Het bloed van Johannes Paulus II (1920-2005) maakt momenteel furore in een reis om de wereld, aldus Kerknieuws. Het gaat om zeven druppels bloed, die de toenmalige paus heeft afgestaan tijdens zijn laatste ziekenhuisbezoek. De druppels zijn bewaard in een buisje, dat nu als een relikwie in diverse landen wordt getoond.

Gelovigen willen in grote getale het buisje aan te raken. Het relikwie is thans in Peru, maar gaat nog naar andere Latijns-Amerikaanse landen. NPO/Spirit 24 maakte een reportage over de druppels bloed van Johannes Paulus II.

Volgens Wikipedia leed de paus aan de volgende lichamelijke ongemakken:
“In 1992 werd er bij Johannes Paulus II een tumor verwijderd, in 1993 had hij een schouderoperatie, een jaar later brak hij een dijbeen en op hoge leeftijd, in 1996, kreeg hij een blindedarmontsteking en moest zijn blindedarm verwijderd worden. In 2001 werd door een arts onthuld dat de paus aan de ziekte van Parkinson leed, wat in 2003 door het Vaticaan bevestigd werd. Johannes Paulus II kreeg steeds meer moeite met zijn motoriek en spreken in het openbaar ging hem steeds slechter af. Johannes Paulus II begon door deze toenemende lichamelijke problemen een steeds fragielere indruk te geven bij openbare optredens. In 2005 kreeg hij zware ademhalingsproblemen, waardoor hij op 24 februari een tracheotomie moest ondergaan. Op 31 maart 2005 kreeg de paus "zeer hoge koorts die door een urinebuisinfectie werd veroorzaakt", maar de paus werd op zijn uitdrukkelijk verzoek niet naar het ziekenhuis gebracht, waarschijnlijk overeenkomstig zijn wens in het Vaticaan te sterven als zijn tijd gekomen was”.
Deze ziektegeschiedenis wekt niet bepaalde de indruk dat het bloed van deze paus een heilzame werking had.