Wanneer koning Willem-Alexander op Prinsjesdag de troontrede voorleest, treedt er een vorm van collectieve oogverblinding op. Want op die dag overtuigen zestien miljoen mensen zich ervan dat ze naar een leider kijken wiens plannen een verschil in hun bestaan gaan maken.

Waarom hebben we een leider nodig, een man of vrouw die dingen scherper ziet dan wij, die uit morele overtuiging handelt, die een visie heeft op hoe de samenleving eruit zou moeten zien? Een held, dus.

En waarom kunnen gewone mensen die samenleving niet zélf ‘maken’?

Show Me A Hero
Het idee dat burgers dat wel degelijk kunnen, vormt de kern van de televisieserie ‘Show Me A Hero’ van scenarist David Simon en regisseur Paul Haggis.

Het verhaal, dat zich eind jaren tachtig in Yonkers, New York, afspeelt, is waar gebeurd. Op tafel is een om segregatie op het gebied van sociale woningbouw op te heffen, en wel door het bouwen van 200 woningen voor arme, zwarte burgers in witte woonbuurten.

Dat stuit op groot weerstand bij zowel de witte inwoners als de witte gemeenteraad. De zaak komt voor de rechter. Zijn uitspraak: Yonkers is verplicht door te gaan met het bouwen van de huizen.

Gettovorming
In de burgemeestersverkiezing is de kwestie een heet hangijzer. Als jonge, ambitieuze kandidaat maakt Nick Wasicsko (Oscar Isaac) goede sier door het bevel van de rechter tegen te gaan.

Hij krijgt bijval van huiseigenaren. Die vinden dat de waarde van hun woningen dramatisch zullen dalen wanneer zwarte mensen de lage-kostenwoningen zullen betrekken. De reden: gettovorming.

Nick wint de verkiezing. Maar als burgemeester krijgt hij een rechterlijke bevel voor de kiezen: bouwt Yonkers de sociale woningen niet volgen boetes die in de miljoenen kunnen oplopen. Voor de gemeente dreigt faillissement.

Opeens is Nick vóór het bouwproject, maar hierin krijgt hij hevige tegenstand van raadsleden, ook uit zijn eigen partij, de Democraten. Maar meer nog komt de witte burgerij in opstand, vooral Mary Dorman (Catherine Keener), huisvrouw en oprichter van de ‘Save Yonkers Federation’.
Tegenover haar echtgenoot zegt Mary: ‘Deze mensen… die leven niet zoals wij.’

Sociale verandering
Algauw wisselt de focus van de vertelling van burgemeester Nick, die slechts een termijn blijft, naar Mary.

Wanneer duidelijk wordt dat de huizen toch zullen worden gebouwd, volgen we de verandering in haar — van een bedekte racist tot een actieve deelnemer aan een samenleving zonder ongelijkheid gebaseerd op ras en inkomen.

Mary maakt contact met haar nieuwe buren, zwarte mensen uit de getto. En ze ziet dat er geen verschil in leefwijze is. Sterker, ze neemt zitting in een buurtcomité dat met gemeenteambtenaren moet zorgen voor de hervestiging van de nieuwkomers.

Mary, huisvrouw, wordt een leider. Haar macht licht niet in dingen zoals ‘visie’ of ‘dapperheid’, eerder in haar geloof in plaatselijke, bureaucratische structuren. In het idee van ‘gemeenschap’. Het is dit proces dat er uiteindelijk voor zorgt dat de sociale verandering in Yonkers werkelijkheid wordt.

‘Show Me A Hero’ illustreert dat oogverblinding bij het ‘volk’ als het gaat om leiderschap gevaarlijke gevolgen kunnen hebben. De burgermeester - Nick met zijn JFK-uitstraling - blijkt een opportunist zonder morele overtuiging. Daar betaalt hij duur voor.

Toepasselijk is wat F. Scott Fitzgerald ooit schreef: ‘Show me a hero, and I’ll write you a tragedy.’

Aanstaande maandag is filosoof, auteur en organisatiedeskundige René ten Bos te gast in een uitzending van OBA Live Filosofie over leiderschap, onder leiding van Wim Brands, met huisfilosoof Ad Verbrugge en met een bespreking van ‘Show Me A Hero’ ter illustratie van het thema.