Slogans in crisistijd: effectief of gebakken lucht?

In gesprek met Lars Duursma

Als er iets bijdraagt aan beeldvorming tijdens de coronacrisis, dan zijn het wel slogans. Hij circuleert al een week, maar sinds de persconferentie van dinsdag staat hij ook letterlijk centraal: 'Alleen samen krijgen we corona onder controle.' Daar heeft Clairy Polak het in deze uitzending over met communicatiespecialist Lars Duursma.

Het virus niet verslaan

Op het eerste gezicht lijkt de Nederlandse slogan simpel, maar er zit meer achter. Duursma: “Het is geen spannende slogan maar hij is wel duidelijk. In het buitenland komt er veel oorlogsretoriek bij kijken: ‘the war on corona’ en ‘de strijd tegen het virus’. Juist die retoriek heeft premier Rutte consequent gemeden. We moeten het virus niet verslaan of overwinnen. Nee, we moeten het onder controle krijgen en dat doen we beheerst en rustig.”

© still/Medialogica

De slogans van andere landen, zoals Frankrijk, lijken veel directer en urgenter te zijn: ‘Blijf Thuis en red levens’. Dat heeft met cultuur te maken, volgens Duursma: “Nederlanders zijn niet zo van autoriteit en commando’s. Als je baas zegt: ‘Doe dit.’ Zeggen wij: ‘Hoezo?’ Deze slogan kan nog een paar jaar mee. De situatie zal veranderen en daarmee ook de acties die van ons verwacht worden, maar deze slogan kan hetzelfde blijven.” Een zuinige slogan dus. 

Effect van slogans

In hoeverre heeft een goede slogan effect op de beeldvorming? “Ze kunnen zeker effectief zijn. Als je zegt: ‘vier uur’, denk iedereen aan soep. Overigens vind ik ook de intelligente lockdown waar Rutte het over heeft een mooie en krachtige kreet. Gemeenten nemen nu massaal de landelijke slogan over. De boodschap is helder: geen botte bijl maar intelligent beleid. Zo’n slogan biedt daarmee uiteindelijk richting en houvast.”

Clairy Polak ontleedt samen met een ervaringsdeskundige of expert, beelden die door media worden voorgeschoteld. Samen scheiden zij zin van onzin tijdens de coronacrisis. Wanneer is er sprake van nepnieuws? Wat is het verschil tussen beeld en werkelijkheid? Waar is de beeldvorming cruciaal?