Ik kwam zelf in de problemen toen ik efficiënter wilde omgaan met e-mail. Ik kreeg heel veel e-mail. Dat ken je misschien wel. Dat moest ik aanpakken. Ik wilde mijn mail beter gaan afhandelen. Ik wilde superefficiënt worden. Ik streefde naar inbox zero, zoals dat heet.
Zo gezegd, zo gedaan. Ik werd echt heel efficiënt in mijn e-mailafhandeling. En daardoor kreeg ik nog meer e-mail. Het leek wel tovenarij, pure magie.
Toch is het dat natuurlijk niet. Bijna elke keer als je e-mail verstuurt, vraag je om een antwoord. Als je slordig wordt met het beantwoorden van mail, gaan mensen je steeds minder mailen. Tot je een ontslagmailtje krijgt omdat je je mail nooit beantwoordt.
Maar het punt is: efficiëntie, een situatie creëren waarin ik alles sneller afhandelde, in de hoop dat me dat zeeën van tijd zou opleveren, leverde alleen maar meer van hetzelfde werk op. Dat is toch vreemd van efficiëntie, dat het daartoe leidt: als je iets sneller kunt afhandelen, krijg je alleen maar meer van dat werk en minder tijd om te besteden aan andere dingen die je wilt doen.
Ik ging me afvragen wat dat zegt over efficiëntie en wat het betekent voor ons privéleven. Volgens mij is het een woord dat zich vermomt als iets neutraals. Als iets waar je niet tegen kunt zijn. Wie is er nu tegen efficiëntie en voor inefficiëntie?
Oké, misschien de slachtoffers van efficiëntie in een bedrijf. Maar de harteloze directeur van het bedrijf zal blij zijn met de toegenomen efficiëntie. Maar wat nou als de zaken die door Silicon Valley als pijnpunten worden aangemerkt, juist de zin van ons bestaan vormen? Of cruciaal zijn voor het welslagen van een organisatie?
Tekst gaat verder onder de banner