In 'Het is uw land' (2014) volgt regisseur Kees Vlaanderen regievoerders van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) en de uitgeprocedeerden met wie ze te maken krijgen. Leny en Gerr zijn twee van die regievoerders. Hoe gaat het nu met ze?

Er is de afgelopen jaren op werkgebied veel veranderd voor de twee regievoerders uit Het is uw land. Leny werkte tijdens de opnames op een gezinslocatie in Emmen, maar sinds twee jaar is ze onderdeel van een landelijk team dat verantwoordelijk is voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen die in de provincies Groningen en Drenthe in pleeggezinnen of AZC’s wonen. Ze vond het in het begin best een uitdaging om in gesprek te gaan met de pubers. ‘Bij ouderen kom je sneller to the point, maar bij jongeren is het belangrijk eerst een band op te bouwen’, vertelt ze. ‘Rationeel nadenken is vaak nog lastig voor minderjarigen, waardoor ze al snel heel emotioneel kunnen reageren. Ik ga daarom altijd eerst met de jongeren in gesprek. Ik vraag ze hoe het gaat op school en wat hun hobby’s zijn. Zo probeer ik erachter te komen wat ze van hun leven verwachten, om vervolgens met hen een bijpassend toekomstplan uit te stippelen voor in het land van herkomst.’

Bij een uitzetting van alleenstaande minderjarigen komt een stuk meer kijken dan bij meerderjarigen. Jongeren mogen namelijk alleen terug naar hun geboorteland als ze daar adequaat worden opgevangen, bijvoorbeeld door familie of in een opvanghuis. Vaak is dat wel het geval en verloopt het proces soepeltjes, maar niet altijd. ‘Het komt ook voor dat familieleden opvang weigeren, bijvoorbeeld omdat ze willen dat de minderjarige in Nederland blijft. Dan is een uitzetting niet verantwoord. We laten mensen niet aan hun lot over’, vertelt Leny.

Gedragspatronen leren herkennen

Gerr heeft tegenwoordig een coachende rol binnen de DT&V; hij is senior regievoerder. Hij begeleidt nieuwe regievoerders en leidt de dagelijkse werkzaamheden op de afdeling waar hij werkt. ‘Ik vind het heel leuk om mijn ervaring over te brengen. Ik moet wel toegeven dat ik het soms mis om in gesprek te gaan met de uitgeprocedeerden, maar gelukkig woon ik nog veel gesprekken bij.’

Gerr vertelt dat de DT&V sinds twee à drie jaar werkt met een nieuwe methodiek, genaamd ‘Werken in gedwongen kader’. Regievoerders leren hierbij over de verschillende culturen en achtergronden van uitgeprocedeerden, zodat ze die kennis kunnen inzetten tijdens gesprekken. ‘Je leert bepaalde gedragspatronen eerder herkennen. Ieder mens is anders en moet je daarom ook op een andere manier benaderen’, vertelt hij. ‘Ik weet nog goed dat er jaren geleden een echtpaar bij mij aan het bureau zat. De man deed de hele tijd het woord, terwijl ik ook met zijn vrouw in gesprek wilde. Na meerdere waarschuwingen heb ik hem weggestuurd. Dankzij de nieuwe methodiek heb ik geleerd dat zijn gedrag bij zijn cultuur hoort en weet ik dat ik de man eigenlijk beter even apart had kunnen nemen, om hem uit te leggen dat ik de mening van zijn vrouw ook belangrijk vind.’

Zowel Leny als Gerr halen nog altijd veel voldoening uit hun werk. ‘Dat kunnen veel mensen zich waarschijnlijk niet voorstellen, omdat ze alleen de moeilijke kant kennen; mensen uitzetten. Maar ons werk is vaak ook heel leuk’, vertellen ze. ‘Zo zijn er veel vreemdelingen die dolgraag terug naar huis willen. Als wij ze daarbij kunnen helpen is dat prachtig’, zegt Gerr. Een tijdje geleden kwam een Afrikaanse man bij hem op gesprek. Hij wilde graag terug naar zijn thuisland, maar had geen documenten. Op de gok belde Gerr het gemeentehuis waar de man vandaan kwam. Aan de andere kant van de lijn zat toevallig de buurman van de mans zus. Zo kon zijn vertrek snel worden geregeld. ‘Ik zal nooit vergeten hoe blij de Afrikaanse man was. Dat geeft mij positieve energie.’

Emoties uitschakelen

De DT&V probeert de laatste jaren opener te zijn in hoe het er aan toe gaat binnen de organisatie, vertelt Gerr. ‘Tijdens open dagen kan iedereen bijvoorbeeld een kijkje bij ons komen nemen. We vinden het belangrijk dat mensen weten hoe we te werk gaan, zodat ze er een reëler beeld van krijgen.’ Leny geeft presentaties over het werk van regievoerders, in de hoop meer begrip te krijgen van de buitenwereld. Zo legt ze bijvoorbeeld uit hoe procedures in elkaar zitten. ‘We worden vaak gezien als de vijand, maar dat is natuurlijk onzin. We doen ons werk zo humaan en menselijk mogelijk. Men beseft vaak niet dat de rechtbank en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) beslissen dat iemand Nederland dient te verlaten, niet wij. De DT&V ondersteunt de vreemdeling vervolgens bij het organiseren van zijn vertrek, al dan niet met een financiële tegemoetkoming.’

Gerr gaat ook in zijn dagelijks leven graag in gesprek met mensen over zijn werk. Sinds Het is uw land is uitgezonden wordt hij vaker op straat aangesproken. Veel mensen hebben meer begrip gekregen voor het werk dat hij doet. ‘Ik vind het heel leuk en belangrijk om erover te vertellen.’ De reacties die Gerr van buitenstaanders krijgt zijn vaak heel verschillend. Sommigen hebben veel waardering voor wat hij doet, anderen snappen niet hoe hij zo gevoelloos kan zijn. ‘Maar dat ben ik helemaal niet’, zegt hij. ‘Natuurlijk doen de verhalen van uitgeprocedeerden iets met me. Die mensen zijn niet voor niets weggegaan uit hun thuisland. Het is alleen wel belangrijk dat je er ’s nachts niet van wakker ligt. Uiteindelijk moet je gewoon het beleid volgen en bepaalde emoties kunnen uitschakelen.’

Medewerkers van de Dienst Terugkeer en Vertrek mogen geen uitspraken doen over individuele casuïstiek.