Het WaardeCafé, hartje Den Haag. Daar staat Humans De publieke tribune ditmaal, met zwerfjongeren, een straatadvocaat, een gemeente-ambtenaar, eerstelijnshulp en anderen. Klaar om persoonlijke ervaringen en vragen voor te leggen aan Paul Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Nederland telt rond de 12.500 zwerfjongeren. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) ligt het werkelijke aantal hoger. Veel dak- en thuisloze jongeren blijven buiten beeld van de overheid en hulporganisaties. Duidelijk is dat het om een op dit moment sterk groeiende groep gaat.

Dit kan niet, stelde staatssecretaris Blokhuis vast en dus lanceerde hij een ambitieus actieplan. Tegen 2021 moet elke zwerfjongere een eigen huis en een kans op zelfstandig bestaan hebben. Haalbaar? Hoe verhoudt zijn plan zich tot de dagelijkse ervaringen van de mensen op de publieke tribune?

Aan Coen Verbraak de taak om de werelden van de staatssecretaris en die van de publieke tribune met elkaar te confronteren. Niet voor een klassiek debat, maar in een poging om tot een echt gesprek te komen. Kortom, een zoektocht naar waardevolle inzichten en - wie weet - oplossingen.

Web-only: portret vanaf de tribune

Josephine zwierf jarenlang langs vrienden en vage kennissen en kent zo langzamerhand alles kastjes naar de muur. Onlangs betrok ze haar eerste eigen woning. 'De publieke tribune' ging bij haar langs om haar verhaal te horen.

Drie vooroordelen over zwerfjongeren

Klik om te openen

Tijdens de voorbereiding van deze aflevering hoorden we vaak dezelfde opmerkingen langskomen. We zetten de drie meest gehoorde vooroordelen over zwerfjongeren op een rijtje.

#1. Alle zwerfjongeren zijn dakloos

Zou je denken. Maar het is goed om hier het verschil tussen daklozen en thuislozen uit te leggen. De meeste jongeren die zwerven zijn thuisloos, niet dakloos. Ze slapen niet letterlijk op straat, maar zwerven tussen logeeradressen en slaapplaatsen bij instanties.

Jongeren zijn dakloos wanneer ze minder ‘vaste’ slaapplekken hebben, zij slapen in een noodopvang, heel tijdelijk bij vrienden of familie, of echt op straat: in de buitenlucht.

#2. Zwerfjongeren kiezen er zelf voor om op straat te leven

In feite kan íedereen zijn of haar vaste woonruimte verliezen. Daarnaast hebben jongeren die dak- of thuisloos worden vaak met meerdere risicofactoren te maken gehad. Denk aan problemen in de opvoeding, misbruik, psychische schade en een slechte financiële positie van de ouders. 

Als ze eenmaal gaan zwerven, zijn er meerdere problemen waar ze mee moeten dealen. Veelvoorkomende problemen zijn: het hebben van schulden, een licht verstandelijke handicap of ernstige psychiatrische problemen, frequent contact met politie en justitie, een zwak sociaal netwerk en/of niet meer diploma’s dan die voor het basisonderwijs.

Deze problematiek kan niet worden omschreven als een keuze. Zelfs in een verzorgingsstaat als Nederland bestaat er de kans dat je op straat belandt.

Staatssecretaris Paul Blokhuis luistert naar dak- en thuisloze jongeren in het WaardeCafé in Den Haag.

#3. Er zijn genoeg opvangplekken in Nederland

Vergeleken met sommige landen zie je jongeren misschien niet op straat zwerven, maar we weten uit onderzoek dat het aantal zwerfjongeren in Nederland sinds 2009 is verdubbeld. Ondanks alle sociale vangnetten kunnen we deze meer dan 12.000 jongeren niet allemaal opvangen.

De nachtopvang in Nederland kent bijvoorbeeld zo’n zestig locaties, met in totaal 3.231 bedden. Daar leggen daklozen vijf tot acht euro per nacht voor neer. Er zijn nog tal van andere organisaties waar daklozen terecht kunnen. Maar het feit dat de getallen schattingen zijn, zegt al genoeg over het gebrek aan daadwerkelijke grip op de problematiek.

Column van onze researcher

Lees verder