Maar even terug naar het begin. Stine en haar eeneiige tweelingzus werden in 1972 geboren in Denemarken en verhuisden op jonge leeftijd naar Nederland, waar Stine literatuurwetenschappen en filosofie ging studeren aan de Universiteit van Groningen. Na het behalen van haar diploma's besloot ze een andere uithoek van het land op te zoeken: Maastricht was de stad waar Stine promoveerde op de relatie tussen vrouwen en apen in film, cultuur, verhalen, reclames en wetenschap.
Toen Bokito in 2007 uit zijn kooi in Blijdorp wist te ontsnappen en meerdere bezoekers verwondde, verwierf Stine nationale bekendheid. Als geen ander kon ze de gebeurtenis duiden. Ze was dan ook een graag geziene gast in actualiteitsprogramma’s.
Met een cum laude diploma literatuurstudies op zak, kon het bijna niet anders dan dat Stine veel ging schrijven. Vaste columns voor het NRC Handelsblad en Filosofie Magazine, maar ook vele boeken: over liefde (o.a. Het broekpak van Olivia Newton John, 2011), spiritualiteit (Go East, 2015), Scandinavië (Licht op het noorden, 2013), het dierenrijk (Voor de dieren, 2007) en feminisme (De Verlangenmachine, 2001) - om maar wat te noemen.
‘Een thema dat vaak terugkeert is het verschil tussen echt en schijn, of waarheid en leugen’, schrijft Filosofie Magazine over haar werk. Interessant om er even uit te lichten in de context van Wie is de mol? is haar boek Ik lieg, dus ik ben (2011), een populair-filosofisch verhaal over het hoe en waarom van het verzwijgen of verdraaien van de waarheid. ‘Een opgewekte, filosofische zoektocht naar onder meer snuffelaars, oplichters, detectives, latin lovers en meestervervalsers’, zo omschrijft ze zelf. Wellicht een interessant naslagwerk voor de doorgewinterde Wie is de mol?-speurneus.
Stine laat zien dat filosofie in allerlei vormen tot zijn recht komt. Na de mogelijkheden van televisie, tijdschriften en boeken te hebben verkend, besloot ze haar geluk op het toneel te beproeven. Zo verkent ze in Het Opvoedcircus (2017), met mede-filosoof Frank Meester aan haar zij, het terrein van de opvoedkunde. Want nu het wemelt van de opvoedadviezen, dringt de vraag zich op: wanneer doe je het goed als ouder? Het tweetal houdt daarbij de denkbeelden van oude filosofen tegen het licht en schuwt geen zelfspot.