De vraag of onze cultuur er een van ‘het vuurwapen’ is geworden dwingt zich op na de zoveelste schietpartij met meerdere slachtoffers, die in San Bernardino, California, waarin een echtpaar om mysterieuze redenen veertien mensen bij een gezondheidscentrum doodschoot.

‘Gun culture’ is zelfs een term, voor het eerst uitgebreid onderzocht door de Amerikaanse historicus Richard Hofstadter in een artikel waarin hij erop wijst dat zijn land de enige democratie ter wereld is waarin het bezitten van vuurwapens een mensenrecht is.

Gun culture
Na het incident in San Bernardino werd statistiek vrijgegeven waaruit blijkt dat er vrijwel dagelijks een ‘mass shooting’ in Amerika plaatsvindt waarin vier of meer mensen sterven.

Ook in Europa krijgen we te maken met ‘gun culture’. Sinds de terroristische aanslagen in Parijs bepalen zwaar bewapende politieagenten het straatbeeld in Parijs, Berlijn en Londen. Opvallenderwijs is dat veel minder het geval in Nederland.

De vraag is of ‘gun culture’ bijdraagt tot de veiligheid. Na Parijs werd hier en daar, niet in de laatste plaats door Republikeinse politici in Amerika, gesuggereerd dat de terreurdreiging een pro-vuurwapenbeleid rechtvaardigt.

600 Miles
Wat te doen? In Australië werd in de jaren negentig strengere vuurwapenwetgeving ingevoerd na een reeks schietpartijen, een ontwikkeling die in deze discussie over het onderwerp bij ‘Gawie Weet Raad’ op Facebook aan de orde komt.

De nieuwe film ‘600 Miles’ van de Mexicaanse regisseur Gabriel Ripstein problematiseert het thema: vuurwapens maken de activiteiten van criminelen mogelijk, maar dezelfde wapens zijn onontbeerlijk als het gaat om het redden van levens. 

De jongen in de clip smokkelt wapens voor gangsters in Mexico. Samen met een vriend, een Mexicaan, rijden ze net over de grens in Texas van winkel naar winkel waar ze zogenaamd wapens kopen voor ‘de jacht’ of voor ‘de schietsport’.

Agent overmeesterd
Een undercoveragent voor de atf-eenheid (alcohol, tobacco and firearms) heeft de jongens in de gaten. Wanneer hij tot arrestatie overgaat, volgt er een vechtpartij waarin de agent wordt overmeesterd. De Amerikaanse jongen rent weg. Zijn Mexicaanse vriend raakt in paniek. Hij stopt de bewusteloze agent in de auto en rijdt met hem naar zijn opdrachtgevers in Mexico.

Daar krijgt de jongen de opdracht: dood de agent. Als hij dat niet kan, komt de gangsterbaas nader, pistool in de hand, walgend van de lafheid van de jongen. Maar op het moment dat de gangster de trekker wil overhalen, schiet de jongen hem door het hoofd, waarmee hij het leven van de agent redt.

Goed verhaal
Dat is ‘vuurwapencultuur’, eveneens vervat in het adagium van Jean-Luc Godard: een goed verhaal vergt slechts een pistool (en een vrouw).

Je zou hieraan kunnen toevoegen dat je voor goede afloop van een goed verhaal een vuurwapen nodig hebt, waarmee de haviken in het debat rond vuurwapens gelijk krijgen. Maar hiervoor betalen we een prijs: één ‘mass shooting’ per dag in Amerika.

Het lijkt net of je veilig voelen — met een vuurwapen op zak of door het beeld van gewapende agenten op straat — per definitie betekent dat het leven onveiliger wordt, door wetgeving die de cultuur van het wapen doet gedijen.