Ze zal als eerste toegeven dat de ergste achterstanden van vroeger inmiddels zijn ingelopen. Maar, zegt Hedy d'Ancona, ze windt zich nog dagelijks op over de financiële afhankelijkheid van vrouwen. "Het wordt tijd voor een herintroductie van de Emancipatieraad."

Al sinds de jaren '60 van de vorige eeuw strijdt ze voor gelijke rechten tussen mannen en vrouwen. Eerst als medeoprichter van de feministische actiegroep Man Vrouw Maatschappij (1968) en het feministische maandblad Opzij (1972). Later namens de Partij van de Arbeid als lid van de Eerste Kamer, het Europees Parlement, staatssecretaris van Emancipatiezaken en minister voor Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. Al een halve eeuw geleden pleitte ze voor de vijfurige werkdag, om een eerlijkere verdeling tussen betaald en onbetaald werk te krijgen. "Daar is dus niks van terecht gekomen."

U heeft weleens gezegd dat u een optimist bent. Toch hadden we het een halve eeuw geleden ook al over de ongelijke machtsverdeling tussen man en vrouw. Wat doet dat met u als optimist?

"Aan een aantal voorwaarden voor die gelijkere machtsverdeling is wel degelijk voldaan. Waar vrouwen vijftig jaar geleden nog een onderwijsachterstand hadden, lopen ze nu voor op mannen. Ook is het niet meer zo dat vrouwen alleen maar gedefinieerd worden als huisvrouw of moeder. Dat zijn allemaal stapjes vooruit.

Maar de verdeling van betaald werk buitenshuis en onbetaald werk binnenshuis tussen mannen en vrouwen is nog steeds heel ongelijk. Vijftig jaar geleden zeiden we al dat we dat verschil tussen mannen en vrouwen veel kleiner moesten maken, vandaar dus die algehele arbeidstijdverkorting. Dan heb je het dus niet meer over parttime of fulltime, maar over een vijfurige werkdag voor iedereen."

Wie of wat is volgens u het meest bepalend geweest voor het feit dat dat nog steeds niet is gelukt?

"Vroeger lag er een maatschappelijke druk op vrouwen om geheel thuis te blijven als er kinderen kwamen. Nu krijgen ze nog steeds te maken met bepaalde verwachtingen en opmerkingen wanneer ze moeder worden. Men zegt weleens dat moeders er zelf voor kiezen om thuis te blijven, maar het wordt met de dure kinderopvang in Nederland financieel ook niet aanlokkelijk gemaakt. En in de huidige situatie kunnen moeders wel een baantje hebben, maar zodra er wordt gescheiden, zijn die vrouwen ineens financieel zeer afhankelijk, met alle nare gevolgen van dien.

Er moet gewoon weer eens met nadruk op een eerlijkere verdeling gewezen worden, het liefst door de overheid zelf. Als grootste werkgever in Nederland zou het perfect kunnen beginnen om een grote reorganisatie van arbeidstijd in gang te zetten, om zo die verdeling van werk eerlijker te maken. Dat is zeker niet eenvoudig allemaal, maar waarom niet? We dachten ook dat we nooit thuis zouden kunnen werken, en dat blijkt nu ineens ook grotendeels mee te vallen."

Hedy d'Ancona (Den Haag, 1937)
  • wetenschappelijk hoofdmedewerkster Instituut Sociale Geografie, Universiteit van Amsterdam (1965-1975)
  • lid Eerste Kamer (1974-1981)
  • directrice CEBEON (Centrum Beleidsadviserend Onderzoek) te Amsterdam (1975-1981)
  • staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, onder meer belast met emancipatiebeleid (1981-1982)
  • lid Eerste Kamer (1982-1983)
  • lid Europees Parlement (1984-1989)
  • minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (1989-1994)
  • lid Europees Parlement (1994-1999)
In een column in de Volkskrant noemde bestuurssocioloog Mark van Ostaijen onlangs dat Nederland geen land van deeltijdprinsesjes maar van voltijdprinsjes was, als gevolg van een 'masculiene norm.' In reactie daarop betoogde Sander Schimmelpenninck in een column in dezelfde krant: "Oeverloos emmeren over een culturele schuldvraag verbloemt slecht die ene grote onvermijdelijkheid: dat vrouwen meer gaan werken." Wat spreekt u meer aan?

"Ik vind Schimmelpenninck altijd heel goed, maar op dit punt volg ik 'm helemaal niet. Hij vergeet het historisch perspectief. Toen begin 20e eeuw christelijke en openbare vakbonden een monsterverbond sloten, werd het zogenaamde kostwinnerprincipe in het leven geroepen. Dat betekende dat de vrouw thuis kon blijven en de man een inkomen verdiende om z'n gezin te onderhouden. Het begrip kostwinnerschap werd bij ons zelfs in de wet vastgelegd. Werkende vrouwen met een verdienende man als kostwinner naast zich, hadden ondanks betaalde premies geen recht op uitkeringen als ze ziek werden, arbeidsongeschikt raakten of ontslagen werden. Die vrouwen hadden tenslotte al een kostwinner in huis.

Pas in de jaren '80 werd dit uit de Nederlandse wetgeving geschrapt. Niet eens door toedoen van onszelf, maar dankzij Europese wetgeving. Wat Van Ostaijen zegt spreekt mij meer aan. Dit is echt een erfenis uit een historische context waarin het logisch was dat vrouwen thuis konden blijven. Nu zijn we daar inmiddels door toedoen van Europa in onze wetgeving wel vanaf, maar nog niet in de hoofden van de mensen."

U bent zelf minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur geweest. We hebben nu een minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap die het emancipatiebeleid erbij doet. Wordt het tijd voor een minister van Emancipatie?

"Ik ben als staatssecretaris wel verantwoordelijk geweest voor emancipatie, maar het klopt. Minister Van Engelshoven heeft het nu in haar portefeuille zitten, maar dat wist ik niet eens, terwijl ik toch wel geïnteresseerd ben. Beleidsmakers profileren zich er niet op.

Kijk, het gaat me niet om de naam van dat ministerie. Wat mij uitmaakt is dat wij geen Emancipatieraad meer hebben, die gevraagde en ongevraagde adviezen geeft. Die is in de jaren '90 helemaal afgeschaft, er gebeurt gewoon niks meer. Dat heet dan geloof ik dat het wordt 'gemainstreamd,' wat er feitelijk op neerkomt dat het gewoon verdwijnt als speciaal aandachtspunt. Misschien dat er rond de verkiezingen nog weer eens wat wordt geroepen, maar ze vinden het niet zo interessant om er mee in de weer te zijn.

Zo'n Emancipatieraad zou bijvoorbeeld een advies voor een reorganisatie van de arbeidstijd kunnen uitbrengen. Dan komt er natuurlijk ook wel wat los. Binnen de rechterlijke macht hebben ze zo'n reorganisatie bijvoorbeeld een aantal jaar geleden al doorgevoerd. Daar mogen zowel mannen als vrouwen hun arbeidsweek verkorten of vrij krijgen tijdens schoolvakanties. Het effect: er zijn nu al meer vrouwelijke rechters dan mannelijke. Dan zie je dus dat het werkt om daar rekening mee te houden. Dat vrouwen wel degelijk naar de top komen, als je als overheid die condities maar creëert."

"Ik wist niet eens dat minister Van Engelshoven emancipatiebeleid nu in haar portefeuille heeft zitten, terwijl ik toch wel geïnteresseerd ben"

Hedy d'Ancona