Jezus vertelt vervolgens het verhaal van de man die van Jeruzalem naar Jericho reisde en onderweg werd overvallen door rovers die hem mishandelde en daarna halfdood achterlieten.
Een priester kwam langs, en liep met een boog om het slachtoffer heen. Een Leviet deed precies hetzelfde. Een derde man, de Samaritaan, kreeg medelijden met de man. Hij verzorgde zijn wonden, zette hem op zijn eigen rijdier en bracht hem naar een veilig heenkomen.
Aan de wetgeleerde vraagt Jezus: ‘Wie van de drie is de naaste geworden van het slachtoffer van de rovers?’ Als het antwoord komt, zegt Jezus tegen de wetgeleerde: ‘Doet u dan voortaan net zo.’
Zo vanzelfsprekend als het idee is van naastenliefde is, zo ontwijkend is het antwoord op de vraag wat we ermee moeten in het licht van actuele vraagstukken zoals de vluchtelingencrisis en de Europese problematiek.
Naastenliefde is het thema van het kerstnummer van het weekblad ‘De Groene Amsterdammer’ en van Eurocommissaris Frans Timmermans is deze week het boekje ‘Broederschap’ verschenen.
Opvallend is hierbij dat men weinig stilstaat bij de vraag: waaróm moeten we onze naasten liefhebben? Zo’n Samaritaan moet ook een eigen leven leiden naast zijn ‘barmahartige-samaritaanschap’, wat inhoudt dat hij niet constant slachtoffers langs de weg kan blijven helpen. Of is het een kwestie van: je bent of Samaritaan, of niet?
Zo bezien is naastenliefde een tamelijk intensieve bezigheid. Het gevaar is derhalve levensgroot dat de zelfopoffering die onlosmakelijk eraan verbonden is, snel kan overslaan in zelfdestructie.
Dat is in ieder geval het standpunt van weer een andere gelijkenis over naastenliefde, vervat in het verhaal van architect Howard Roark.
Let op: Deze inhoud kan niet getoond worden omdat deze mogelijk strijdig is met de gekozen cookiesettings.
U kunt dit hier aanpassen door de categorie 'social' aan te vinken. Waarom is dit nodig?
U kunt dit hier aanpassen door de categorie 'social' aan te vinken. Waarom is dit nodig?