Over hoofdpersoon Schuldig: Will

De bevlogen directeur van Doras

Will is de bevlogen directeur van Doras: de officiële schuldhulpverlening instantie van Amsterdam Noord. In de hulpverlening is de uitval hoog en dus probeert ze haar personeel meer ambitie bij te brengen. Wat haar misschien het meest steekt is de armoede die van generatie op generatie wordt doorgegeven. Is het überhaupt mogelijk om het tij te keren? Kan je van een dubbeltje wel een kwartje worden in ons land?

Wanneer ze op een dag ontdekt dat er in Noord een gezin met kleine kinderen is uitgezet – het gezin van Ron & Ramona – is Will geschokt. De dag daarvoor heeft ze op een bijeenkomst gepleit dat er geen gezinnen met kinderen meer mogen worden uitgezet. In een spoedvergadering zegt ze toe dat ze uiterste best zal doen om het gezin te helpen. In ruil daarvoor moet het gezin onder bewind. En laat dat nou net een probleem zijn voor het gezin.
Toen ze begon bij Doras dacht Will nog dat iets als schulden haar nooit zouden kunnen overkomen, maar inmiddels ziet ze dat pech ook een steeds grotere rol speelt en dat schulden mensen diepe problemen geven. Er is een steeds grotere groep dubbeltjes. En dat is een groot gevaar voor de samenleving.

Hoe is het nu met Will?

Bijna tien jaar na het schrijven van bovenstaande stuk blikken we terug met de hoofdpersonen uit 'Schuldig'.

Portretfoto van Will
Will 10 jaar later

Als bestuurder van Doras streed Will voor betere schuldhulp. Toen Ramona uit huis werd gezet, raakte dat haar diep. “Juist dát probeerden we te voorkomen.” De serie bracht veel teweeg. Will werd overspoeld met reacties, van lof tot scepsis. Toch zag Will, mede dankzij Schuldig, de schaamte rondom het hebben van schulden, afnemen: “Mensen die dat voorheen nooit gedaan zouden hebben, kwamen zich nu schoorvoetend bij ons melden.” En door te fuseren met de buurtteams, lukte het Doras om de drempel nog lager te maken: “Wat je veel zag, is dat mensen niet naar de gemeente durfden te gaan. Het feit dat wij niet aan de gemeente verbonden waren, maakte de drempel lager.” En als ze één ding heeft geleerd, is het wel dat gedachten als ‘eigen schuld dikke bult’ of ‘dat zou mij nooit overkomen’ stellig moeten worden tegengesproken: “Het ligt echt zo veel genuanceerder dan dat. Echt, ook al denk je van niet, het kan iedereen overkomen.”

“Ik ben heel blij met de stappen die er zijn gemaakt, maar ik maak me ook zorgen over wat de toekomst ons gaat brengen.” Will ziet de samenleving verharden, en weet dat zwart-witdenken de verschillen in de samenleving vergroot. Dit kan de schaamte opnieuw doen aanwakkeren: “Dat er ook veel mensen zijn die het goed hebben, is natuurlijk erg fijn. Maar je moet ook solidair blijven.”