Vanaf het moment dat klokkenluider Edward Snowden zichzelf voor het eerst in het diepste geheim in een hotelkamer in Hongkong aan journalisten voorstelt, draaien de camera’s van documentairemaker Laura Poitras.

Haar film Citizenfour, een paar keer vertoond op het International Documentary Film Festival Amsterdam, is een verslag van de onthullingen die Snowden tegenover journalisten Glenn Greenwald en Ewen MacAskill deed over de afluisterpraktijken van Amerikaanse overheidsinstanties.

De aanwezigheid van de camera’s creëert een interessante paradox. Snowden, voormalig medewerker van de National Security Agency, wordt gedreven door het principe van privacy. Dat staat haaks op een volledig transparante wereld mogelijk gemaakt door het vergaren, opslaan en analyseren van metadata.

En toch: in die hotelkamer wordt Snowden door zijn eigen toedoen transparant; de camera’s tonen hem en zijn verborgen wereld — zijn privé-leven — op zijn eigen verzoek.

Zo rijzen vragen rond zijn motieven en over de prijs die hij voor deze kennelijk onbaatzuchtige daad zal moeten betalen. Waarom doet hij dit? Wordt hij inderdaad gedreven door ongenoegen over de schrikbarende macht van overheden als het gaat om het indringen in het leven van mensen?

Als dat zo is, dan is zijn zelfopoffering ongekend. Vanaf dat eerste moment van introductie in die hotelkamer is duidelijk dat hij precies weet wat de gevolgen van zijn onthullingen zullen zijn.

Hij is paranoïde, en hij vindt het vreemd dat wij dat niet met z’n allen ook zijn.

Citizenfour is een fascinerende film over deze tijd, over de dilemma’s die de ontwikkeling van digitale surveillance met zich meebrengen. Hoeveel van onze eigen vrijheid moeten we prijsgeven terwille van bedrieglijk eenvoudige concepten zoals ‘nationale veiligheid’ of ‘misdaadbestrijding’?

Aanstaande woensdag bespreek ik Citizenfour in de filmrubriek van het radioprogramma OBA Live, onder leiding van Theodor Holman.

Tevens aandacht voor de Beste Films van 2014. Welke titels verschijnen dit jaar op het lijstje?

Een tipje van de sluier: het was een bijzonder sterk jaar, met veel verrassingen en met tenminste twee werken die wel eens de redding van film als populaire kunstvorm zouden kunnen betekenen.