Valt er van een slecht mens te houden, en kan zo iemand goede daden verrichten en daarmee verlossing vinden?

De vraag komt van ‘Gawie Weet Raad’-lezers die met de start van het derde seizoen van de politieke-dramaserie House of Cards aan een Facebook-discussie deelnamen over de vraag waarom we toch zo van hoofdpersoon Frank Underwood (Kevin Spacey) houden.

Op mijn stelling dat we van Frank houden net zoals we van Macbeth of Richard III houden ook al zijn ze nog zo slecht, volgden geprikkelde reacties. Hein Mevissen schrijft: ‘Als je werkelijk van het karakter Frank Underwood houdt is er iets mis met je of je begrijpt zijn karakter niet.’

Ons dilemma in het geval van Underwood is in een zekere zin hetzelfde als zijn dilemma: om goede daden te verrichten, moet je slechte dingen doen.

Hoe machtsbelust Frank ook is, diezelfde macht stelt hem ertoe in staat goede daden te verrichten. Frank is slecht, maar ooit moet hij iets van goede wil in hem hebben gehad, misschien als beginnende politicus die de wereld wilde verbeteren.

Vervolgens kwam hij terecht in een politiek machine waarin macht corrumpeert, zodat er van vrije keuze geen sprake meer kan zijn. In die zin is Frank een slachtoffer van zichzelf én van maatschappelijke realiteiten.

Iets soortgelijks leeft in nog een personage dat in het schemergebied tussen goed en kwaad staat: Chris Kyle (Bradley Cooper) in American Sniper van Clint Eastwood.

Kyle gaat na 11 september als Navy Seal naar Irak waar hij met zo’n 255 ‘kills’ de dodelijkste scherpschutter in de geschiedenis van het Amerikaanse leger werd. Wanneer zijn dienst erop zit, blijkt dat hij aan posttraumatische stress lijdt. Dat overkomt hij, onder meer door zijn omgang met andere Irak-veteranen. Twee jaar geleden werd hij vermoord door een psychotische ex-militair.

Het verhaal, waar gebeurd, heeft een fel debat ontketend over de vraag wat nu precies de morele boodschap is. Wil Eastwood de verschrikking van oorlogvoeren laten zien, of is zijn film een reactionaire, patriottistische huldeblijk aan de recente Amerikaanse buitenlandpolitiek?

Interessanter is onze identificatie met Kyle als mythologische figuur, uiteraard Odysseus die vrouw en kind in Ithaca achterlaat om in de Trojaanse oorlog te gaan vechten, maar ook: de westerner of cowboy die zichzelf in dit klassieke Hollywood-genre tot moordenaar omvormt teneinde huis en haard te beschermen tegen onmenselijke aanvallers.

Hier ontmoeten Frank Underwood en Chris Kyle elkaar: allebei hebben ze geen keus. Ze doen dingen die het daglicht niet kunnen verdragen willen ze overleven. Chris heeft idealen: gezin en land beschermen. Maar algauw blijkt dat de prijs die hij hiervoor moet betalen te hoog is. Zijn daden op het slachtveld ontneemt hem zijn menselijkheid. Hij wordt ‘het kwaad’; en dat geld evenzeer voor Frank.

De strijd met het kwaad, aanwezig in zowel de mens als in de wereld om hem heen, maakt deze personages zo menselijk, zo geliefd. Slechts een van hen — Chris Kyle — overwint de demonen en vindt verlossing. Waarmee hij meteen minder interessant wordt.

Frank, die blijft boeien.