Het stel-spel, aflevering twee (zie ook vorige week). Stel, je hele leven is een spel. Alles, van het moment dat je wakker wordt en koffie zet en wat al niet meer qua ochtendritueel, tot wanneer je ’s avonds in bed kruipt. Maak dat jou tot acteur?

Bovenstaande is afgeleid van een vraag die GWR-lezer Bas Jongerius instuurde naar aanleiding van het incident rond Tarik Z., de jongen die strak in pak de studio’s van de NOS binnenviel en gewapend met een nep pistool zendtijd opeiste.

Bas Jongerius: ‘Bizarre avond gisteren. Ik kan me niet onttrekken aan het idee dat deze jongen geïnspireerd was door Pulp Fiction. Wie zag het ook? Precies die kleding, precies die houding! Kun je dit duiden?’

Ook ik kan Tarik Z. niet uit mijn hoofd zetten. Die knaldemper. Waarom had Tarik Z. een knaldemper aan zijn speelgoedwapen geschroefd?

In het verlengde hiervan: waarom had hij zichzelf een kostuum aangemeten dat, zoals Bas Jongerius er terecht op wijst, onwillekeurig bij ons associaties met fictie en film zou oproepen? En die bril. Eveneens een zorgvuldig gekozen rekwisiet?

Details. En zoals de criticus James Woods stelt, in het vlak van detail zit de werkelijke kwaliteit van een literair werk. Zo bezien problematiseert het detail van de knaldemper de casus Tarik Z. Wat als hij niet ‘gestoord’ is, wat als hij simpelweg een spel aan het spelen was?

Tegenwoordig zijn wij steeds meer van het echte, van het reële dat ons leven sinds 11 september en eens temeer door ‘Charlie Hebdo’ overheerst. Waar wij angst zagen, zag Tarik spel.

In The Game van David Fincher is de situatie omgedraaid. Michael Douglas, in de rol van de meedogenloze beleggingsbankier Nicholas van Orton, krijgt een bijzonder verjaardagscadeau van zijn broer Conrad (Sean Penn): een spel van Consumer Recreation Services.

Aanvankelijk lijkt het spel ongevaarlijk, hooguit een irritatie in het leven van Nicholas. Maar dan neemt het sinistere karakter van de spelmomenten toe: Nicholas komt in levensgevaarlijke situaties terecht. Langzaam dringt het tot hem door dat het spel helemaal geen spel is.

Spelen wil hij niet meer, vooral niet als blijkt dat Consumer Recreation Services een gefingeerd bedrijf is, en dat men erop uit is zijn miljoenen te stelen. Nicholas staat machteloos; het ‘spel’ valt niet meer te stoppen.

De climax komt wanneer Nicholas, die voor zijn leven vreest, zijn broer met een echt pistool doodschiet. En vervolgens totaal ontredderd van een hoog gebouw springt…

… waarna hij door een glazen dak heen valt en ongedeerd in een reuze-kussen op de vloer van een balzaal terecht komt waar al zijn vrienden en collega’s hem opwachten met cake en champagne. Het spel is over, en Nicholas merkt nu dat alle personages in de film — acteurs in het spel — aanwezig zijn om het eindfeest te vieren.

Net als Nicholas hadden wij niet door dat de ‘werkelijkheid’ een spel was toen Tarik Z. met zijn pistool plus knaldemper zendtijd eiste.

Net als Nicholas zijn we geaard in de het huidige culturele moment, door onze angst geankerd in de tastbare werkelijkheid.

Kunnen we nog spelen, kunnen we acteur genoeg zijn om te spelen?

Door het spel in The Game wordt Nicholas verlost van een trauma uit zijn jeugd dat hem tot een verbitterde kapitalist heeft gemaakt. Door het spel — door kunst — leert hij hoe hij weer mens kan zijn. En dat betekent: spelen.