dient om onze batterijen op te laden, niet om uit te rusten. Work hard, play hard.

De oorzaak van vervreemding en versnelling ligt in het alomtegenwoordig concurrentieprincipe gebaseerd op het gevoel constant geëvalueerd te worden. Nosedive, een aflevering van de Britse tv-reeks Black Mirror, toont een wereld die absurd lijkt, maar eigenlijk best dichtbij is. Via onze smartphone beoordelen we elkaar met één klik (van een tot vijf sterren). Je cijfer is voor iedereen zichtbaar en bepaalt je leven; van het soort auto dat je kan huren tot de kwaliteit van de medische zorg die je ontvangt. Alles hangt af van het aantal sterren toegekend door anderen. Lacie is een 4.2 maar wil een 4.5 worden, want dat is de toegangsvoorwaarde voor haar droomappartement. Ze huurt een dure coach in, zoekt de 'juiste' vriendinnen op en mijdt de marginale, wil het perfecte kapsel, oefent het verwachte taalgebruik. Ze rent van hot naar her. Het resultaat is een totale ondergang – ze eindigt met score nul.

Tekst loopt door onder de video.

Fictie? Wie Uber-taxi's gebruikt, kan de chauffeur een digitale beoordeling geven en krijgt er zelf ook een. De resultaten daarvan zijn publiek zichtbaar en hebben effecten: een passagier met een 4,8 rating heeft 'recht' op Uber VIP, met betere auto's en chauffeurs met een hogere rating. Bij een hyperslechte rating raak je niet van de straat.

Met concurrentie is op zich niks verkeerd en competitie kan best leuk zijn. Het wordt een probleem als heel het leven in het teken van competitie komt te staan. Het idee dat concurrentie alleen maar ons professioneel leven betreft en we thuis lekker kunnen relaxen, klopt niet langer. Ik ben een product dat ik zelf aan de man moet brengen, in voortdurende competitie met andere producten in een omgeving die één grote markt geworden is. Omwille van die concurrentie moet ik mezelf aanprijzen en oppimpen, want enkel zichtbaar succes telt mee, met als typische illustratie het aantal 'likes' en 'vrienden' op je Facebook en Instagram, het aantal volgers op je Twitter en het aantal contacten op LinkedIn, het aantal dates op Tinder.

De verplichting om steeds meer te voldoen aan het verwachte ideaal maakt dat we steeds harder ons best doen. Tot het helemaal mislukt. Burn-out en depressie zijn de algemene noemers voor een instorting die volgt op een vaak langdurige periode van inspanning, naast alle andere medisch-psychologische gevolgen van stress.

Als het de verkeerde richting uitgaat, laat mijn lijf van zich horen. 'Mijn lichaam heeft niet dezelfde ideeën als ik' – de uitdrukking komt van de Franse cultuurfilosoof Roland Barthes. Als ik mij identificeer met – beter: als ik mij vervreemd aan – beelden en idealen die ingaan tegen mijn lichaam, dan is mijn buik de eerste lichaamsregio die protest aantekent, lang voordat ik bewust besef wat er aan de hand is. Onze (onder)buik is de plaats waar affecten voelbaar worden, zoals blijkt uit de wijsheid van onze taal. 'Het ligt zwaar op mijn maag'; 'ik doe het in mijn broek van angst'; 'er ligt iets op mijn lever'. Wanneer ik daar geen gehoor aan geef en ondanks de protesten verder ga op de ingeslagen weg, worden de signalen dwingender en verschuift protest naar ongemak en pijn en vervolgens naar ziekte.

Mijn lijf tekent protest aan. Geef ik daar gehoor aan? Bij gebrek aan een goede afstemming op mijn lichaam doe ik dat niet. Het kan nog erger: vanuit het concurrentieprincipe kan ik een stap verdergaan en de pijn als deel van het 'offer' beschouwen dat ik moet brengen om een ideale vrouw of man te worden, als een te betalen prijs voor succes. Een dergelijke interpretatie van pijn illustreert hoe vervreemding erin slaagt ons een voordehandliggende betekenis van signalen te doen negeren of zelfs om te keren. Pijn lezen als een aanmoediging om nog harder door te gaan op de ingeslagen weg – veel gekker hoeft het niet te worden.

Tekst gaat verder na banner

De grappige vervreemdingseffecten op ons uiterlijk, van gescheurde broeken tot gekke kapsels, zijn klein bier in vergelijking met de dodelijke vervreemdingseffecten op de binnenkant van ons lijf. Onderzoek legt steeds duidelijker het verband tussen langdurige stress en ernstige ziektes. Ondanks onze langere levensduur en betere gezondheid zien we dat mensen op jongere leeftijd ziektes en stoornissen ontwikkelen waarvoor ogenschijnlijk een duidelijke verklaring ontbreekt. We vinden geen oorzaak omdat we nog te vaak exclusief medisch-biologisch redeneren en omdat we alles netjes in hokjes willen opdelen en benoemen, zelfs als we niet begrijpen wat er aan de hand is. Misschien zelfs vooral wanneer we het niet begrijpen; hokjes scheppen een illusie van veiligheid. Naast de stijging van het aantal mensen dat aan onverklaarbare pijn lijdt, zien we een toename van obesitas, diabetes en auto-immuunziektes. Op mentaal vlak zetten depressie en angst de toon, samen met een veralgemeende ADHD-drukte (we stappen, spreken, eten een flink stuk sneller dan een generatie terug) die heel plots kan omslaan in een totaal energieverlies van burn-out of het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS).

Deze ziektes ontstaan nooit plots, ze hebben een jarenlange voorgeschiedenis waarbij ons lichaam al heel wat signalen gaf dat we verkeerde 'keuzes' aan het maken zijn, als individu en als gemeenschap. Veel mensen voelen de signalen niet, ook al omdat ze die met de hulp van pillen, lijntjes coke en alcohol het zwijgen opleggen. Maar het lichaam blijft van zich laten horen, het buikgevoel wordt pijn en pijn wordt ziekte, tot we luisteren of helemaal verdwijnen (meestal in een ziekenhuisbed).

Zonder afstemming op je lijf is een goed leven niet mogelijk.'

Afgelopen november verscheen het boek Intimiteit van Paul Verhaeghe bij De Bezige Bij. Bovenstaande tekst is een fragment uit dat boek.

Eerder stond Verhaeghe op Brainwash Festival. Zijn talk kijk je hier.