25 maart
Bij twijfel niet inhalen
De onzichtbare vijand heeft geen media-afdeling. Totaal overbodig. Corona gaat letterlijk en figuurlijk viraal. Journalisten dromen ervan over andere zaken te berichten, maar er is geen ontkomen aan. Het virus hoeft zich niet te verkopen, het ís er gewoon; corona is inhoud en marketing tegelijk. 24 uur per dag trekken alle medialegers naar hetzelfde front. Er is alleen geen fysiek front. Het front is virtueel, de loopgraven zijn keukentafels - met laptop en telefoon in aanslag. Een thuisfront. Letterlijk.
Het is druk. Bestaande programmering moet worden omgegooid, nieuwe met spoed opgepakt. Human is ooit opgericht voor het kritisch onderzoek en de humanistische duiding, en de behoefte daaraan van onze achterban is juist nu – zo blijkt uit cijfers – schreeuwend.
Achter laptops en zaktelefoons draaien mijn collega’s overuren, soms met de kinderen op schoot. Intussen moeten we nog steeds rekening houden met een totale vergrendeling van de samenleving. We moeten lijsten doorgeven van in deze crisistijd onmisbare medewerkers. Vanochtend komt er nog de opdracht bij om ieder risico op uitstel of afstel van uitzendingen in kaart te brengen. De mediawerkelijkheid volgt de werkelijkheid van het virus. Geen ontkomen aan.
Stóp. Pauzetoets. Koffie.
Vraag hoort gesteld te worden
Terwijl ik de laatste zin tik, slaat de twijfel toe. Is er wel geen ontkomen aan? Overdrijven we niet? Heb ik me laten meesleuren? Heb ik te snel aan goedkope Trump-bashing gedaan (zie mijn dagboek van maandag 23 maart)? Heeft hij niet een beetje gelijk met de stelling dat de remedie ernstiger is dan de kwaal?
Het antwoord weet ik niet. Maar de vraag hoort gesteld te worden. En dat doen ook anderen dan de ongeloofwaardige Amerikaanse president. Van een goede Duitse vriend kreeg ik een filmpje dat begint met de zin: 'Dagelijks sterven er 150.000 mensen, waarvan 25.000 aan de honger.' De rest is van dezelfde strekking: Het is allemaal erg, maar waarom accepteren we andere slachtoffers wel zonder ons hele leven tot stilstand te brengen?
Burgerlijk gehoorzame kritische journalist
Van mijn negentigjarige vader kreeg ik ooit de wijze les: bij twijfel niet inhalen. Daar houd ik me aan. Daarmee ben ik voor een kritisch journalist wel erg burgerlijk gehoorzaam. Ik doe het in gedachten voor hem, terwijl ik weet dat hij vindt dat ik de vraag moet stellen.
Hij is nog in redelijke gezondheid, maar klaagt over een andere nood: het gebrek aan hoopvol nieuws. Vandaag kan ik hem voor het eerst op zijn wenken bedienen. Het RIVM meldt vanmiddag voor het eerst dat de groei van de Corona-uitbraak afvlakt.