Leegte, gebrek aan sociale contacten en intimiteit. Zeven procent van de Nederlanders van 15 jaar en ouder ervaart sterke gevoelens van eenzaamheid. Nog eens dertig procent voelt zich enigszins eenzaam. Voor psychiater Dirk De Wachter is het de rode draad in zijn werk: 'Mensen zeggen mij dat ik de enige ben tegen wie ze nog durven te spreken, de enige die nog luistert. En dan denk ik: laten we dat toch vooral als samenleving doen.'

Een derde van de Nederlanders is eenzaam, volgens het CBS.

'Het is in België niet anders. Onlangs nog verscheen een onderzoek waaruit blijkt dat ook steeds meer jonge mensen, twintigers, aangeven dat ze eenzaam zijn. Dat is zo contra-intuïtief. We denken dat eenzaamheid iets is van ouderen, die alleen zijn komen te staan, weduwe of weduwnaar zijn geworden. Maar ook steeds meer jongeren, in de bloei van hun leven, geven aan dat ze zich eenzaam en verlaten voelen. Dat is toch merkwaardig.'

Merkwaardig, zegt u, maar hoe komt het?

'Het is een paradox: door nieuwe technologie beschikken we over fantastische instrumenten om contact met elkaar te hebben. We hoeven geen brief meer te schrijven die enkele weken later beantwoord wordt, maar kunnen iedereen overal en onmiddellijk bereiken, via Instagram, Facebook, Twitter of WhatsApp. Maar op de een of andere manier lijken die schermen af te schermen. Alsof we erachter blijven zitten en wel berichten sturen, maar elkaar niet meer opzoeken. Blijkbaar zijn er mensen die hele dagen achter hun laptop of smartphone zitten te tokkelen, zonder dat ze de medemens in het echt opzoeken. En ik denk dat dat in het echt ontmoeten noodzakelijk is voor de mens. Elkaar zien, elkaar vastpakken, elkaar de hand geven, elkaars vel voelen, elkaar in de ogen kijken, dat is een fundamentele noodzaak om te kunnen bestaan.'

'Contact via het scherm, dat is goed als tussenfase. Ik zeg ook niet dat al die communicatiemiddelen afgeschaft moeten worden, dat kan ook helemaal niet. Maar het is niet voldoende om aan de diepe nood van de mens te voldoen, denk ik. Dus gebruik deze nieuwe middelen om tot ontmoetingen te komen, niet om af te schermen. En dan zijn er mensen die zeggen dat eenzaamheid van alle tijden is, dat het een van de existentiële onvermijdelijkheden van de mens is. En ja, dat kan ik ook wel erkennen, ik denk dat een homoseksuele jongeman die in de jaren 50 in een dorp opgroeide, zich heel eenzaam moet hebben gevoeld. Maar ik spreek van deze tijd. Ik moet werken met mensen uit deze tijd. En ik wil in deze tijd op zoek naar mogelijkheden en hoopvolle uitwegen.'

U zegt dat u moet werken met de mensen uit deze tijd. Komen er veel eenzame mensen bij u in de praktijk?

'Jazeker. Eenzaamheid is de rode draad die altijd terugkomt in mijn werk. Het gaat over mensen die zich verstoten voelen, die zich niet begrepen voelen, die hechtingsproblemen hebben en zich niet verbonden voelen. Het gaat over stigma, het gaat over conflicten. Dat komt terug in alle diagnostische categorieën in het psychiatrische spectrum. Er zijn mensen die zeggen dat ik te veel naar mijn patiënten luister en hun problemen vertaal naar maatschappijkritiek. Mijn tegenwerping is dan dat de mensen die bij mij komen gevoelige zielen zijn, die de problemen van de tijd eerder ervaren dan de mens die doordramt en doet alsof er niets aan de hand is. Ik denk dat het signaal van kwetsbare mensen serieus moet worden genomen. Tegen mijn assistenten zeg ik dat ze heel goed naar hun patiënten moeten luisteren, want het zijn de signaalgevers van de tijd. Het is de kwetsbare mens die met zijn gevoeligheid iets wezenlijks kan zeggen over de zaken waar het echt om gaat. Over zaken die door veel mensen genegeerd worden, tot ze zelf tegen een muur lopen.'

Tekst gaat verder onder afbeelding

Zijn alleen de nieuwe media problematisch?

'Nee, dat is maar een uiting ervan, de buitenkant. De binnenkant van het fenomeen is de westerse wereld die overmatig inzet op het individu, en autonomie als hoogste levensdoel stelt. Waar het autonome ik doorschiet als uiterst doel van het leven, daar raakt het verbondene, het samenlevende, het met elkaar zijnde in de verdrukking. Natuurlijk is het menselijk bestaan altijd een soort laveren tussen het individuele – het gevoel dat je het eigen bestaan kunt vormgeven – en de noodzaak om met anderen te zijn. Dat zijn op het eerste gezicht twee tegenstrijdige krachten. Ik denk dat het westen moet opletten dat het autonome, het individuele, het ikkige, niet doorschiet, waardoor het samenlevende tekortkomt. Ik heb geen makkelijke oplossing en ik wil niet moralistisch zijn, maar ik denk dat we moeten inzetten op samenleven. Daar ligt de uitdaging.'

'Nieuwe media zijn slechts een instrumentalisatie, technologie maakt ook de mens. En dat geldt niet alleen voor technologie. We wonen in steeds grotere steden, dicht op elkaar, maar we kennen elkaar niet. We zijn geatomiseerd, zoals de Franse schrijver Michel Houellebecq zegt: particules élémentaires − elementaire deeltjes. Op onze schoot hebben we een eenpersoons magnetronmaaltijd, of een stuk pizza. We zitten niet meer aan tafel te keuvelen. Ik wil niet te apocalyptisch zijn, het is niet het einde van het Romeinse Rijk, maar het is een aandachtspunt. Het fundament van de eenzaamheidsproblematiek is een maatschappij die een al te grote nadruk legt op het zelf, op het ikkige, en dat ikkige dan inbunkert achter een betonnen façade. Een façade waarin geen vensters zitten waardoor we elkaar kunnen toelaten.'

Kun je dan zeggen dat mensen minder sociaal zijn geworden?

'Dat is niet het geval, denk ik. 'Mind is social', zei de Britse antropoloog Gregory Bateson. De mens sociaal, denk ik, en het al te zeer inzetten op het individu maakt dat de mens zich niet goed voelt. Mijn werk als psychiater is samen met patiënten die zich eenzaam en verlaten voelen nadenken over verbinding, over samenleven. Dan hoop ik dat ze niet alleen met mij een verbinding aangaan − want dat is soms het geval − maar probeer ik te zoeken naar netwerken. Ik probeer familiaire verbindingen, die zo essentieel zijn, te herstellen. En als dat echt niet meer gaat, dan probeer ik andere verbindingen te maken. In de sociale psychiatrie is dat de eerste doelstelling.'

Je meer openstellen voor anderen?

'De vraag is hoe je een zelf kunt zijn in wezenlijke relatie met een ander. Ik denk dat dat mijn wereldbeeld is. En dat heb ik niet zelf uitgevonden. In navolging van Martin Heidegger heeft de Franse filosoof Emmanuel Levinas daar veel over nagedacht. De Ander (met een hoofdletter A) maakt wat ik ben. Er is eerst de ander, zegt Levinas, die ander kijkt mij aan, en dan word ik zelf. Ik ben maar omdat de ander daar is. Dat is een heel radicale manier van nadenken over andersheid, maar ik vind daar veel inspiratie in. Het zelf, het autonome ik, kan er alleen zijn als er een ander is om het te bevestigen. Het is er alleen in dialoog met de ander. Als die dialoog stopt, dan dreigt ook het worden te stoppen. Dan dreigt het ik zich in te bunkeren tot een rigide, angstige, eenzame en verpieterde zelfigheid.'

Om pessimistisch van te worden.

'Nee, ik ben daar niet pessimistisch over. Zoals gezegd: de mens is wezenlijk sociaal. Ik zie jonge mensen zoeken naar verbindende factoren. Ik zie commons, ik zie mensen elkaar helpen, ik zie jongeren zich engageren rond thema's als klimaat en migratie, ik zie mensen zoeken naar nieuwe samenlevingsvormen, ik zie mensen zich verbinden in andere seksuele oriëntatievormen dan het klassieke gezin. Ik zie mensen liefdevol zoeken. Laat ons toch samenleven, laat ons medemenselijk zijn, zeg ik. En ik denk dat er dan maar weinig zijn die dat onzin vinden.'

Kijk ook de Brainwash Talk van Dirk De Wachter

Volgens psychiater Dirk de Wachter is het de ziekte van deze tijd: het idee dat ons leven vooral leuk moet zijn en dat het moet meezitten. Hij vraagt zich af of we ons niet blind staren op een eenzijdig, westers beeld van geluk. En: wat te doen bij tegenslag?

Liever in tekst? Lees hier verder →