Schriftelijke reactie minister Wiersma naar aanleiding van de aflevering 'Uit de shit'
In aflevering 5 'Uit de shit' spraken de presentatoren van 'Wat houdt ons tegen?' met boeren, deskundigen en de LTO hoe we boeren in Nederland weer perspectief kunnen bieden. We vroegen Femke Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, om een reactie.
De vragen die de redactie van Wat houdt ons tegen? heeft gesteld:
De problemen rondom stikstof in de landbouw worden voor een groot deel veroorzaakt door de import van kunstmest en gebruik van krachtvoer. Vindt u dat boeren moeten proberen te minderen met de import van kunstmest en gebruik van krachtvoer?
De boeren die we hebben gesproken smachten naar meer duidelijkheid op lange termijn. Boeren die aan natuurbeheer doen dragen bij aan biodiversiteit en oplossingen op het gebied van stikstof. Wat heeft u deze boeren te bieden die ook aan natuurbeheer (willen) doen? En trekt u extra geld uit voor compensatie en kan u ze lange termijn zekerheid bieden op dit vlak?
De reactie van minister Femke Wiersma:
Boeren zetten zich al op verschillende manieren in om stikstof te reduceren en de natuur te versterken. Zo werkt de sector aan het verminderen van het aandeel ruw eiwit in veevoer, waardoor hoeveelheid stikstof in mest daalt.
Ik ben ervan overtuigd dat kunstmest altijd een rol zal spelen in de voedselvoorziening. Ik ben groot voorstander - mede in het kader van het optimaal benutten van onze grondstoffen - van de toepassing Renure (dierlijke mest bewerkt en toepasbaar als kunstmest). Deze toepassing kan er dus ook voor zorgen dat de import van kunstmest vermindert. Daarnaast zet ik mij in voor het verkrijgen van een nieuwe vorm van derogatie waarmee boeren meer gebruik kunnen maken van dierlijke mest.
Het kabinet heeft in november de Kamerbrief ‘Contourenbrief agrarisch natuurbeheer’ naar de Tweede kamer gestuurd. Er komt structureel €500 miljoen voor boeren die aan natuurbeheer willen doen. Dit geld verdelen we onder andere via de subsidieregeling voor Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer (ANLb). Daarnaast kijken we of beheercontracten van het ANLb verlengd kunnen worden naar maximaal 20 jaar en intensief beheer realiseerbaar is. Door eenmalige investeringen mogelijk te maken, wordt beheer op de lange termijn uitgebreid en krijgen meer boeren de kans om mee te doen aan agrarisch natuurbeheer.